Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de brieven. Deel 10: 1694-1695 (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de brieven. Deel 10: 1694-1695
Afbeelding van Alle de brieven. Deel 10: 1694-1695Toon afbeelding van titelpagina van Alle de brieven. Deel 10: 1694-1695

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.05 MB)

XML (1.44 MB)

tekstbestand






Editeur

L.C. Palm



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de brieven. Deel 10: 1694-1695

(1979)–Anthoni van Leeuwenhoek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 316]
[p. 316]

Zaak- en naamregisterGa naar voetnoot1)

A.

Aal. Zie: *Paling.
Aalbes, ader 282.
Aalbes, blad 272, 276, 282-284, 290, 294-296.
Aalbes, *bladkrul 268, 272, 276, 282-284.
Aalbes, boom 268, 272, 276-278, 284-286, 294.
Aalbes, *groei 268, 282.
Aalbes, hout 272.
Aalbes, knop 228-230.
Aalbes, *nerf 282.
Aalbes, tak 228-230, 272, 278-286, 294-296.
Aalbes, *tros 228-230.
Aalbes, vaten 282.
Aalbes, *vrucht 272.
Aalbesse-luis 286-290.
*Aantasting, muskaatnoot 198.
Achterlijf, *bladluis 280, 288-290, 298.
Ader, aalbes 282.
Ader, blad 210-212.
Ader, *bladluis 282.
Ader, Zie ook: Bloedvat, *Nerf, *Trachee.
Afgang. Zie: Excrementen.
*Ageniaspis fuscicollis 246.
*Ageniaspis fuscicollis Zie: *Sluipwesp.
*Aldrovandi, U. 174
Amandel, *noot 222.
Amandel, *spiraalvat 222.
Amandel, *vaatbundel 222.
Amandel, *zaadhuid 222.
Amandel, *zaadlob 210.
*Amnion 38.
*Amnion *-vloeistof 38.
*Animalculisme 276.
*Anna (Groot-Brittannië) 310.
*Antenne, bladluis 278.
*Antenne, *embryo bladluis 292.
*Antenne, garnaal 124.
*Antenne, Zie ook: Hoornen.
*Anthonomus pomorum 182, 234, 242.
*Anthonomus pomorum Zie: *Appelbloesemkever.
*Aphidius matricariae 298.
*Aphidius matricariae Zie: *Sluipwesp.
*Aphis schneideri 268, 272-274, 290.
*Aphis schneideri Zie: *Bladluis.
Appel, blad 190, 238.
Appel, bloesem 182-190, 234, 238.
Appel, boom 182-190, 234, 238-244, 284, 300.
Appel, *nerf 184.
Appel, tak 234, 240-242, 284.
Appel, *vrucht 284.
*Appelbloesemkever 268.
*Appelbloesemkever *chitinepantser 184.
*Appelbloesemkever ei 186, 234-238.
*Appelbloesemkever excrementen 186.
*Appelbloesemkever *facetoog 238.
*Appelbloesemkever *gedaanteverwisseling 182-188.
*Appelbloesemkever haar 240-242.
*Appelbloesemkever hoorn 186, 238.
*Appelbloesemkever *kever 234-236, 240.
*Appelbloesemkever klauw 234, 240-242.
*Appelbloesemkever *kop 236-238.
*Appelbloesemkever *larve 182-186, 234.
*Appelbloesemkever lichaam 236.
*Appelbloesemkever lid 240.
*Appelbloesemkever mond 238.
*Appelbloesemkever *paring 234, 238-240.
*Appelbloesemkever poot 234, 240-242.
*Appelbloesemkever pop 182-188.
*Appelbloesemkever *pophuid 188.
*Appelbloesemkever schaar 238.
*Appelbloesemkever schild 184.
*Appelbloesemkever *sex-lokstof 240.
*Appelbloesemkever snuit 184-186, 238-240.
*Appelbloesemkever tand 238.
*Appelbloesemkever *tarsen 242.
*Appelbloesemkever vocht 188.
*Appelbloesemkever voedsel 186, 238.
*Appelbloesemkever *voortplanting 188-190, 234.
*Appelbloesemkever werktuig 238-240.
*Appelbloesemkever wiek 236.
*Appelbloesemkever worm 182-190, 234.
*Araecerus fasciculatus 194-198, 206.
*Araecerus fasciculatus Zie: *Koffiekever.
*Area pellucida 38.
Aristoteles 60, 90, 130, 164, 250, 310.
Arm, huid 12.
Arm, haar 12-16.
*Arteria ovarica 58.
*Arteria uterina 58.
Arterie 148.
Arterie krab 168-172.
Arterie *libel 162.
*Atrium 84.

B.

Baard, mossel 100, 104.
Baarmoeder 34, 38-42, 46, 50-52, 56-58.
Baarmoeder *bladluis 284, 290.
Baarmoeder hoen 44.
Baarmoeder hond 52-54.
Baarmoeder konijn 52-54.
Baarmoeder membraan 54.
Baarmoeder schaap 54-56.
[pagina 317]
[p. 317]
Baarmoeder vaten 54, 58.
*Bacteriën, M. ureae 24.
Bakker 244.
*Balanus balanoides 118.
*Balanus Zie: *Zeepok.
*Baldner, L. 158.
Bartholinus, T. 42, 310.
*Baster, J. 102.
*Becker, A. 310.
*Bederf 184, 250.
*Beenvis 256.
Beest 74.
Beest Zie ook: Dieren.
*Besserondknopmijt, ei 274.
*Besserondknopmijt, hoornen 274.
*Besserondknopmijt, *kop 274.
*Besserondknopmijt, *larve 274.
*Besserondknopmijt, poot 274.
*Bestrijding, bladluis 272.
Bewindhebber 194, 204.
*Bibio marci 184.
*Bibionidae 182.
*Bilderdijk, W. 40.
Blad, aalbes 272, 276, 282-284, 290, 294-296.
Blad, ader 212.
Blad, appel 190, 238.
Blad, boom 222.
Blad, kers 296.
Blad, pruim 298.
Blad, tabak 226.
Blad, vaten 212, 226.
*Bladkrul, aalbes 268, 272, 276, 282-284.
*Bladkrul, kers 268, 272.
*Bladkrul, perzik 268, 272.
*Bladluis, achterlijf 280, 288-290, 298.
*Bladluis, ader 282.
*Bladluis, *alarmferomoon 292.
*Bladluis, angel 296.
*Bladluis, *antennen 292.
*Bladluis, *baarmoeder 284, 290.
*Bladluis, *bestrijding 272.
*Bladluis, *bloedvloeistof 292.
*Bladluis, ei 274-276, 296.
*Bladluis, *embryo 270-272, 276-278, 284-288, 292-294, 298-300.
*Bladluis, *excrementen 268.
*Bladluis, *facetoog 282, 290-292.
*Bladluis, *fundatrix 274, 296.
*Bladluis, *gedaanteverwisseling 284-288, 292-296, 300.
*Bladluis, *generatietijd 286.
*Bladluis, *groei 296.
*Bladluis, haar 280, 290.
*Bladluis, *hemolymfe 292.
*Bladluis, *honingdauw 268.
*Bladluis, hoorn 280, 288-290.
*Bladluis, huid 272-280, 284, 288-290, 296-298.
*Bladluis, ingewand 272, 280.
*Bladluis, *jong 278-280, 284-290, 294, 298.
*Bladluis, klauw 280, 290.
*Bladluis, *kop 286, 290.
*Bladluis, *labium 282.
*Bladluis, *larve 270, 282, 300.
*Bladluis, lid 290.
*Bladluis, *mandibulae 282.
*Bladluis, *maxillae 282.
*Bladluis, *mummie 274.
*Bladluis, *ovariole 276-278.
*Bladluis, *parasitering 264.
*Bladluis, *paring 276, 290.
*Bladluis, *parthenogenese 270-272, 276, 286.
*Bladluis, poot 270, 280, 288-290.
*Bladluis, *proboscis 282.
*Bladluis, romp 270, 280.
*Bladluis, *schubben 290.
*Bladluis, *sipho 290.
*Bladluis, *snuit 282, 290.
*Bladluis, *speeksel 282.
*Bladluis, *vervelling 280-290, 296.
*Bladluis, *vervellingshuid 270, 280-284, 292, 296.
*Bladluis, *vleugelschede 282.
*Bladluis, voedsel 282, 290.
*Bladluis, *voortplanting 278, 286-288.
*Bladluis, vocht 292.
*Bladluis, *waardplantspecificiteit 296.
*Bladluis, wiek 284-290, 296.
*Blastodiscus 36.
*Blinde darm, mossel 110.
Bloed 82.
Bloed beweging 82-84, 148, 174.
Bloed bolletjes 148, 168-176.
Bloed *circulatie 146-150, 162.
Bloed delen 148.
Bloed dunne stof 172.
Bloed *globulen 172.
Bloed helder vocht 172.
Bloed krab 148-150, 168-176.
Bloed *kristallen 168, 174.
Bloed *lichaampje 148.
Bloed mossel 100.
Bloed rog 256.
Bloed *stolling 150, 172.
Bloed stremming 148, 172.
Bloed vaten 168-176.
Bloed vloeistof 174.
Bloed Zie ook: Circulatie.
Bloedbeweging 168, 174.
Bloedlichaampjes. Zie: *Erythrocyten.
*Bloedruimte, krab 148.
Bloedsomloop, *kikvorslarve 176.
Bloedsomloop, krab 168-176.
Bloedsomloop, paling 176-178.
Bloedsomloop, rog 256.
Bloedvat 40, 54, 58.
Bloedvat hart 76, 82.
Bloedvat krab 148-150, 168-176.
Bloedvat *libel 160-162.
Bloedvat mier 130.
Bloedvat mossel 100.
Bloedvat rog 256.
Bloedvat schaap 162.
Bloedvat *zeepok 122.
Bloedvat Zie ook: *Tracheeën.
[pagina 318]
[p. 318]
Bloesem, appel 182-190, 234, 238.
Bloesem, boom 228.
Bloesem, vaten 184.
Boekhandelaar 146.
Bolletjes, bloed 148, 168-176.
Bolletjes, dooier 122.
Bontekoe, C. 18, 310.
Boom, aalbes 268, 272, 276-278, 284-286, 292.
Boom, appel 182-190, 234, 238-244, 284, 300.
Boom, blad 222.
Boom, bloesem 228.
Boom, kers 268, 272, 294-296.
Boom, linde 268.
Boom, muskaat 194, 212-214.
Boom, *nerf 210, 222.
Boom, perzik 268, 272, 284, 294, 300.
Boom, pruim 284, 294, 298-300.
Boom, *vrucht 228.
Boom, zaad 210.
Bot 94.
*Boter, muskaat 196, 208.
*Bourignon, A. 310.
*Brasem 162.
*Breedpootkrab 174.
*Bryozoën. Zie: *Mosdiertjes.
*Bulbus arteriosus 84.
Buonanni, F. 30, 90, 114, 310.
*Buonanni, L. 310.
*Byssusdraad, mossel 104-108.
*Byssusdraad, eindplaatje 104-106.

C.

*Cancer latipes 174.
Capel. Zie: *Vlinder.
*Capelman, H. 312.
*Capillairen 146, 150.
*Carapax, krab 160.
*Carcinus maenas 148, 150.
*Caroteen 100.
*Castreren 42.
*Cecidophyopsis selachodon 274.
*Cecidophyopsis selachodon Zie ook: *Besserondknopmijt.
*Celwand, houtpijpje 220-222.
*Cerumen. Zie: Oor, *Oorsmeer.
*Chitinepantser, *appelbloesemkever 184.
*Chomel, N. 254.
*Chordae tendineae 82-84.
*Chrysomela 274.
Cicatricula 36-40, 46, 50.
Circulatie, bloed 146-150.
*Cirripedia. Zie: *Rankpotigen.
*Cirrus. Zie: *Rankpoot.
*Cocon, *spinselmot 242, 246.
Colliquamentum 38.
Comptoir 6, 108, 126, 186, 280.
*Conus arteriosus 84.
*Cornea. Zie: Hoornvlies.
*Corneagene cellen 154.
*Coronairgroeve 82.
*Coronairvaten 82.
*Corpus luteum 56.
*Corpus luteum schaap 56.
*Corpus luteum vogel 56.
Cristaline lichaam. Zie: *Ooglens.
*Cuticula. Zie: *Vervellingshuid.

D.

Darm, mossel 98-100, 110.
Darm, rog 254.
Darm, *schelpdier 98.
Darm, schol 94-96.
Dieren 34, 40, 58, 84, 110, 154, 158, 164, 204, 248, 264.
Dieren bloed 168-170.
Dieren gekerfde 270.
Dieren geschulpte 30, 90.
Dieren *groei 58.
Dieren haar 14.
Dieren mannelijk lid 110.
Dieren viervoetige 256.
Dieren *voortplanting 234.
Dieren Zie ook: *Zoogdieren.
Dierkens 30, 56, 222, 264.
Dierkens *appelbloesemkever 182-188, 234-240.
Dierkens *besserondknopmijt 274-276.
Dierkens *bladluis 268-300.
Dierkens goude-haantgens 274.
Dierkens *korenmot 244.
Dierkens *mosdiertjes 116.
Dierkens mijt 196-204.
Dierkens nootmuskaat 194-196, 208.
Dierkens *spinselmot 244, 248.
Dierkens zaad 28, 36-54, 58-60, 228.
*Diktegroei, muskaat 214.
*Diptera 182.
Doctor medicinae 170.
Dooier 36-38, 50.
Dooier bolletjes 122.
Dooier *spermatozoë 228.
Dooier vogel 228.
Dooier zaad 228.
*Dooierzak, rog 254.
*Dooierzak, *zeepok 122.
Drek. Zie: Excrementen.
Drogen, muskaatnoot 196.
Druif, tros 228.
Drukker 140.
*Duif, kruising 264.
Duim (lengtemaat) 22, 104, 114, 118, 150, 200.
Duim, lichamelijke 200.
Duizendpoot 208.
*Duyst van Voorhout, M. 312.

E.

Eend 158.
Eend bloedvaten 76.
[pagina 319]
[p. 319]
Eend ei 246.
Eend hart 76-80.
Eend jong 246.
Eend nest 246.
Ei 36-42, 46, 50, 54-56.
Ei *appelbloesemkever 186, 234-238.
Ei *besserondknopmijt 274.
Ei *bevruchting 28.
Ei *bladluis 274-276, 296.
Ei dooier 122.
Ei eend 246.
Ei gans 246.
Ei garnaal 112.
Ei hoen 44, 56, 254.
Ei hond 52-54.
Ei *insekt 28.
Ei *koffiekever 194, 198, 206-208.
Ei konijn 52-54.
Ei kreeft 112.
Ei *meelkevertje 194, 206-208.
Ei mens 50, 58.
Ei mier 130, 268, 280, 298.
Ei mossel 92, 98, 102-104, 108-116, 130-136.
Ei mot 190.
Ei mijt 196.
Ei oester 116.
Ei rog 254.
Ei *rouwvlieg 182, 188-190.
Ei *rijstkever 194, 206-208.
Ei schaap 56.
Ei *schelpdier 92, 98.
Ei *sluipwesp 244-246.
Ei *spinselmot 242, 246.
Ei vlieg 190, 264.
Ei vogel 56, 228, 254.
Ei *zeepok 120-122.
Ei *zoogdier 58.
Ei zwaan 246.
*Eierschaal, mossel 102.
*Eierstok 34-36, 40-42, 48-50, 56-62.
*Eierstok ei 98.
*Eierstok hoen 42-44, 56, 254.
*Eierstok hond 52.
*Eierstok kikvors 42.
*Eierstok konijn 52.
*Eierstok *libel 160-162.
*Eierstok membraan 56.
*Eierstok mens 50-52.
*Eierstok mier 130.
*Eierstok mossel 96-98, 110.
*Eierstok rog 254.
*Eierstok schaap 56.
*Eierstok *schelpdier 96-98.
*Eierstok *vogel 56.
*Eierstok *zeepok 120.
*Eierstok *zoogdier 58.
*Eikapsel, mossel 112.
*Eikapsel, rog 254.
*Eikapsel, *schelpdier 98.
*Eileider 42-44, 50-52, 60.
*Eileider hoen 42-44.
*Eileider hond 52.
*Eileider kikvors 42.
*Eileider konijn 52.
*Eileider schaap 60.
*Eindplaatje, *byssusdraad 104-106.
*Eispiegel, *spinselmot 242.
*Embryo 38, 46.
*Embryo *bladluis 270-272, 276-278, 284-288, 292-294, 298-300.
*Embryo *antenne 278.
*Embryo *hoornvlies 294.
*Embryo ingewand 294, 300.
*Embryo membraan 278, 292.
*Embryo oog 278, 292-294.
*Embryo poot 278, 294.
*Embryo *groei 38.
*Embryo mens 38-40, 50-52, 62.
*Embryo muskaat 194, 198, 204, 210-212, 216, 222.
*Embryo schaap 54.
*Embryo tabak 224-228.
*Embryo *voeding 36, 40, 46, 56.
*Endeldarm, konijn 98.
*Endosperm, tabak 224.
*Epitheel, hoornvlies 164.
*Erythrocyten 172.
*Erythrocyten *beenvis 256.
*Erythrocyten *celkern 256.
*Erythrocyten *kraakbeenvis 256.
*Erythrocyten mens 170.
*Erythrocyten rog 256.
*Erythrocyten vis 170, 256.
*Erythrocyten zalm 256.
*Erythrocyten *zoogdier 170, 256.
*Etherische oliën, muskaatnoot 200, 212, 216.
Excrementen, *appelbloesemkever 186.
Excrementen, *bladluis 268.
Excrementen, garnaal 122.
Excrementen, *insekt 194.
Excrementen, *koffiekever 198.
Excrementen, konijn 98.
Excrementen, *meelkevertje 198.
Excrementen, mossel 98-100, 110.
Excrementen, *rijstkever 198.
Excrementen, *schelpdier 98.
Eyernest. Zie: *Eierstok.
*Ezel, kruising 264.

F.

*Facet 158-160.
*Facetoog, *appelbloesemkever 238.
*Facetoog, *libel 250.
*Facetoog, *sluipwesp 250.
*Facetoog, vlieg 238, 250.
*Facetoog, Zie ook: Oog.
*Faeces. Zie: Excrementen.
*Floëemsap 282.
Foetus. Zie: *Embryo.
*Follikel. Zie: *Graafse follikel.
*Forbes, J. 310.
[pagina 320]
[p. 320]
*Fovea 158.
Fruitboom 262.
*Fundatrix, *bladluis 274, 296.

G.

Gans, ei 246.
Gans, jong 246.
Gans, nest 246.
*Garden, A. 310.
Garden, G. 32-38, 44-48, 62, 310.
Garnaal 148.
Garnaal *antenne 124.
Garnaal ei 112.
Garnaal excrementen 122.
Garnaal hom 122.
Garnaal kuit 122.
Garnaal *larve 122-124.
Garnaal *larve oog 124, 160.
Garnaal *larve *ooglens 124.
*Garnalenventer 150.
Geboorte. Zie: *Baarmoeder.
*Gedaanteverwisseling, *appelbloesemkever 182-188.
*Gedaanteverwisseling, *insekt 44.
*Gedaanteverwisseling, *koffiekever 196, 206-208.
*Gedaanteverwisseling, *meelkevertje 196, 208.
*Gedaanteverwisseling, *rouwvlieg 182-184.
*Gedaanteverwisseling, rups 182, 248, 262-264.
*Gedaanteverwisseling, *rijstkever 196, 208.
*Gedaanteverwisseling, *sluipwesp 244-246.
*Gedaanteverwisseling, *spermatozoïden 44-46, 50-52.
*Gedaanteverwisseling, *spinselmot 244, 248.
*Gedaanteverwisseling, vlieg 264.
*Gehoorgang 6.
Gekurvene 28, 44.
Gekurvene Zie ook: *Insekt.
*Gele vlek. Zie: *Fovea.
Genees-Meester 82.
*Generatio spontanea 30, 60, 90.
*Generatio *bezwaar 90, 98-100, 114, 122, 130, 150, 164, 250, 270.
Geschulpte dieren. Zie: *Schelpdier.
*Geslachtsklier, mossel 100.
*Gessner, C. 174.
Gevogelte. Zie: Vogel.
*Gewervelde dieren, *gele vlek 158.
*Gewervelde dieren, *lens 158.
*Gewervelde dieren, *netvlies 158.
*Gewervelde dieren, oog 158.
Gezigt. Zie: *Facetoog, Oog.
Gezigt-straal 158.
Globulen, bloed 172.
Globulen, vet 6.
Goude-haantgens 274.
Graaf, R. de 42, 58, 310.
*Graafse follikel 44, 56.
*Graafse hond 54.
*Graafse konijn 54.
*Graafse *vogel 56.
*Grausius, M. 312.
*Groei, aalbes 268, 282.
*Groei, *bladluis 296.
*Groei, *haar 8-14, 18.
*Groei, houtpijpje 220.
*Groei, kers 268.
*Groei, kristallen 174.
*Groei, muskaat 204, 210-214.
*Groei, perzik 268.
*Groei, rups 248.
*Groei, *schelpdier 92.
*Groei, *sluipwesp 246.
*Groei, vlieg 264.
*Groei, *vrucht 38.
*Groei, *zeepok 122.
*Groei, zoutkristallen 26.
*Groene melkdistelluis 288-290.
*Groene melkdistelluis Zie: *Bladluis.
Grootmaking. Zie: *Groei.

H.

Haan, B. (B.H.) 2, 30, 60-62, 310.
Haar, arm 12-16.
Haar, *appelbloesemkever 240.
Haar, *bladluis 280, 290.
Haar, *groei 8-10, 14, 18.
Haar, *haarschacht 12.
Haar, hoofd 8, 14.
Haar, *koffiekever 204.
Haar, krab 176.
Haar, lichaam 6, 12.
Haar, oor 6-10, 18.
Haar, schaap 14-16.
Haar, *uitvallen 8.
Haar, wiek 236, 248.
Haar, wortel 10-14.
Haar (lengtemaat) 150, 168, 274.
Haarbreedte 200-202, 226.
*Haas, *ooglens 124.
Hand, zweet 18-24.
Hardhorendheid 6.
Hart 74, 82.
Hart *atrium 84.
Hart bloed 82-84.
Hart bloedbeweging 82.
Hart bloedvaten 76, 82.
Hart *beschadiging 80-82.
Hart *chordae tendineae 82-84.
Hart *conus arteriosus 84.
Hart eend 76-80.
Hart hoen 82-84.
Hart kabeljauw 84.
Hart klapvlies 84.
Hart krab 150, 172.
Hart mossel 134.
Hart *rund 74-76, 80-82.
Hart schaap 74-76, 82.
Hart *sinus venosus 84.
Hart *spiervezels 74-82.
[pagina 321]
[p. 321]
Hart *ventrikel 84.
Hart vet 76, 82.
Hart zweer 82.
*Hartaanval 82.
*Hartspierweefsel, *beschadiging 80-82.
*Hartspierweefsel, membraan 76-78.
*Hartspierweefsel, *vogel 76.
Hart-vang. Zie: *Hartaanval.
Harvey, W. 38, 44, 46, 310.
Hazelnoot, noot 222.
Hazelnoot, *spiraalvat 222.
Hazelnoot, *vaatbundel 222.
Hazelnoot, *zaadhuid 222.
Heelmeester 6.
Heinsius, A. 146, 168, 178, 194, 310.
*Hemolymfe, *bladluis 290.
*Hermann, P. 212.
Hersenen, mier 128.
Hoen 158.
Hoen baarmoeder 44.
Hoen *bevruchting 44.
Hoen *chordae tendineae 82-84.
Hoen ei 44, 56, 254.
Hoen *eierstok 42-44, 56, 254.
Hoen *eileider 44.
Hoen hart 82-84.
Hoen *infundibulum 42-44.
Hoen *spermatozoïden 44.
Hoen *utero-vaginale klieren 44.
Hoen *vliegvermogen 84.
Hom, garnaal 122.
Hond, *baarmoeder 52-54.
Hond, ei 52-54.
Hond, *eierstok 52.
Hond, *eileider 52.
Hond, *Graafse follikel 54.
Hond, *paring 52-54.
Hond, *spermatozoïden 54.
*Honingdauw 268.
Hoofd, haar 14.
Hoofd, Zie ook: *Kop.
Hoogleraar 66, 212.
Hoorn, *appelbloesemkever 186, 238.
Hoorn, *besserondknopmijt 274.
Hoorn, *bladluis 280, 288-290.
Hoorn, haar 250.
Hoorn, lid 250.
Hoorn, *sluipwesp 248-250.
Hoorn, *spinselmot 244, 248.
Hoorn, Zie ook: *Antenne, Baarmoeder, *Eileider.
*Hoornlaag 12-14.
*Hoornpapil 72.
Hoornvlies, *corneagene cellen 154.
Hoornvlies, *embryo bladluis 294.
Hoornvlies, *epitheel 164.
Hoornvlies, krab 160.
Hoornvlies, kreeft 160.
Hoornvlies, *laminae 154-156.
Hoornvlies, *libel 124-126, 154-156, 164.
Hoornvlies, membraan 154-156, 282.
Hoornvlies, mens 154, 164.
Hoornvlies, *substantia propria 164.
Hoornvlies, vlieg 126, 158-160.
Hoornvlies, *zoogdier 154, 164.
Houlatson, R. 146.
Hout, aalbes 272.
Hout, merg 22.
Hout, muskaat 212-222.
Hout, pijpjes 212-220.
Hout, schors 14.
Hout, *spiraalvat 218, 222.
Hout, *stippelvat 218.
Hout, vaten 212-222.
Hout, *xyleem 218.
*Houtparenchym, muskaat 214, 220.
Houtpijpjes, *celwand 220-222.
Houtpijpjes, *groei 220.
Houtpijpjes, membraan 220.
Houtpijpjes, muskaat 212-220.
Houtpijpjes, *parenchym 220.
Houtpijpjes, striemen 220.
Houtpijpjes, vaten 220.
Houtpijpjes, Zie ook: *Houtvat.
*Houtstraal, muskaat 214-218.
*Houtvat, muskaat 212-214, 220-222.
Houtworm 196, 208.
Huid 72.
Huid arm 12.
Huid *bladluis 272, 280, 284, 288-290, 296-298.
Huid *haarschacht 12.
Huid *hoornlaag 12-14.
Huid *koffiekever 196, 204.
Huid krab 170.
Huid lichaam 12.
Huid *meelkevertje 196.
Huid mens 202-204.
Huid oor 6-12, 16.
Huid *opperhuid 12.
Huid rog 256.
Huid *rijstkever 196.
Huid schubben 12.
Huid voeding 14.
Huid Zie ook: *Tongslijmvlies.
*Huygens, Chr. 312.
*Huygens, Const. 312.
*Hyalopterus pruni 300.
*Hyalopterus pruni Zie ook: *Bladluis.
*Hymenoptera 206.
*Hymenoptera Zie ook: *Sluipwesp.
*Hyperomyzus lactucae 274, 290.
*Hyperomyzus lactucae Zie ook: *Bladluis.

I.

*Imago, *spinselmot 248.
*Infundibulum, hoen 42.
*Infundibulum, kikvors 42.
*Infundibulum, *vogel 60.
Ingewanden, *bladluis 272, 280.
Ingewanden, *embryo bladluis 294, 300.
Ingewanden, *libel 160.
[pagina 322]
[p. 322]
*Insekt, ei 28.
*Insekt, excrementen 194.
*Insekt, *gedaanteverwisseling 44.
*Insekt, *larve 162.
*Insekt, oog 124, 130.
*Insekt, *spermatozoïden 28.
*Insekt, *tracheeën 162.
*Intercellulairen, muskaat 214.

J.

*Johnstone, S. 310.
Jong, *bladluis 278-280, 284-290, 294, 298.
Jong, eend 246.
Jong, gans 246.
Jong, vogel 246-248.
Jong, zwaan 246.
Jong, Zie ook: *Embryo.
Jonston, J. 128, 174-176, 310-312.

K.

Kabeljauw 96.
Kabeljauw *atrium 84.
Kabeljauw *bloed 84.
Kabeljauw *bulbus arteriosus 84.
Kabeljauw *conus arteriosus 84.
Kabeljauw hart 84.
Kabeljauw klapvlies 84.
Kabeljauw *ventrikel 84.
Kakkerlak 208.
*Kalender 28, 46.
Kalk, *tophi 24.
Kalken, muskaatnoot 196, 210.
Kamer 194-196, 208.
Kandeel 20.
Kat, tong 66.
Kers, blad 296.
Kers, *bladkrul 268, 272.
Kers, boom 268, 272, 294-296.
Kers, *groei 268.
Kers, tak 270, 294-296.
Keukenzout 174.
Keurmeester 54.
*Kever 184.
*Kever *appelbloesemkever 234-236, 240.
*Kever *koffiekever 194, 200, 206.
*Kever *meelkevertje 194, 200.
*Kever *rijstkever 194, 200.
*Kever Zie ook: Goude-haantgens.
*Kiemblad, muskaat 210-212.
*Kiemblad, tabak 226.
*Kiemplant. Zie: *Embryo.
*Kiemproef, muskaat 210.
*Kiemproef, tabak 226.
*Kiemschijf. Zie: *Blastodiscus.
*Kiemwit, tabak 224.
Kikvors, *bloedsomloop 176.
Kikvors, *eierstok 42.
Kikvors, *infundibulum 42.
Kikvors, *larve 176.
Kikvors, worm 176.
Kip. Zie: Hoen.
Klauw, *appelbloesemkever 234, 240-242.
Klauw, vlieg 242.
*Kleine besseluis 268.
*Kleine besseluis Zie ook: *Bladluis.
*Klieren, *cerumen 6.
*Klieren, *talg 6.
*Klieren, *utero-vaginale 44.
*Klieren, *zweet 22.
Knop, aalbes 228-230.
*Koffiekever, ei 194, 198, 206-208.
*Koffiekever, excrementen 198.
*Koffiekever, *gedaanteverwisseling 196, 206-208.
*Koffiekever, haar 204.
*Koffiekever, huid 196, 204.
*Koffiekever, *kever 194, 200, 206.
*Koffiekever, *larve 194-198, 204-208.
*Koffiekever, *paring 208.
*Koffiekever, poot 204-206.
*Koffiekever, schild 196.
*Koffiekever, *voedsel 196, 204.
Koninklijke Sociëteit 34, 90, 140-142, 146, 154, 168.
Konijn, baarmoeder 52-54.
Konijn, ei 52-54.
Konijn, *eierstok 52.
Konijn, *eileider 52.
Konijn, *endeldarm 98.
Konijn, excrementen 98.
Konijn, *Graafse follikel 54.
Konijn, *ooglens 124.
Konijn, *paring 52-54.
Konijn, *spermatozoïden 54.
Kooplieden 96.
*Kop, *appelbloesemkever 236-238.
*Kop, *besserondknopmijt 274.
*Kop, *bladluis 286, 290.
*Kop, *sluipwesp 248.
Koperdraad 218.
Korenkoper 244.
*Korenmot 208.
*Kraakbeenvis, *erythrocyt 256.
Krab, arterie 148.
Krab, bloed 148-150, 168-176.
Krab, *bloedlichaampje 148, 168-170.
Krab, *bloedruimte 148.
Krab, bloedsomloop 148, 168, 172-176.
Krab, bloedvat 148-150, 168-176.
Krab, *carapax 160.
Krab, hart 150, 172.
Krab, hoornvlies 160.
Krab, huid 170.
Krab, *lacunair netwerk 150.
Krab, lid 148, 170-172, 176.
Krab, oog 152, 160.
Krab, *ooglid 160.
Krab, *pericardiale sinus 148.
Krab, poot 148, 168-176.
[pagina 323]
[p. 323]
Krab, vaten 168-170, 174-176.
Krab, vena 148.
Krab, *ventrale sinus 148.
Krab, werktuig 150.
Kreeft, ei 112.
Kreeft, hoornvlies 160.
Kreeft, oog 160.
Kreeft, *ooglid 160.
*Kreeftachtigen 94.
*Kristalkegel, oog 154.
*Kristallen, bloed 168, 174.
*Kristallen, *groei 174.
*Kristallen, *vitriool 174.
*Kristallen, Zie ook: *Zoutkristallen.
*Kristalsteel, mossel 110.
*Kristalsteel, *schelpdier 110.
Kruidlezer 196.
*Kruising, *duif 264.
*Kruising, *ezel 264.
*Kruising, *mens 264.
*Kruising, *paard 264.
*Kruising, *plant 264.
Kuit, garnaal 122.
Kuit, rog 254.
*Kwik, kwikzouten 28.

L.

*Lacunair netwerk, krab 150.
*Laminae, hoornvlies 154-156.
*Langelot, J. 42.
*Larve, *appelbloesemkever 182-186, 234.
*Larve, *besserondknopmijt 274.
*Larve, *bladluis 270, 282, 300.
*Larve, garnaal 122-124.
*Larve, *insekt 162.
*Larve, kikvors 176.
*Larve, *koffiekever 194-198, 204-208.
*Larve, *libel 162.
*Larve, *meelkevertje 194-198, 208.
*Larve, mier 268, 280, 298.
*Larve, mossel 92, 112-116.
*Larve, *rouwvlieg 188-190.
*Larve, *rijstkever 194-198, 208.
*Larve, *sluipwesp 246, 274, 296-298.
*Leibniz, G.W. 56.
*Lens. Zie: *Ooglens.
*Libel, bloedvat 160-162.
*Libel, ei 162.
*Libel, *eierstok 160-162.
*Libel, *facetoog 250.
*Libel, hoornvlies 126-128, 154-158, 164.
*Libel, ingewanden 160.
*Libel, *larve 162.
*Libel, *migratie 158.
*Libel, *ommatidia 154.
*Libel, oog 124-126, 154-158, 164.
*Libel, *ooglens 124-126.
*Libel, *predatie 158.
*Libel, *tracheeën 162.
*Libel, vaten 126, 160-162.
*Libel, werktuig 126.
*Libel, worm 162.
*Libriformvezel, muskaat 214, 218.
Lichaam, *appelbloesemkever 236.
Lid, *appelbloesemkever 240.
Lid, *bladluis 290.
Lid, hoorn 250.
Lid, poot 168-172, 176.
Lid, wiek 236.
Lid, Zie ook: Poot.
Linde, *boom 268.
*Lister, M. 310.
Longpijp, mijt 202.
Lubben. Zie: *Castreren.
Lucht 242, 276.
Lucht gemene 172.
Luchtbel 22-24.
*Luchtdruk 104-106.
Luis 206, 268, 300.
Luis Zie ook: *Bladluis.

M.

Maag, schol 94-96.
*Macropipus holsatus 150.
Made 264.
Made Zie: *Larve.
Malpighi, M. 42-44, 312.
*Marsili, A.F. 310.
*Mary (Groot Brittannië) 310.
*Meelkevertje, ei 194, 206-208.
*Meelkevertje, excrementen 198.
*Meelkevertje, *gedaanteverwisseling 196, 208.
*Meelkevertje, huid 196.
*Meelkevertje, *kever 194, 200.
*Meelkevertje, *larve 194-198, 208.
*Meelkevertje, *paring 208.
*Meelkevertje, schild 196.
*Meelkevertje, voedsel 196.
*Melige pruimluis 298-300.
Membraan, baarmoeder 54.
Membraan, *eierstok 56.
Membraan, *embryo bladluis 278, 292.
Membraan, *hartspier 76-78, 82.
Membraan, hoornvlies 154-156.
Membraan, houtpijpje 220.
Membraan, krabbepoot 148.
Membraan, mossel 102-108, 116, 132.
Membraan, *spier 72, 80.
Membraan, *spinselmot 246.
Membraan, tabakszaad 224.
Membraan, wiek 236, 248.
Membraan, *zeepok 122.
Mens, baarmoeder 62.
Mens, *bevruchting 164.
Mens, ei 50, 58.
Mens, *eierstok 50.
Mens, *eileider 60.
Mens, *erythrocyten 170.
[pagina 324]
[p. 324]
Mens, haar 6-18.
Mens, hoornvlies 154, 164.
Mens, huid 12, 202-204.
Mens, *kruising 264.
Mens, lichaam 10.
Mens, oog 126, 154, 158, 164.
Mens, *ooglens 124.
Mens, oor 6-18.
Mens, *paring 164.
Mens, *spermatozoïden 44-46, 50, 60.
Mens, tepel 56.
Mens, tong 66, 72.
Mens, *voortplanting 38-40, 164.
Mens, *vrucht 38-40, 50-52, 62.
Mensenluis 298.
Mercurius. Zie: *Kwik.
Merg, hout 22.
*Metamorfose. Zie: *Gedaanteverwisseling.
*Mezzotint 140, 146.
*Micrococcus ureae 24.
Mier 182-188, 268-270, 278-280.
Mier bloedvaten 130.
Mier ei 130, 268, 280, 298.
Mier *eierstok 130.
Mier hersenen 128.
Mier *larve 268, 280, 298.
Mier nest 280.
Mier oog 128-130.
Mier *tracheeën 130.
Mier *voedsel 280.
Mier worm 280, 298.
*Migratie, *libel 158.
*Mond, *appelbloesemkever 238.
*Mond, *mosdiertje 102.
*Mond, platvis 94.
*Mond, schol 94.
*Mosdiertjes 102, 108, 112, 116, 130-136.
*Mosdiertjes *mond 102.
*Mosdiertjes schors 112.
*Mosdiertjes *skelet 112.
*Mosdiertjes striem 110, 116.
*Mosdiertjes *tentakels 102, 116.
*Mosdiertjes *trilharen 102.
*Mosdiertjes *vat 102.
*Mosdiertjes vlies 102.
*Mosdiertjes *zoöecium 102, 112, 116, 136.
Mossel, *baard 100, 104.
Mossel, *blinde darm 110.
Mossel, bloed 100.
Mossel, *bloedvaten 100.
Mossel, *byssusdraad 104-108.
Mossel, darm 98-100, 110.
Mossel, ei 92, 98, 102-104, 108-116, 130-136.
Mossel, *eierschaal 102.
Mossel, *eierstok 96-98, 110.
Mossel, *eikapsel 112.
Mossel, excrementen 98-100, 110.
Mossel, *geslachtsklieren 100.
Mossel, hart 134.
Mossel, *kristalsteel 110.
Mossel, *larve 92, 112, 116.
Mossel, membraan 102-108, 116, 132.
Mossel, *posterior retractor 108.
Mossel, schelp 100-120, 130-136.
Mossel, *spermatozoïden 92.
Mossel, *spier 100, 108-110.
Mossel, streng 104-108, 132.
Mossel, *trilhaarepitheel 134-136.
Mossel, tong 134.
Mossel, vaten 100, 110-112, 116.
Mossel, voedsel 118.
Mossel, *voet 134-136.
Mossel, *voortplanting 92, 100, 112-114, 134.
Mossel, werktuig 108.
Mossel, zaad 92, 98.
Mosselbank 92.
Mosselvanger 90-92, 134.
Mot 108.
Mot ei 190.
Mug, oog 128.
Muis 208.
*Mummie, *bladluis 274.
Mus 156.
Muscul 66-80.
Muscul Zie: *Spier.
*Musculus genioglossus, varken 74.
*Musculus longitudinalis linguae, rund 78.
*Musculus transversus linguae, rund 68.
*Musculus transversus linguae, varken 74.
*Musgrave, R. 312.
Musgrave, W. 36, 312.
Muskaat, *aantasting 198.
Muskaat, boom 194, 212-214.
Muskaat, *boter 196, 208.
Muskaat, *diktegroei 214.
Muskaat, *drogen 196.
Muskaat, *embryo 194, 198, 210-212, 216, 222.
Muskaat, *etherische oliën 200, 212, 216.
Muskaat, groei 204, 210-214.
Muskaat, hout 212-222.
Muskaat, *houtparenchym 214, 220.
Muskaat, *houtstralen 214-218.
Muskaat, *houtvaten 212-214, 220-222.
Muskaat, *intercellulairen 214.
Muskaat, kalken 196, 210.
Muskaat, *kiemblad 210-212.
Muskaat, *kiemproef 210.
Muskaat, *libriformvezel 214, 218.
Muskaat, *myristicine 200.
Muskaat, *nerf 210-212.
Muskaat, noot 194-208, 212, 216.
Muskaat, *oleum nusticae 208.
Muskaat, romp 208.
Muskaat, schors 198, 202.
Muskaat, stam 210-216.
Muskaat, *terpenen 200.
Muskaat, uitwaseming 200-202.
Muskaat, wortel 210-218, 222.
Muskaat, zaad 222.
Muskaat, *zetmeelkorrel 218.
*Myristica fragans 212-214.
*Myristicine, muskaatnoot 200.
[pagina 325]
[p. 325]
Mijt, 194-202, 276.
Mijt, ei 196.
Mijt, longpijp 202.
Mijt, respiratie 202-204.
Mijt, voedsel 198.
Mijt, Zie ook: *Besserondknopmijt.
*Myzus cerasi 268.
*Myzus cerasi Zie: *Bladluis.

N.

Natuur, voorzichtige 56, 106, 164, 186-188, 222, 236, 250, 272, 276.
Navel, vat 40.
*Nerf, aalbes 282.
*Nerf, appelbloesem 184.
*Nerf, boom 210, 222.
*Nerf, muskaat 210-212.
*Nerf, tabak 226.
Nest, eend 246.
Nest, gans 246.
Nest, mier 280.
Nest, vogel 246.
Nest, zwaan 246.
*Netvlies 158.
*Nicotiana rustica 224.
*Nicotiana tabacum 224.
Nieuwe Kerkstoren 126.
Noot, *amandel 222.
Noot, *hazelnoot 222.
Noot, muskaat 194-208, 212, 216.
Nootmuskaat. Zie: *Muskaat.

O.

Oester, ei 116.
Oester, schelp 118.
*Oldenburg, H. 224.
*Oleum nusticae 208.
Olie. Zie: *Etherische olie.
*Ommatidia 154, 158.
Omspinsel, vlieg 262.
Once 20-24
Oog, *bladluis 282, 290-292.
Oog, *embryo bladluis 278, 292-294.
Oog, *facet 156, 160.
Oog, garnaal 160.
Oog, *gewervelden 158.
Oog, *insekt 124, 130.
Oog, krab 160.
Oog, kreeft 160.
Oog, *kristalkegel 154.
Oog, *larve garnaal 124.
Oog, *lens 124, 154-156.
Oog, *libel 124-126, 154-158, 164.
Oog, mens 126, 154, 158, 164.
Oog, mier 128.
Oog, mug 128.
Oog, *ommatidia 154, 158.
Oog, *rhabdoom 154.
Oog, *spier 158.
Oog, vlieg 128, 156-160, 282.
Oog, *zenuw 158.
Oog, *zoogdier 154, 158, 164.
Oog, Zie ook: *Facetoog, Hoornvlies.
Oogdeksel. Zie: *Ooglid.
*Ooglens, *garnaal 124.
*Ooglens, *gewervelden 158.
*Ooglens, *haas 124.
*Ooglens, *konijn 124.
*Ooglens, *larve garnaal 124.
*Ooglens, *libel 154-156.
*Ooglens, *mens 124.
*Ooglens, *paard 124.
*Ooglens, *rund 124.
*Ooglens, *vis 124.
*Ooglens, *vogel 124.
*Ooglid, krab 160.
*Ooglid, kreeft 160.
*Oöplasma 36.
Oor, *cerumenklier 6.
Oor, *gehoorgang 6-8.
Oor, haar 6-10, 18.
Oor, hardhorendheid 6.
Oor, huid 6-12, 16.
Oor, oorlepeltje 6, 12, 16.
Oor, *oorsmeer 6-12, 16-18.
Oor, *talgklier 6.
Oorlepeltje 6, 12, 16.
Oorlog 46.
*Oorsmeer 6-12, 16-18.
*Oorsmeer vat 16.
*Oost Indisch Huis 208.
*Opperhuid, tabak 224.
*Oryzaephilus mercator 194-196.
*Oryzaephilus mercator Zie: *Rijstkever.
Os 66-68, 72-76, 80-82.
Os Zie ook: *Rund.
*Ovariole, *bladluis 276-278.
*Ovarium. Zie: *Eierstok.
*Oviduct. Zie: *Eileider.

P.

*Paaitijd, rog 254.
Paard, *kruising 246.
Paard, *ooglens 124.
*Pala rumpi 208.
*Paling, bloedsomloop 176-178.
*Parasitering *bladluis 264.
*Parasitering rups 248, 264.
*Paring 50, 60.
*Paring *appelbloesemkever 234, 238-240.
*Paring *bladluis 276, 290.
*Paring hond 52-54.
*Paring *koffiekever 208.
*Paring konijn 52-54.
*Paring *meelkevertje 208.
*Paring mens 164.
[pagina 326]
[p. 326]
*Paring *rijstkever 208.
*Parthenogenese, *bladluis 270-272, 276, 286.
*Pees 72, 80, 96.
*Pees wiek 236.
*Penicillium sp. 70.
*Penis, *zeepok 120.
*Pericardiale sinus, krab 148.
Perzik, boom, 268, 272, 284, 294, 300.
Perzik, *bladkrul 268, 272.
Perzik, *groei 268.
Philosophical Transactions 40, 52, 140.
Philosophische Societeit 36.
Plaat 140.
Plaatmaker 140.
Plaatsnijder 16, 76-78, 116.
Plant, *kruising 264.
Plant, *lagere 10-12.
Plant, tabak 226-228.
Plant, zaad 12.
Plant, Zie ook: *Embryo.
Platvis 94-96.
Platvis voedsel 94-96.
Platvis Zie ook: Bot, Schar, Schol, Tarbot, Tong.
Pok. Zie: *Zeepok.
Pond (gewicht) 20-22.
Poot, *appelbloesemkever 234, 240-242.
Poot, *besserondknopmijt 274.
Poot, *bladluis 270, 280, 288-290.
Poot, bloedbeweging 174.
Poot, bloedsomloop 168-174.
Poot, *embryo bladluis 278, 294.
Poot, haar 176.
Poot, *koffiekever 204-206.
Poot, krab 148, 168-176.
Poot, lid 168-172, 176.
Poot, schors 170.
Poot, *spinselmot 244, 248.
Poot, Zie ook: Haar, Klauw, Lid.
Pop, *appelbloesemkever 182-188.
Pop, rups 262.
Pop, *spinselmot 248.
*Pophuid, *appelbloesemkever 188.
*Portumnus latipes 174.
*Posterior retractor, mossel 108.
Prentverkoper 146.
Pruim, blad 298.
Pruim, boom 284, 294, 298-300.
Puystebyter. Zie: *Libel.
Pijpje, blad 226.
Pijpje, Zie ook: Houtpijpje, *Nerf.

R.

Rabus, P. 154, 162, 254, 312.
*Raja clavata 254.
*Rankpoot, *zeepok 118-120.
*Rankpotigen 118-120.
Rariteitkamer 224.
Rat 208.
*Ray, J. 224.
*Reede van Renswoude, F.A. van 182, 234, 268, 312.
*Reede van Renswoude, G. van 312.
*Reede van Renswoude, G.F. van 312.
Respiratie, mijt 202-204.
Respiratie, Zie ook: *Ademhaling.
*Rhabdoom 154.
Rib, *zoogdier 100.
*Ribes rubrum 230.
Roede (lengtemaat) 156.
Rog, bloed 256.
Rog, *bloedsomloop 256.
Rog, bloedvat 256.
Rog, darm 254.
Rog, *dooierzak 254.
Rog, ei 254.
Rog, *eierstok 254.
Rog, *eikapsel 254.
Rog, *erythrocyten 256.
Rog, huid 256.
Rog, kuit 254.
Rog, *paaitijd 254.
Rog, *staart 256.
Rog, vin 258.
Rog, watervat 256.
Rog, *zijlijnorgaan 256.
*Roltong, *spinselmot 244.
Rombout. Zie: *Libel.
Romp 208.
Romp *bladluis 270, 280.
*Rondelet, G. 174.
*Roos 274.
*Rouwvlieg, ei 182, 188-190.
*Rouwvlieg, *gedaanteverwisseling 182-184.
*Rouwvlieg, *larve 188-190.
*Rouwvlieg, *voedsel 190.
*Rouwvlieg, *voortplanting 180-182, 190.
*Royal Society 6, 34, 66, 140-142, 146, 150.
*Rund, hart 74-76, 80-82.
*Rund, *musculus transversus linguae 68.
*Rund, *musculus longitudunalis linguae 68.
*Rund, *ooglens 124.
*Rund, tong 66-72.
*Rund, *torus linguae 68.
Rups 270.
Rups *gedaanteverwisseling 182, 248, 262-264.
Rups *groei 248.
Rups *parasitering 248, 264.
Rups *pop 262.
Rups *spinselmot 242-248.
Rups voedsel 262-264.
Rups *voortplanting 264.
Rups zijdworm 204.
Rups Zie ook: *Larve.
*Rijstkever, ei 194, 206-208.
*Rijstkever, excrementen 198.
*Rijstkever, *gedaanteverwisseling 196, 208.
*Rijstkever, huid 196.
*Rijstkever, *kever 194, 200.
*Rijstkever, larve 194-198, 208.
*Rijstkever, *paring 208.
[pagina 327]
[p. 327]
*Rijstkever, schild 196.
*Rijstkever, *voedsel 196.

S.

Salpeter 26.
Samenstremming, zout 172-174.
Santoro, S. 18, 312.
*Schaal, *zeepok 118-122.
*Schaaldier 118.
Schaap, baarmoeder 54-56.
Schaap, bloedvaten 54, 162.
Schaap, ei 56.
Schaap, *eierstok 56.
Schaap, *eileider 60.
Schaap, haar 14-16.
Schaap, hart 74-76, 82.
Schaap, *spermatozoïden 44, 60.
Schaap, *embryo 54.
Schaar, *appelbloesemkever 238.
Schar 94.
*Schelp, mossel 100-120, 130-136.
*Schelp, *schelpdier 94-98, 104, 108.
*Schelp, Zie ook: *Schaal.
*Schelpdier 148.
*Schelpdier darm 98.
*Schelpdier ei 92, 98.
*Schelpdier *eierstok 96-98.
*Schelpdier *eikapsel 98.
*Schelpdier excrementen 98.
*Schelpdier *groei 92.
*Schelpdier *kristalsteel 110.
*Schelpdier schelp 94-98, 104-108.
*Schelpdier *sipho 96.
*Schelpdier *sluitspier 96.
*Schelpdier *vaten 98.
*Schelpdier voedsel 96.
*Schelpdier *voortplanting 90-94, 100, 122.
*Schelpdier werktuig 98.
*Schelpdier zaad 92.
Schelvis, voedsel 94-96.
Schild, *appelbloesemkever 184.
Schild, *koffiekever 196.
Schild, *meelkevertje 196.
Schild, *rijstkever 196.
Schilder 140.
Schilderie 140.
Schildpad 240.
Schimmel 70, 204.
Schol, darm 94-96.
Schol, maag 94-96.
Schol, mond 94.
Schol, voedsel 94-96.
Schors, hout 14.
Schors, *mosdiertje 112.
Schors, muskaatnoot 198, 202.
Schors, poot 170.
*Schub, *bladluis 290.
*Schub, *opperhuid 12.
*Schub, *spinselmot 244, 248.
Schulpvis 90-98, 104, 110, 122.
Schulpvis Zie: Mossel, *Schelpdier, *Zeepok.
*Scott, R. 314.
Segreinleer 238.
Senuw. Zie: *Spier, *Pees.
*Seta. Zie: Haar.
*Sex-lokstof, *appelbloesemkever 240.
*Sidderrog, gemarmerde 256.
*Sinus venosus 82.
*Sipho, *bladluis 290.
*Sipho, *schelpdier 96.
*Skelet, *mosdiertje 112.
Slachter 54.
*Sluipwesp, ei 244-246.
*Sluipwesp, *facetoog 250.
*Sluipwesp, *gedaanteverwisseling 244-246.
*Sluipwesp, *groei 246.
*Sluipwesp, hoorn 248-250.
*Sluipwesp, *kop 248.
*Sluipwesp, *larve 246, 274, 298.
*Sluipwesp, voedsel 244-246.
*Sluipwesp, wiek 248.
*Sluipwesp, worm 298.
*Sluitplaat 118.
*Smith, S. 314.
Snuit, *appelbloesemkever 184-186, 238-240.
Span (lengtemaat) 272.
*Spermatozoïden, 34-60, 276.
*Spermatozoïden, *gedaanteverwisseling 44-46, 50-52.
*Spermatozoïden, *hoen 44.
*Spermatozoïden, hond 54.
*Spermatozoïden, *insekt 28.
*Spermatozoïden, konijn 54.
*Spermatozoïden, mens 44, 60.
*Spermatozoïden, mossel 92.
*Spermatozoïden, schaap 44, 60.
*Spermatozoïden, vogel 60.
*Spier 66-72, 78-84.
*Spier *beschadiging 80-82.
*Spier membraan 72, 80.
*Spier mossel 100, 108-110.
*Spier oog 158.
*Spier *sluitspier 96.
*Spier vet 72.
*Spier werking 72, 80.
*Spier *zeepok 122.
*Spierbundel 68-70, 78-80.
*Spiervezel, hart 74-84.
*Spiervezel, tong 66-80.
Spinsel, *spinselmot 242-248.
*Spinselmot, *cocon 242, 246.
*Spinselmot, ei 242, 246.
*Spinselmot, *eispiegel 242.
*Spinselmot, *gedaanteverwisseling 244, 248.
*Spinselmot, hoorn 244, 248.
*Spinselmot, *imago 248.
*Spinselmot, membraan 246.
*Spinselmot, poot 244, 248.
*Spinselmot, *pop 248.
*Spinselmot, *roltong 244.
*Spinselmot, rups 242-248.
[pagina 328]
[p. 328]
*Spinselmot, schub 244, 248.
*Spinselmot, spinsel 242-248.
*Spinselmot, voedsel 242.
*Spinselmot, werktuig 244.
*Spinselmot, wiek 244, 248.
*Spinselmot, worm 242, 246.
*Spiraalvat, hazelnoot 222.
*Spiraalvat, muskaat 218, 222.
Spijs. Zie: Voedsel.
Staart, rog 256.
Stam, muskaat 210-216.
Stam, tabak 226.
*Stekelrog 254.
*Stekelrog Zie: Rog.
*Stippelvat, muskaat 218.
*Stolling, bloed 150, 172.
*Strandkrab 148-150.
Stremming, bloed 150, 172.
Streng, mossel 104-108, 132.
Streng, Zie ook: *Byssusdraad.
Striem, houtpijpje 220.
Striem, *mosdiertje 110, 116.
*Stuart, J. 310.
*Substantia propria 164.
Swammerdam, J. 42, 58, 312.

T.

Tabak, blad 226.
Tabak, *embryo 224-228.
Tabak, *endosperm 224.
Tabak, *kiemblad 226.
Tabak, *kiemplant 226.
Tabak, *kiemproef 226.
Tabak, *kiemwit 224.
Tabak, *nerf 226.
Tabak, *opperhuid 224.
Tabak, plant 226-228.
Tabak, stam 226.
Tabak, *teelt 224.
Tabak, wortel 226.
Tabak, *wortelhaar 228.
Tabak, zaad 224-228.
Tabak, *zaadhuid 224-226.
Tak, aalbes, 228, 272, 278-286, 294-296.
Tak, appel 234, 240-242, 284.
Tak, kers 270, 294-296.
Tand, *appelbloesemkever 238.
Tarbot 94.
*Tarsen, *appelbloesemkever 242.
*Teelt, tabak 224.
Tekenaar 14, 70, 120, 210, 214, 218, 238, 242, 292.
Teling. Zie: *Generatio spontanea, *Voortplanting.
Tendo. Zie: *Chordae tendineae, *Pees, *Spier.
*Tentakel, *mosdiertje 102, 116.
Tepel, mens 56.
Tepel, *zoogdier 58.
*Terpenen, muskaatnoot 200.
*Testikel 58.
Theedrinken 18-20.
*Tinaea granella 244.
Ton(nneke). Zie: *Pop.
Tong 94.
Tong, beweging 66, 70-72.
Tong, *hoornpapil 72.
Tong, kat 66.
Tong, mens 66, 72.
Tong, mossel 134.
Tong, *rund 66-72.
Tong, *spierbundel 68-70.
Tong, *spiervezel 68-74.
Tong, *tongslijmvlies 72.
Tong, varken 72-74.
*Tongslijmvlies 72.
*Tophi, kalk 24.
Tor 184, 196.
*Torpedinidae 256.
*Torpedo marmorata 256.
*Torus linguae, rund 68.
*Tracheeën, *insekt 162.
*Tracheeën, *libel 162.
*Tracheeën, mier 130.
Trekleertje 104.
*Tribolium castaneum 194-196.
*Tribolium castaneum Zie: *Meelkevertje.
*Trilhaarepitheel, mossel 134-136.
*Trilharen, *mosdiertje 102.
*Tros, aalbes 228-230.
*Tros, *druif 228.
Tuba. Zie: *Eileider.
Tuin 154, 182, 186-188, 228, 234-236, 278-280, 286.
Tuinder 248.

U.

Uitscheiding, *oorsmeer 6-16, 18.
Uitscheiding, zweet 18-22.
Uitwaseming, muskaatnoot 200-202.
*Ulva lactuca 16.
Urine, vlies 24.
Uterus. Zie: Baarmoeder.

V.

Varken, *musculus genioglossus 74.
Varken, *musculus transversus linguae 74.
Varken, tong 72-74.
Vaten 208.
Vaten aalbes 282.
Vaten appelbloesem 184.
Vaten baarmoeder 54, 58.
Vaten blad 212, 226.
Vaten hout 212-222.
Vaten krab 168-170, 174-176.
Vaten *libel 126, 160-162.
Vaten *mosdiertje 102.
[pagina 329]
[p. 329]
Vaten mossel 100, 110-112, 116.
Vaten navel 40.
Vaten *oorsmeer 16.
Vaten ribagtige striemen 12.
Vaten *schelpdier 98.
Vaten wiek 236.
Vaten wortel 228.
Vaten *zeepok 122.
Vaten Zie ook: Bloedvaten, Houtpijpjes, *Nerf, *Tracheeën, Vena, Watervat.
Veer. Zie: *Schub.
*Velden, J. van (der) 312.
*Velden, M.E. van 262, 312.
Vena 148.
Vena hart 82.
Vena krab 170-174.
Vena *libel 162.
Vena Zie ook: Bloedvaten.
*Ventrale sinus, krab 148.
*Ventrikel 84.
Verandering. Zie: *Gedaanteverwisseling.
Vergrootglas 14-16, 52, 70, 76-78, 98, 102, 120, 124-126, 134, 140, 148, 154, 160, 184, 210, 214-216, 226-228, 236-238, 244, 248, 272, 288, 292.
*Verkolje, J. 140, 312.
Vermenigvuldiging. Zie: *Voortplanting.
*Vervelling, *bladluis 280-290, 296.
*Vervellingshuid, *bladluis 270, 280-284, 292, 296.
Verwisselen. Zie: *Vervellen.
Verzameling. Zie: *Paring.
Vet, hart 76, 82.
Vet, *spier 72.
Vin, rog 258.
Vink 156.
Vis 94, 172.
Vis *erythrocyten 256.
Vis *ooglens 124.
Vis *vlees 204.
Vis voedsel 248, 264.
Vis zout 204.
Vis Zie ook: Krab, Mossel, *Schaaldier, *Schelpdier, *Zeepok.
Visser 96, 256.
*Vitriool, kristallen 174.
*Vlees, vis 204.
*Vlees, *zoogdier 204.
Vleesdeeltje 74-84.
Vleeshal 54.
Vleesmuscul 66-80.
*Vleugel. Zie: Wiek.
Vlieg 270.
Vlieg ei 190, 264.
Vlieg *facetoog 238, 250.
Vlieg *gedaanteverwisseling 264.
Vlieg *groei 264.
Vlieg *hoornvlies 128, 158-160, 282.
Vlieg klauw 242.
Vlieg made 264.
Vlieg omspinsel 262.
Vlieg oog 128, 156-158, 282.
Vlieg voedsel 264.
Vlieg *voortplanting 262.
Vlieg zwarte vlieg 242.
Vlieg Zie ook: *Bladluis, *Insekt, *Sluipwesp.
*Vliegvermogen, hoen 84.
*Vliegvermogen, vogel 84.
Vlies, *mosdiertje 102.
Vlies, urine 24.
Vlies, zweet 24-26.
Vlies, Zie ook: Membraan.
*Vlinder 270.
Vlo 270.
*V.O.C. 194, 210.
Vocht 276.
Vocht *appelbloesemkever 188.
Vocht *bladluis 292.
*Voeding, *embryo 36, 40, 46, 56.
*Voeding, huid 14.
Voedsel, *appelbloesemkever 186, 238.
Voedsel, *bladluis 282, 290.
Voedsel, *koffiekever 196, 204.
Voedsel, *meelkevertje 196.
Voedsel, mier 280.
Voedsel, mossel 118.
Voedsel, mijt 198.
Voedsel, oester 118.
Voedsel, platvis 94-96.
Voedsel, *rouwvlieg 190.
Voedsel, rups 262-264.
Voedsel, *rijstkever 196.
Voedsel, *schelpdier 96.
Voedsel, schelvis 94-96.
Voedsel, schol 94-96.
Voedsel, *sluipwesp 244-246.
Voedsel, *spinselmot 242.
Voedsel, vis 248, 264.
Voedsel, vlieg 264.
Voedsel, *vogel 248, 264.
Voedsel, *zoogdier 248, 264.
*Voet, mossel 134, 136.
Voet (lengtemaat) 22, 92, 126, 240.
*Vogel, 182, 186-188, 246-248.
*Vogel, *corpus luteum 56.
*Vogel, dooier 228.
*Vogel, ei 56, 228, 254.
*Vogel, *eierstok 56.
*Vogel, *embryo 38.
*Vogel, *hartspierweefsel 76.
*Vogel, *infundibulum 60.
*Vogel, *jong 248.
*Vogel, nest 248.
*Vogel, *ooglens 124.
*Vogel, *predatie 158.
*Vogel, *spermatozoïden 60, 228.
*Vogel, *vliegvermogen 84.
*Vogel, voedsel 248, 264.
*Vogel, zaad 228.
Voorn 162.
*Voortplanting 34, 48-50, 58, 130, 134, 270.
*Voortplanting *appelbloesemkever 188-190, 234.
*Voortplanting *bladluis 278, 286-288.
[pagina 330]
[p. 330]
*Voortplanting *eierleggenden 50.
*Voortplanting mens 164.
*Voortplanting mossel 92, 100, 112-114, 134.
*Voortplanting *rouwvlieg 182, 190.
*Voortplanting rups 264.
*Voortplanting *schelpdier 90-94, 100, 122.
*Voortplanting vlieg 262.
*Voortplanting walvis 92.
*Voortplanting *zoogdier 164.
Voortteeling. Zie: *Voortplanting.
*Vrucht, aalbes 274.
*Vrucht, appel 284.
*Vrucht, boom 228.

W.

Walford, B. 140, 314.
Waller, R. 28, 32, 140, 146, 314.
*Walnoot, *zaadlob 210.
Walvis, *voortplanting 92.
Wasdom. Zie: *Groei.
Water 242.
Watervat, rog 256.
*Weekdier. Zie: Mossel, *Schelpdier.
Werktuig 150.
Werktuig *appelbloesemkever 238-240.
Werktuig *libel 126.
Werktuig mossel 108.
Werktuig *schelpdier 98.
Werktuig *spinselmot 244.
Werktuig *zeepok 120-122.
Wesp. Zie: *Sluipwesp.
Wiek, *appelbloesemkever 236.
Wiek, haar 236, 248.
Wiek, lid 236.
Wiek, membraan 236, 248.
Wiek, *pees 236.
Wiek, *sluipwesp 248.
Wiek, *spinselmot 244, 248.
Wiek, vaten 236.
*William (Groot Brittannië) 310.
Wol. Zie: Haar.
Wolf. Zie: *Korenmot, *Spinselmot.
Worm, *appelbloesemkever 182-190, 234.
Worm, kikvors 176.
Worm, *libel 162.
Worm, mier 280, 298.
Worm, nootmuskaat 194-198, 204-206.
Worm, *polychaete worm 94.
Worm, *sluipwesp 298.
Worm, *spinselmot 242, 246.
Worm, vlieg 264.
Worm, Zie ook: *Larve, Rups.
Wortel, haar 10-14.
Wortel, muskaat 210-216, 222.
Wortel, tabak 226.
Wortel, vaten 228.
*Wortelhaar, tabak 228.
Wotton, E. 128, 314.
*Wotton, R. 314.

X.

*Xyleem, muskaat 218.

Y.

*Yponomeuta malinellus 242.

Z.

Zaad 28, 34-36, 44, 48-50, 58.
Zaad boom 210.
Zaad hoen 44.
Zaad *insekt 28.
Zaad *lagere plant 12.
Zaad membraan 224.
Zaad mossel 92, 98.
Zaad muskaat 222.
Zaad pit 224.
Zaad *schelpdier 92.
Zaad schors 224.
Zaad tabak 224-228.
Zaad Zie ook: *Spermatozoïden.
Zaadcellen. Zie *Spermatozoïden.
*Zaadhuid, tabak 224-226.
*Zaadlob, *amandel 210.
*Zaadlob, *walnoot 210.
Zalm, *erythrocyten 256.
Zand (maat) 50, 100-102, 114, 128, 226, 270, 300.
Zand klein 100, 274.
Zand grof 52, 124, 128, 194, 224, 274.
*Zeepok, bloedvat 122.
*Zeepok, *dooierzak 122.
*Zeepok, ei 120-122.
*Zeepok, *eierstok 120.
*Zeepok, *groei 122.
*Zeepok, membraan 122.
*Zeepok, *penis 120.
*Zeepok, *rankpoot 118-120.
*Zeepok, *schaal 118-122.
*Zeepok, *sluitplaat 118.
*Zeepok, *spier 122.
*Zeepok, voedsel 118.
*Zeepok, werktuig 120-122.
*Zeepok, vaten 122.
*Zeesla 16.
*Zenuw, oog 158.
*Zetmeelkorrel, muskaat 218.
*Zoea-larve. Zie: *Larve.
*Zoöecium, *mosdiertje 102, 112, 116, 136.
*Zoogdier 146.
*Zoogdier borsten 58.
*Zoogdier ei 58.
*Zoogdier *eierstok 58.
*Zoogdier *embryo 38.
*Zoogdier *erythrocyten 170, 256.
*Zoogdier hoornvlies 154, 164.
*Zoogdier oog 154, 158, 164.
*Zoogdier rib 100.
[pagina 331]
[p. 331]
*Zoogdier tepel 58.
*Zoogdier testikel 58.
*Zoogdier vlees 204.
*Zoogdier voedsel 248, 264.
*Zoogdier zout 204.
Zout, keukenzout 174.
Zout, samenstremming 172-174.
Zout, Zie ook: *Kristal.
*Zoutkristallen, groei 26.
*Zoutkristallen, *salpeter 26.
*Zoutkristallen, *tophi 24.
*Zoutkristallen, *urine 24.
*Zoutkristallen, zweet 22-28.
*Zuylen van Nijevelt, M. van 312.
Zwaan, ei 246.
Zwaan, *jong 246.
Zwaan, nest 246.
Zwaluw 156.
*Zwarte kerseluis 268, 274, 294.
*Zwarte Zie: *Bladluis.
Zwarte Vlieg. Zie: *Rouwvlieg.
*Zwartekunst 140, 146.
Zwavel 208.
Zwavelen 206-208.
Zweer, hart 82.
Zweet, hand 18-24.
Zweet, hoeveelheid 18-22.
Zweet, *klieren 22.
Zweet, samenstelling 22-24.
Zweet, uitscheiding 18-22.
Zweet, vlies 24-26.
Zweet, zoutdelen 22-28.
*Zwemkrab 150.
Zijdworm 244.
Zijdworm rups 204.
*Zijlijnorgaan, rog 256.
voetnoot1)
Met een sterretje zijn aangeduid de woorden en namen, die niet door Leeuwenhoek zijn genoemd, doch in de aantekeningen voorkomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken