Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Poëtische werken. Deel 8. Treur- en blijspelen. Deel 1 (1861)

Informatie terzijde

Titelpagina van Poëtische werken. Deel 8. Treur- en blijspelen. Deel 1
Afbeelding van Poëtische werken. Deel 8. Treur- en blijspelen. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Poëtische werken. Deel 8. Treur- en blijspelen. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.43 MB)

Scans (4.24 MB)

ebook (3.15 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

blijspel / komedie
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Poëtische werken. Deel 8. Treur- en blijspelen. Deel 1

(1861)–Jacob van Lennep–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 318]
[p. 318]

Overzicht van het dorp aan de grenzen.

Toen ik in het voorbericht voor den eersten druk het gunstig onthaal, dat het Dorp aan de Grenzen genoten had, voornamelijk toeschreef aan oorzaken, onafhankelijk van de verdiensten van het stuk zelf, was die betuiging niet louter een gevolg van die nederigheid, welke een jeugdig schrijver behoort te bezitten of althands voor te wenden; maar werd zy tevens geboden door de onzekerheid, waarin ik nog verkeerde, of mijn lettervrucht ook by de lezing gelijk by de vertooning bevallen zoû. Intusschen, dit was werkelijk het geval: het stuk werd populair; niet alleen door alle tooneelgezelschappen van ons vaderland, maar ook op de geïmprovizeerde theäters, in kampen en garnizoensplaatsen, waar jeugdige Tamboers de soubrettes en Korporaals met snorbaarden de pères nobles speelden, werd het opgevoerd: sommige koepletten waren in ieders mond: en ik genoot zelf de voldoening, van de nederlaag van d'Eglantiers en zijn bende, op den hoek der Botermarkt in een ouderwetsche poppenkas voorgesteld, als aanschouwer toe te juichen.

Ik mag, zonder van eigenwaan beschuldigd te worden, en zonder iets af te dingen van de beide oorzaken van

[pagina 319]
[p. 319]

succes, door my in het voorbericht opgegeven, thands tot de gevolgtrekking komen, dat mijn arbeid zelf eenige verdiensten bezat; en ik wil er tevens by onderzoeken, waarin die verdiensten bestonden. Die beschouwing kan haar nuttige zijde hebben.

Vooreerst, ik roerde snaren aan, die by het Nederlandsche volk weêrklank vonden: ik verhief in een tijd, die over 't geheel alles behalve roemrijk was, toch datgene wat werkelijk lof- en eerbiedwaardig kon genoemd worden: ik deed aan mijn landgenooten gevoelen, dat zy nog niet zoo diep gezonken waren als men in het overige Europa wel geloofde: en ik verdiende hun dank, om dat ik, even als Varro, niet aan 't behoud van 't Gemeenebest gewanhoopt had.

Ten tweede kwam ik de eerste. Dit is altijd op zich zelve een verdienste. Wie later komt moge beter doen, hy zal zelden zoo goed slagen als zijn voorganger. Dit leert de ondervinding, dit de Geschiedenis der Letterkunde, zoo wel als de Algemeene Geschiedenis. Wie 't eerst zich vertoont, heeft vóór zich hetgeen de Franschen noemen l'à-propos du moment: en wie dit voorby laat gaan, verspilt doorgaands zijn tijd en zijn talent.

Maar bovendien, in de derde plaats, het stuk bezat iets, dat in de toenmalige stukken over 't algemeen niet gevonden werd, t.w. een lossen en vrolijken dialoog, geheel afwijkende van den onnatuurlijken schoolmeesters-stijl, waarin de meeste prozastukken van die dagen geschreven werden; daarby koepletten, doorgaands vrij goed berijmd, en waarvan de toepassing of de punt door ieder gevoeld en begrepen werd, kluchtige toestanden en gekke zetten, die aan lezer of toeschouwer onwillekeurig een lach afpresten, en waarvan sommige het my nu by 't herlezen nog gedaan hebben.

[pagina 320]
[p. 320]

Er lag Hollandsche luim in en Hollandsche vrolijkheid: beide natuurlijk en ongezocht, beide de kritiek ontwapenende, wanneer deze haar bril opzette om naar kunstwaarde te zoeken.

En toch die kritiek, zoo zy had willen vitten, had er stof genoeg toe gevonden. Zy had, en met het volste recht, kunnen aanmerken, dat de bewoners der Noordbrabantsche grensdorpen in 1830 over 't algemeen lang zoo koningsgezind en den Belgen lang zoo vyandig niet waren als ik ze hier voorstelde, en dat men onder hen duizend Michiels tegen éénen Nikolaas zoû hebben aangetroffen: - dat Maria spreekt, en handelt niet als een meid uit een dorpsherberg, maar als een jonge juffrouw, die jaren lang op een kostschool het onderricht van de geraffineerdste ondermamsel met vrucht heeft genoten: - dat d'Eglantiers en zijn volgers geen karikaturen maar charges zijn, en dat eindelijk het stuk wemelt van onwaarschijnlijkheden. Maar zy maakte al die aanmerkingen niet, om dat de kritikus mede gelachen, en mede pret had gehad.

Zoo ik dan ook de elementen van succes, in het Dorp aan de Grenzen aanwezig, hier heb aangewezen, is het geenszins uit eenige zucht tot zelfverheffing, maar om, (als ik reeds zeide,) nuttig te zijn, en wel bepaaldelijk aan jeugdige Schrijvers. Waar het de samenstelling geldt van werken, die een duurzame, blijvende waarde bezitten moeten, worden, gelijk van zelf spreekt, belangrijker vereischten gevorderd, dan by het schrijven van een gelegenheidsstukjen, waarby alleen rekening mag gemaakt worden op de toejuiching van het oogenblik. Maar wie zich geroepen of gedrongen vindt, tot dit laatste zijn tijd en zijn krachten te besteeden, hy lette, zoo hy slagen wil, op het vervullen der drie straks

[pagina 321]
[p. 321]

door my aangeduide voorwaarden: hy zorge, de eerste te zijn: hy zorge, de snaar aan te roeren, die op dat oogenblik in de gemoederen van zijn Publiek het levendigste trilt: en hy schrijve wat zijn natuurlijk gevoel hem ingeeft. Verzuimt hy een van drieën, hy zal het zich zelven te wijten hebben, zoo hy geen voldoening heeft van zijn arbeid.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken