Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst. Deel 5. De reisgenooten (1844)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst. Deel 5. De reisgenooten
Afbeelding van Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst. Deel 5. De reisgenootenToon afbeelding van titelpagina van Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst. Deel 5. De reisgenooten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

historische roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst. Deel 5. De reisgenooten

(1844)–Jacob van Lennep–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 438]
[p. 438]

Aanteekeningen.

Bladz. 4, reg. 4. Men zie b.v. menconis Chron., p. 178, 180. Winsemius, Chron. v. Vriesl., B. VI. bl. 172, 173. Ubbo emmius, Rer. Fris. Hist., Lib. XI. p. 165, 167 en moreri, in v. Croisades.

Bladz. 35, reg. 18. Men verwarre den hier genoemden Aretino niet met Guido Aretino, die twee eeuwen vroeger de muzijknoten uitdacht, noch met Pietro en de beide Franciscoos Aretino, die twee en drie eeuwen later werken schreven van geheel verschillenden aart. De hier bedoelde was in zijn tijd slechts als verhaler, en is nooit als schrijver bekend geweest.

Bladz. 38. Verhaal van broeder steven. De geschiedenis van Fulco van Bern is, op het wonderdadige na, 't welk wy gemeend hebhen, als de kleur der tijden kenschetsende, er by te mogen verdichten, schier woordelijk overgenomen uit de oude legende, gelijk zy onder anderen voorkomt in de Historie van 't Utrechtsche Bisdom, door van heusden en van rijn, Deel III, bl. 35 en volg.

Bladz. 62, reg. 1. staat: Fulco, lees: Eelco.

Aid. Verhaal van eelco hermana. Men vindt het hier vertelde Mirakel te boek gesteld by schotanus, Vriesche Historiën, B. IV. bl. 107. Oudheden en Gestichten van Groningen, bl. 456-458.

[pagina 439]
[p. 439]

Bladz. 64, reg. 27. Het sprookjen van de monniken van Adewert, die hun kappen aan de zonnestralen ophingen, staat vermeld in de Oudheden van Groningen, bl. 220, 221.

Bladz. 102, reg. 23. De blieout was een kort gewaad, dat over het hemd geslagen werd. Sindaal is dundoek.

Bladz. 134, reg. 2. De Sorcoet was een overkleed, dat laag afhing, doorgaands met bont gevoerd was en boven het harnas gedragen werd.

Bladz. 160, reg. 24. De Breê-Hel was te dier tijde (even als de Bornisse) een breed water, dat dwars door het land van Voorne (het oude Vernouts-ee) heen stroomde en welks naam nog in den Briel gelijk in Helvoet is bewaard gebleven.

Bladz. 207. Verhaal van jonker jan van arkel. De ontmoeting van den Jonker met den kleinen marskramer, dien hy naderhand in Genua als een vermogenden handelaar terugvond, is te lezen in de Analecta van matthaeus, Tom. V, de Vit. et Reb. gest. Domin. de Arkel.

Bladz. 251. Verhaal van koen van emmerik. Het verpanden door Koning Willem van het rijk, de stad en het gebied van Nijmegen, die tot dien tijd geen Heer dan het Opperhoofd des Rijks erkend hadden, aan Graaf Otto van Gelder, voor zestienduizend mark zilvers, is overeenkomstig de geschiedenis. Zie den pandbrief by van mieris, Charterboek van Holland, D.I. bl. 249 en bij bondam, Charterb. van Gelderland, D.I. bl. 467.

Bladz. 252, reg. 6. Daar de streken, welke de tegenwoordige Provincie Gelderland uitmaken, weinige vruchtboomen opleverden, werd de fruit voor den Grafelijken disch bezorgd door den Ontfanger te Lobith of Lobede, die ze waarschijnlijk uit Duitschland of uit het overkwartier bekwam. Zie nijhoff, Gedenkwaardigheden uit de Geschiedenis van Gelderland, Deel I, Inleid. xviii.

[pagina 440]
[p. 440]

Bladz. 255, reg. 3. De leisting (pactum obstagii) was een byzondere, thands gewis vreemdklinkende wijze, om aan schuldeischers waarborg te verschaffen ten opzichte der betaling van het hun toekomende. De hoofdschuldenaar of zijn borgen verbonden zich namelijk om, wanneer aan de gemaakte overeenkomst niet voldaan werd, na de eerste aanmaning tot betaling, zich in leisting te begeven, dat is, binnen een bepaalde stad ter keuze van den schuldeischer in een betamelijke herberg hun intrek te nemen, en daar op eigen kosten goede verteering te maken, totdat de betaling zoude gevolgd zijn. Zoo verbonden zich, den 20 December 1294, met Jan van Herwen, die de tollen te Zuilichem, Driel en Malsem van den Graaf van Gelre in pacht genomen had, de schepenen van Nijmegen, nevens burgers van die stad en van Roermonde, om voor de zekerheid der pachtpenningen in leisting te komen: en den 2 November 1295, beloofden ten behoeve van denzelfden Graaf, Zweder van Voorst, nevens een aantal andere ridders en knapen, in leisting te Arnhem, byaldien de Bisschop van Utrecht in gebreke bleef, zekere schuld ten bepaalden tijde aan den Graaf te voldoen. Zie wijders hierover nijhoff, Gedenkw. Inleiding, bl. cxx en volgg., waar onderscheidene voorbeelden ook van Koningen en Vorsten worden aangehaald, die de verplichting om in leisting te komen op zich genomen hebben.

Bladz. 256, reg. 2. Ofschoon het sommigen vreemd zal voorkomen, dat op het laatst der twaalfde eeuw de suiker reeds hier te lande bekend was, vind ik die echter by nijhoff, ter meergemelde plaatse, bl. xxiii, onder de toen ingevoerde handelsartikelen reeds vermeld.

Bladz. 277, reg. 23. In het oudste der Handvesten van Rijnland, ten jare 1253 door Koning Willem verstrekt, en opgenomen in de verzameling dier Privilegiën, gelijk

[pagina 441]
[p. 441]

ook by van leeuwen, Batavia Illustrata, bl. 154, vindt men van deze werken aan het Spaarne gewach gemaakt.

Bladz. 289, reg. 20. Deze Pelgrim was de kleinzoon van den Heer van ter Leede, wiens boze handelingen in mijn Legende, Het Huis ter Leede betiteld, vermeld staan. Men raadplege ook de aanteekeningen op dat gedicht.

Bladz. 308, reg. 1. De betrekkingen van den Baljuw des Graven, tegen over een Dijk- of Polderbestuur, werden naderhand aan een Dijkgraaf opgedragen.

Bladz. 333. Verhaal van machiel van goor. De geschiedenis der rebellie van den Graaf van Goor tegen den Bisschop vinden wy vermeld by beka, p. 80, heda, p. 207, 210, en in de Overijss. Chron., bl. 232, in dumbabs Analect, T. II. Wie overigens meer licht verlangt omtrent het hier vermelde aangaande de Markebesturen in Overijssel, leze het doorwrochte vertoog van den Heer Mr. b.w.a.e. sloet tot oldhuis, over het oude regt en huishoudelijk Bestuur der Marke Woolde in Twente, voorkomende in den Overijsselschen Almanak van 1838.

Bladz. 377. Verhaal van geeraert de roode. De byzonderheden van den bloedigen strijd op Walcheren, welke hier voorkomen, zijn byna letterlijk uit de verhalen der geschiedschrijvers overgenomen, en de zonderlinge redding van Geeraert uit het door den bliksem getroffen schip in een bootjen zonder stuur noch riemen, is op de Zuiderzee eenen ter Schellinger visscher te beurt gevallen, uit wiens mond ik het verhaal heb opgeteekend.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Onze voorouders in verschillende taferelen geschetst (5 delen)