Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Anansi. De spin weeft zich een web om de wereld (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Anansi. De spin weeft zich een web om de wereld
Afbeelding van Anansi. De spin weeft zich een web om de wereldToon afbeelding van titelpagina van Anansi. De spin weeft zich een web om de wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.19 MB)

Scans (157.14 MB)

ebook (14.89 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

sprookje(s)
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Anansi. De spin weeft zich een web om de wereld

(1984)–Noni Lichtveld–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 18]
[p. 18]

Hoe Anansi de slang bond aan palen en zijn naam gaf aan verhalen

Er-tin tin-tin... in het allereerste begin... de grote koning Kownoe was de machtigste heerser van Afrika.

Alle dieren kregen een rang en een opdracht, iedereen kreeg een betrekking in wat hij het allerbeste kon.

Vriend Hond was Adjudant van Stadsbewakingsdienst geworden, Sekrepatoe Schildpad werd Opzichter bij Bosbeheer, en Aap Kes'kesi moest zich dag en nacht gereedhouden, teneinde de koning te vermaken met acrobatiek en malle apesmoelen. Oude Heer Ezel was Minister van Transport geworden en Tijger met zijn grote klauwen werd Minister van Macht en Kracht. Zo werden alle posten in het land verdeeld en iedereen zei dat Kownoe dat prachtig geregeld had.

Behalve Anansi, die aangesteld was als Inspecteur Binnenland van Kleinschalige Kabelwerken. Dat mocht misschien mooi klinken, B'Anansi vond het maar een miezerige regeling. Dus ging hij naar de koning en vertelde dat hij niet tevreden was.

‘Wat had jij dan gedacht, B'Anansi? Waar denk je dat jij geschikt voor bent?’ vroeg Kownoe aan de spin.

‘Heer Koning,’ zei Anansi met een serieus gezicht, ‘altijd zijn er verhalen verteld, die te maken hebben met Anansi. Zolang als alle draden van alle spinnen bij elkaar geweven zijn, zolang zijn de verhalen van mij en mijn familie in alle tijden. Ben ik niet de grootste Verhaalkundige van het land, Mijnheer Koning? Laat mij Minister van Vertelkunst worden, en laat alle verhalen de naam dragen van... Anansi!’

‘Dat is een grote gunst die je van mij verlangt, B'Anansi,’ zei de koning met een fijn-fijn lachje. ‘Daar moet je heel verdienstelijk voor zijn. Als je een opdracht kunt vervullen die ik voor je heb...’

‘Wat Koning wenst, dat kan Anansi...’

‘Jij kleine, zwakke spin? Verhalenman ben je, dat weet een kind, maar zijn jouw praatjes allemaal waar? Kun jij de slang voor mij vangen, die niet bij mij wil komen in mijn paleis?’

‘De slang zal ik je brengen, Grote Koning! Want al lijken mijn poten zwak en dun, mijn spinnekop zit vol met slimmigheid!’

Zo ging B'Anansi naar het bos waar hij wist dat de slang woonde, al wist hij niet precies waar. Heel lang liep hij rond te roepen: ‘Hela, hola slangetje-lief! Kom tevoorschijn! Laat je kijken!’ Maar hoe hij ook speurde onder de struiken of hoog in de bomen - de slang liet zich niet zien.

Toen bouwde hij een huisje van bamboestokken, hing zijn hangmat erin, en als een oude Indiaan zat hij te wachten tot het dag werd.

Tenslotte werd Anansi boos: ‘Slang kom op, met je zure kop!’ riep hij woedend. Daar schoot Slang ineens tevoorschijn achter zijn rug, zodat hij van schrik in de lucht sprong als een tol met acht poten. ‘Hoe gaat het, broeder Anansi,’ zei Slang beleefd. ‘Ik had jou wel verwacht. Ik dacht: wie zal de koning sturen, nu ik geweigerd heb naar zijn paleis te komen?’ (Waaruit meteen al blijkt dat Slang geen domme dame was.) ‘Zeker komt er iemand die bijna zo slim is als ik...’ En Zuster Slang begon zo uitbundig te kronkelen om Anansi heen, dat die helemaal niet meer wist welke poot hij veilig aan de grond kon houden.

‘Lieve Slang,’ zei hij zoetsappig, ‘de Grote Koning heeft mij afgevaardigd om je te begeleiden naar het paleis... Hij heeft een Eervolle Benoeming voor je in bedoeling...’

Sisa Sneki, die uitgekookte slang, had

[pagina 19]
[p. 19]

natuurlijk haar bezwaar. ‘Ssst-ssi, B'Anansi? Wat ben je komen doen? Benoeming van Koning heb ik niet nodig, paleis-visite heb ik ook niet nodig. Ik leef hier in het bos precies zoals ik wil: ik kronkel mijn kronkel zoals ik gaan wil, ik eet mijn prooi zoals ik die vangen wil. Ik hoef geen Minister te worden van Macht en Kracht zoals Ba Tigri, want kracht heb ik genoeg in mijn eigen lijf en macht genoeg in mijn eigen bos.’

‘Dat is ook niet de Koninklijke Bedoeling,’ zei Anansi deftig. ‘De koning wil jou tot Kampioen uitroepen. Hij heeft de Wereldcup voor jou in zijn paleis, als Wereldkampioen van Langste Lichaamslengte.’

‘Sssààng...’ siste Zuster Slang zichtbaar verbijsterd, en haar tongetje vloog als een razend draadje in-en-uit haar bek, want plotseling wist ze niet meer wat ze zeggen moest.

‘Luister hier,’ ging Anansi verder, ‘misschien moet ik naar de rivier gaan, om jouw groottante Watraboma uit te nodigen voor die eer. Als ik je goed bekijk - stop eventjes met kronkelen! - dan ben je toch niet zo verschrikkelijk lang als Kownoe je gedacht heeft.’



illustratie

‘Welnee B'Anansi, kijk maar hier, mijn langste lengte. Mijn hoofd is meer dan twintig stappen van mijn staartpunt als ik wil.’ En haastig begon Sneki zich uit te rekken. ‘Ik houd me stil, dan kun je langs me meten.’

Anansi trok zijn stokkenhuisje uit elkaar en begon een bamboepaal in de grond te steken, en meteen maakte hij een stevige draad, waarmee hij Sneki's hals tegen de stok bond. ‘Rekje, rekje, S'sa Sneki!’ riep hij, en liep een heel eind weg om weer een stok in de grond te steken. Daar bond hij met veel wikkeling van draad haar hartstreek aan vast.

[pagina 20]
[p. 20]

‘Rekje, rekje-Zuster Sneki!’ en daar stak hij een stuk verder weer een stok, daar ceintuurde hij met stevig knopenwerk haar ribbenkast aan vast. ‘Rekje, rekje, Sneki-liefje!’ En hij bond haar middenrif vast aan een naburig boompje. En elke keer rekte Sneki zich tot het uiterste en B'Anansi prikte een stok, draaide zijn draad om haar onderlijf, en weer een stok en daarna enzovoort, enzovoort.



illustratie

Tenslotte hoorde ze B'Anansi in de verte: ‘Nog één centimeter, Zuster Slang. Nog één klein millimetertje! Nog één haartje dikte van een micro-millimetertje!’ En hij bond het puntje-puntje van haar staart aan de allerlaatste stok vast. Daar lag Slang dan, zo stevig in een rechte lijn verankerd, of ze een lange lange rioolpijp was met zeven tonnen grond erop.

‘Hoe moet dat nu, Anansi?’ vroeg Slang benauwd, ‘hoe moet ik nu naar Koning toe, zo vastgeprikt?’

‘Geen nood, lieve vriendin!’ En opgewekt trok B'Anansi alle stokken uit de grond en bracht de hele bundel naar het paleis, met Sneki opgerold ertussen.

Toen Koning die tuinslangvormige ijdeltuit zo zag, barstte hij uit in een geweldig lachen en ook zijn vrienden Hond en Stekelvarken, en Aap en Papegaai en heel de rest... Zo druk hadden ze het met schateren en dijenkletsen en tranen afvegen van hun gezicht, dat het een tijdje duurde voordat Sneki werd losgemaakt. Waarna die stilletjes moet weggekropen zijn, want over Wereldcup heeft niemand meer vernomen. Wel deed de koning, wat hij Anansi had beloofd en zo is tot vandaag Anansi's naam verbonden met zíj́n soort verhalen.

Veel dingen zijn er na die tijd gebeurd: rampen waar iedereen ziek en verdrietig van werd; er kwamen hongersnoden in Afrika en mensenjagers, die een dorpsbewoner beschouwden als een stuk vee, dat voor ze werken kon aan een ketting of worden verkocht, als ze dat in hun kop kregen.

Maar altijd dook Anansi ergens op, met slimme grappen en schavuitestreken, en gaf de mensen weer een beetje hoop.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken