geschikt belang tegenover het politieke feit, dat zulk een besluit werd genomen zonder de aanwezigheid van China en (om deze reden) van Rusland d.w.z. de twee mogendheden die het meeste bij dit conflict waren betrokken. De amerikaanse tactiek om een regering van Formosa als een der Grote Vijf in de Veiligheidsraad te handhaven en de regering van Peking te weren is niet alleen van alle politieke werkelijkheidszin ontbloot, maar ook een provocatie ten opzichte van Rusland. De ondersteuning van deze politiek door de landen van het Atlantische Pact is geen bijdrage tot vergroting van de kansen om de Ver. Naties een bemiddelende rol in het huidige wereldconflict te laten spelen.
Vertegenwoordigers van het agressieve amerikaanse imperialisme als Generaal MacArthur, de senator John Foster Dulles, de Minister van Oorlog Louis Johnson, hebben steeds ten opzichte van Azië een pure machtspolitiek voorgestaan vrij van alle ideologische overwegingen. Men moet vrezen dat dit nu de officiële amerikaanse politiek is geworden. Deze groepen wensten ook reeds voor het huidige conflict Formosa te verdedigen en wilden ook geen vredesverdrag met Japan om de militaire bases aldaar te kunnen handhaven. Het is een politiek, die geen rekening meer houdt met het dynamische proces, dat sinds de chinese en russische revoluties van 1911 en 1917 geheel Azië heeft gerevolutioneerd en nieuwe regiems in het leven heeft geroepen, steunend op grote volksbewegingen, die niet uitsluitend beschouwd kunnen worden als pionnen van een russisch imperialisme.
Indien de huidige strijd voortduurt zal deze nauwelijks gelocaliseerd kunnen blijven en van de Ver. Staten een steeds grotere en omvangrijkere militaire krachtsinspanning eisen. Maar zulk een opdringen van de amerikaanse oorlogsmacht in het gebied van de Philippinen tot Wladiwostok zou door Rusland (en China) gemakkelijk als een directe bedreiging kunnen worden beschouwd. De repercussies in geheel Azië en ook in het Nabije Oosten en Europa kunnen