Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst. Deel 1. Alwart. Brinio (1838)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst. Deel 1. Alwart. Brinio
Afbeelding van Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst. Deel 1. Alwart. BrinioToon afbeelding van titelpagina van Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst. Deel 1. Alwart. Brinio

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.78 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.67 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

historische roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst. Deel 1. Alwart. Brinio

(1838)–Jacob van Lennep–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

V.

Vreesselijk zoowel als onverwacht was op den volgenden dag de aanval, door de Romeinsche legerbenden op het kamp der Uzipeten gedaan, die hunnen vijand nog vermoeid van zijn overhaasten tocht waanden en afgeschrikt door het verlies dat zij hem hadden toegebracht. Dan, hoezeer verrast, de Germanen werden niet door schrik bevangen: en even fel als de aanval was, zoo geducht was ook de tegenweer; terwijl bij de Uzipeten het aantal, de gewoonte om op een grond als deze te strijden, en vooral de voortreffelijkheid hunner ruiterij het gemis vergoedden aan krijgskunst en orde, hoedanigheden waardoor zich het Romeinsche leger onderscheidde. Lang bleef de kans nog onzeker, toen zich tegen het vallen van den avond de rechtervleugel der Uzipeten onverhoeds van ter zijde zag aangetast door een verschen ruiterdrom, die, uit het eiland der Batavieren aangerukt, met den

[pagina 46]
[p. 46]

onverwinnelijken Warman en den van wraakzucht schuimenden Alwart aan het hoofd, de reeds vermoeide strijders met onwederstaanbare kracht op het lijf viel en alles wat zich voordeed nedervelde of verstuiven deed. Van dat oogenblik af was de slag ten voordeele der Romeinen beslist: het was geen strijd meer: het was een bloedige moord: en van de duizenden en tienduizenden, die den Rhijn waren overgetrokken om buit en roof te gaêren, keerde naauwlijks één terug om de tijding dier vreesselijke nederlaag aan de Germanen te doen verstaan.

Weinige dagen daarna waren de Batavieren op nieuw in de heilige bosschaadje vergaderd, waar hen Alwart, toen hij met zijne gade uit de legerplaats van Cezar terugkwam, had bijeengevonden, door de taal van Gauna reeds overgehaald om den Romeinen hulp te bieden. De waarzegster was weder op haren wagen gezeten en de priesters deden op de altaren de gaven roken, die zij den Goden van Germanje toewijdden. Aan de eene zijde waren Warman, de grijze Erner en de overige krijgshoofden der Batavieren gezeten: aan de andere stond eene talrijke ruiterbende geschaard, over welke het bevel aan Alwart en anderen, die als hij in den laatsten strijd hadden uitgeblonken, was toevertrouwd. Meer achterwaarts bevonden zich de vrouwen en moeders dier krijgshaftige jongelingen, gekomen om hun het laatst vaarwel toe te roepen; - want het verbond met de Romeinen was gesloten; en eene der voorwaarden hiervan was, dat de Batavieren hunne bondgenooten met hulpbenden zouden bijstaan.

[pagina 47]
[p. 47]

De voorteekenen waren gunstig geweest, en het oogenblik, waarop die wakkere bende den ouderlijken grond zoude verlaten, was aanwezig. Nu rees Warman op en maande hen in eene treffende toespraak aan om zich, in de nieuwe loopbaan, die voor hen ontsloten werd, den Bataafschen naam waardig te gedragen. Eene algemeene toejuiching volgde zijne woorden; alleen de oude Erner schudde bedenkelijk het hoofd.

- ‘Geve de Alvader,’ zeide hij, ‘dat wij in hen, die wij thands als onze bondgenooten beschouwen, niet eenmaal onze meesters moeten eeren.’ -

- ‘Dat zal nimmer gebeuren,’ riep Gauna uit, terwijl zij in haar wagen opsteeg: ‘Hoort Batavieren! wat u de oppermachtige Goden door mijnen mond doen verstaan. Die benden, die thands en in volgende jaren den Romein met de kracht van hun arm zullen sterken, mogen in schijn hem dienen, gelijk de trouwe hond zijn meester dient; in waarheid zullen de zonen van het Zuiden zich door hunnen invloed laten besturen; en de tijd zal eenmaal komen, dat de opperheerschappij der waereld een deel zal worden van hem, wien de kinderen van het eiland met hunne gunst en bescherming verwaardigen.’ -

Hier zweeg zij: een luid gejuich begroette hare woorden: en de gewapende bende, zich op het sein van Alwart in beweging gezet hebbende, trok langzaam voorbij en nam haren weg naar het oord, waar de Romeinsche veldheer hunne aankomst verbeidde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst (5 delen)