XI
Artsen zijn ook intellectuelen
Ik beschik over informatie dat toen de C.L.O. bekend had gemaakt dat leerlingen met een gezondheidsverklaring op school moesten verschijnen om tot dit instituut toegelaten te kunnen worden, bepaalde artsen zich sociaal hebben gedragen.
Zij hebben de moeders uitgelegd dat de eis niet afkomstig was van het Ministerie van Onderwijs en dus niet officieel was en ze stuurden moeders en leerlingen met een gerustgesteld hart naar huis. In de gevallen waarbij leerlingen van hogere klassen bleven aandringen om een gezondheidsverklaring i.v.m. te maken S.O.'s, verschaften zij deze als een soort placebo gratis. In de buurten waar deze artsen werken ging het nieuws van mond tot mond en binnen een dag was iedereen gerustgesteld.
Maar er blijken tijdens de C.L.O. (F.O.L.S.) - acties ook artsen geweest te zijn die misbruik hebben gemaakt van de on- (slecht) geletterdheid van hun patiënten en die zich hebben gedragen als taxichauffeurs die hun tarieven juist verhogen als er geen bus rijdt. Deze artsen hebben gemeend een financieel slaatje te moeten slaan uit deze vakbondsacties.
Tijdens de acties van de artsen om hogere inkomsten was een groot deel van de S.Z.F.-patiënten verplicht solidair met hen. Menig arm gezin heeft toen diep in z'n zak moeten tasten om niet dood te gaan. Ik stel voor dat de Vereniging van Medici corrigerend optreedt in deze en een sociaal gebaar maakt naar de ouders van leerlingen toe.
De Vereniging zou in de dagbladen advertenties kunnen plaatsen en laten omroepen dat iedereen die tijdens de C.L.O.-acties heeft moeten betalen voor een gezondheidsverklaring terug kan gaan naar zijn of haar arts om het geld terug te halen. Het initiatief zou ook individueel van deze artsen kunnen uitgaan, dan zijn zij ook solidair geweest, net als de marktverkopers die zelf het vuil hebben opgeruimd tijdens de acties en hun collega's die ik in de eerste twee alinea's beschreef. Maar in laatste instantie heeft de Vereniging van Medici toch een corrigerende plicht in deze.
Eerder als ingezonden stuk verschenen in ‘de Ware Tijd’ van 19 maart 1993.
De aanhef en ondertekening zijn hier weggelaten.