..., want nooit wordt alles gezegd(2009)–Alphons Levens– Auteursrechtelijk beschermdGedichten voor wie niet voor niets zintuigen en hersenen heeft Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] De recensente* Zij begon haar beoordeling heel positief doch daarvóór... had ze in een hoekje voor haar eigen bestaansrecht, weet u wel, - och doe toch niet zo negatief - ook wel voor het evenwicht, dus, alvast driemaal opgeschreven het voegwoordje ‘maar...’ Maar wat is dat nou?! De naam van de dichter spelt ze fout en in haar eerste zin citeert ze de eerste zin van achterop het boekje ook fout Ik herhaal, haar recensie begon heel positief maar - ook weer ‘maar’ -, waarom licht zij opeens uit het gedicht ‘Haïti’ slechts die vijf slotregels als bewijs dat het gedicht - vier strofen lang - geen poëtische meerwaarde heeft? Zijn onderwerpen uit 1991 en '92 uit de actualiteit?! Dat kan, maar... daarvoor bestaan nog steeds gelukkig ook de historicus, schrijver en journalist; de cineast, archivaris en museoloog; de socioloog, filosoof, analyst,... En heeft de recensente wel het hele boekje geconcentreerd doorgelezen? Zij bespreekt gedicht 21, dan 8, vervolgens 10 en weer terug: nummer 6. Toch had ze zevenenzeventig geteld [pagina 61] [p. 61] Ik blijf erbij, haar recensie begon heel positief maar, - driewerf ‘maar’ - wat was dat n[o]u over de eeuwigheidswaarde van gedichten als slechts God voor de gelovigen en de Tijd voor sommige wetenschappers eeuwig zijn? Wie lezen nog de tweeduizend gedichten in de Nederlandse bloemlezing van Gerrit Komrij als eens de zon en dus ook het licht en het leven hun ‘eeuwigheidswaarde’ kwijt zijn? Ach, vergeet u dit ‘gedicht’ maar, het was slechts actueel en zoals alles, behalve dan God of de Tijd, beslist niet eeuwigheidswaardig. 7 april 1996 N.a.v. de recensie van Els Moor: ‘Mogelijk, 77 gedichten met een boodschap van Alfons Levens’ in De Ware Tijd-Literair van 6 april 1996. Vorige Volgende