Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het vaderlandsch gevoel (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het vaderlandsch gevoel
Afbeelding van Het vaderlandsch gevoelToon afbeelding van titelpagina van Het vaderlandsch gevoel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.35 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het vaderlandsch gevoel

(1978)–S.H. Levie–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vergeten negentiende-eeuwse schilderijen over onze geschiedenis


Vorige Volgende
[pagina 81]
[p. 81]

1559
13 C. Kruseman 1797-1857
‘Vertrek van Philips den II uit de Nederlanden’

Doek, 270 × 200 cm

Gesigneerd en gedateerd: C. Kruseman f 1832

Tentoonstellingen: 's-Gravenhage 1833, nr. 162, ‘Vertrek van Philips den 11 uit de Nederlanden’ (met toelichting); Amsterdam 1834, nr. 246, aan de titel toegevoegd: ‘den Prins van Oranje te kennen gevende, dat hij zijne bedoelingen tegen hem doorzag’; Rotterdam 1836, nr. 70, met titel als in 1833

Amsterdam, Rijksmuseum, in bruikleen aan Dienst verspreide rijkskollekties, 's-Gravenhage


illustratie

[pagina 82]
[p. 82]

Volgens de catalogus van de tentoonstelling in Den Haag, waar dit schilderij voor het eerst te zien was, betreft de hier uitgebeelde gebeurtenis een woedeaanval van de Spaanse koning Philips ii naar de jonge Willem van Oranje. Na een inspectiereis door Zuid-Nederland, afgesloten met een vergadering in Gent, scheepte de koning zich in Vlissingen in, om vandaar weer Spanje te bereiken. Hij werd uitgeleide gedaan door de hoge adel, waaronder de prins. Op dat moment zou er iets zijn voorgevallen, dat door Schiller in zijn Geschichte des Abfalls der Vereinigte Niederlände breed wordt uitgemeten: Philips luchtte zijn opgekropte woede over het verzet van de adel, door Willem hierover de bitterste verwijten te maken, waarop de prins zich verdedigde met de opmerking, dat alles van de Staten uitging en dat deze oppositie rechtmatig was. Waarop Philips hem woedend bij de hand pakte-sommigen spreken hier van ‘de borst’ wat een dooreenschudden suggereert - en hem toebeet: ‘No, no los estados, ma vos! vos! vos!’ (Nee, niet de Staten, maar gij! gij! gij!).

De catalogus beroept zich op deze visie van Schiller, die op zijn beurt ongetwijfeld bij Louis Aubéry's Mémoires te raden is gegaan, de enige oudere bron waar het verhaal voorkomt, maar een verre van betrouwbare: het doel van Aubéry, die een en ander in 1680 schrijft, blijkt de geschiedschrijving van de verdeeldheid en het onvermijdelijke verval van de Republiek te zijn. Deze verschijnselen kunnen in zijn visie niet vroeg genoeg inzetten. Bij Schiller ligt het anders; het vrijheidsideaal kan zich voor hem niet vroeg genoeg manifesteren.

Al in het geschiedwerk van Arend (1851) wordt de zaak rechtgetrokken. De allesbehalve monarchistische schrijver wijst vanaf blz. 73 op de keurige volgzaamheid van prins Willem, zijn katholieke geloof, zijn toegewijde brieven aan de koning. Bij het bewuste vertrek ontving de adel aanmerkelijke ‘gratificatiën’ (giften). Arend relativeert ook Philips' ‘onbegrensde heerschzucht, bloeddorstigheid en dweeperij’ waarvan de toelichting op het schilderij rept. In een brief aan Granvelle had de koning zojuist de wens uitgesproken de Spaanse troepen terug te trekken. Zijn bedoelingen met de Nederlanden waren in deze fase nog ‘welgemeend en opregt’, aldus Arend, die dan ook het verhaal van Aubéry, dat naast Schiller ook nog Bilderdijk bevrucht heeft, naar het rijk der fabelen verwijst.

Al in de inleiding van deze catalogus is geopperd, dat een onderwerp als dit, met de jonge voorvechter der calvinisten Oranje in de hoofdrol, in het vuur van de anti-roomse gevoelens na de Belgische ‘beroerten’ goed zou moeten vallen. Dat het niet vaker ter hand is genomen, zal te verklaren zijn uit het twijfelachtige allooi van de bronnen, en misschien uit de kritiek die op de onderwerpskeuze van Kruseman is geleverd. De recensent van De Muzen opent het vuur. Naar aanleiding van de tentoonstelling van 1834 in Amsterdam levert hij in de karakteristieke gesprek-op-een-tentoonstelling-vorm staaltjes van ongezoute kunstkritiek. ‘Ik geloof, dat men regt heeft den kunstenaar te vragen: Waarom hebt gij juist dat ogenblik, juist die dag gekozen?’ is zijn uitgangspunt bij het beoordelen van het schilderij van Kruseman. De keuze blijkt fout: Willem van Oranje had in een ‘roemrijker oogenblik van zijn leven’ moeten worden voorgesteld.

Andere bezwaren blijken uit het volgende: ‘Noch de schitterende kleuren, noch het zeldzame, Willem in zijne jeugd te ontmoeten, noch de reminicencen der Venetiaanse school overwonnen het pijnlijk gevoel, dat de woorden van het libretto [de titel] bij mij opwekten.’ De recensent doelt op het ‘doorzien’ van Willems bedoelingen, en heeft daar moeite mee. Als het verwijt van Philips ongegrond was, is het afgebeelde moment de moeite niet waard. Maar zou de schilder werkelijk gedacht hebben dat het verwijt enige grond had? ‘[...] maar neen, dit kan de schilder niet gemeend, niet bedoeld hebben.’

Het is hier duidelijk twijfel aan het gehalte van de bron, die het schilderij in de ogen van deze auteur onmogelijk maakt. Er is overigens een brief bekend van Jacob de Vos Wz. (de vader van de galerij-maecenas) aan de schrijver van dit artikel, waarin hij deze op het nutteloze van zijn pogingen wijst: Kruseman is te eigenzinnig. Ook De Vos had de ‘ligtgeraakte’ schilder op het ‘min verkieslijke’ van het onderwerp gewezen, ‘doch hij wist mij, op zijne wijze, alle gemaakte bedenkingen op te lossen [...]’

Naast deze kritiek op het onderwerp is er nog de gebruikelijke formele kritiek. Blijft deze in De Muzen beperkt tot de weergave van de karakters, de Nieuwe Amsterdamsche Courant maakt er op gezag van ‘kunstkenners, voor welker kennis en onpartijdigheid wij durven instaan’, meer werk van: ‘In de eerste plaats

[pagina 83]
[p. 83]

merkt men aan, dat de Schilderij voor het aantal figuren te klein, of dat het aantal figuren voor de schilderij te groot is [...], dat Prins Willem, het hoofd-sujet des tafereels, niet en face maar geheel en profil voorgesteld zijnde, bijkans door niemand voor dien aan elk zoo wel bekenden Vorst erkend wordt [...]’ Kruseman had dus de oude frontale portretten niet tot een ‘nieuwe’, verrassende Willem-en-profil mogen omsmelten, iets wat hij met veel durf gedaan heeft. Hetzelfde stuk heeft echter alle lof voor de briljante manier van schilderen. Ondanks alle kritiek werd het schilderij na onderhandelingen sinds 1833 ten slotte in maart 1840 door het Rijk aangekocht.

Literatuur i.v.m. het onderwerp

Louis Aubéry du Maurier, Mémoires pour servir á l'histoire de Hollande [...], Paris 1680, i, blz. 9
Arend, 11, 14, blz. 88-89

Literatuur i.v.m. het schilderij

Nieuwe Amsterdamsche Courant en Algemeen Handelsblad, nr. 905, vrijdag 26 september 1834
‘Wenken en gevoelens over de jongste tentoonstelling van schilderijen te Amsterdam, 1834’ in De Muzen, 1834-'35, blz. 175 e.v.
Brief van Jacob de Vos Wz. ‘Aan den schrijver der Wenken en gevoelens [...]’, 3 november 1834, Universiteitsbibliotheek, Amsterdam
De Beeldende Kunsten, 1840, blz. 184
[C.J. Gonnet], Beschrijving der schilderijen in 's Rijks verzamelingen van kunstwerken van moderne meesters in het Paviljoen Welgelegen te Haarlem, 's-Gravenhage 1880, nr. 62
J. Knoef, Van Romantiek tot Realisme, Den Haag 1947, blz. 26 e.v.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken