Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Middelnederlandsche Tauler-handschriften (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Middelnederlandsche Tauler-handschriften
Afbeelding van De Middelnederlandsche Tauler-handschriftenToon afbeelding van titelpagina van De Middelnederlandsche Tauler-handschriften

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.13 MB)

Scans (6.11 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

proefschrift


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Middelnederlandsche Tauler-handschriften

(1936)–G.I. Lieftinck–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Handschrift G. 1.
(p. 297-301).

Uit dit hs. drukken wij het eerste sermoen af, als nr. XIV. Er zijn verschillende preeken over den tekst Erunt signa in sole etc., de teekenen die de komst van den jongsten dag aankondigen, bekend: wij troffen ze aan onder de sermoenen van Jordanus van Quedlinburg en in de door Kern uitgegeven Limburgsche sermoenen.Ga naar voetnoot1) Als thema hebben deze stukken echter den tekst van het EvangelieGa naar voetnoot2), terwijl onze preek het verhaal volgt, dat Petrus Comestor overlevert naar een werk van HieronymusGa naar voetnoot3), Annales Hebreorum, dat in de uitgave van Migne ontbreekt en dus blijkbaar verloren is gegaan. Wij vinden deze 15 teekenen, vertaald, ook terug in Boendale's Lekenspieghel. Behalve in ons hs. hebben wij de preek alléén nog aangetroffen in hs. Be. 2, eveneens onder de sermoenen van Tauler. De varianten van dit hs. kan men in onze aanteekeningen vinden.

Dialect:

Het hs., dat afgeschreven is te Oestmalle (bij Antwerpen), vertoont wel overwegend Westbrabantsche kenmerken.

p. 297 α 5 Men } hs. hiervóór spatie voor paraaf 8 oerdel } hs.: eerste e bovengeschr. 10 seet *) 21 mensche } hs.: erboven ingevoegd.
 
  β Hs. Be. 2: 2 Erunt signa in sole etc. Die meyster sprict ... myt ons Men las en sondach een ewangelium ende is een artikel des gelouen. toecomst des ionxte dages als god te gericht comen 11 Erant tot etc. } ontbr. 13 inder tot menschen } op der eerden 24 vergaderen } verdragen 27 inder tot berghen } inden meer dat heeft een gedrenge ende settet oen... boue die eerde 32 der zee } inden meer.
 
  γ 6 Sinte lucas } Luc. 21:25 sq. 9 iheronimus } Naar Petrus Comestor zou Hieronymus dit behandelen in Annales Hebreorum, een werk dat wij niet meer bezitten (zie P.L. 198, p. 1611 en Lekensp. III, p. 264 sq. en 344 sq.) 11 Erant } lees Erunt. 28 ghedranck } opstuwing.

[pagina 408]
[p. 408]

p. 298 α 6 sal } hs. hierna: een losse l 11 worden *) 12 ende } hs. hierna: verdror, r na d doorgeh. en daarna de rest 18 een } hs.: bovengeschr. 25 heer } hs. hiervóór: s, doorgeh. 33 weet } hs.: erboven ingevoegd 37 heer *) 38 weet } hs.: in ondermarge ingev.
 
  β Hs. Be. 2: 1 dat tot hemel } die meerwonder ende geuen een geluyt (< gelut) in den hemel 3 sal tot bernen } soe verbernt dat meer 6 soe tot vallen } vellet gebussche 7 sellen tot een } ryten die steen ende scoeren van een 11 gedrange tot volc } gedrenge ende een verderfenise omdat volc 13 soe tot eerden } soe staen die doden op wt den. en alle gebeinte steet bouen der eerden 22 willen tot mensche } ontbr. 26 ende } dat ander; heeft } dat dorden dat hi oen verloren heeft 28 carmen } screyen 29 het tot seer } ic weecht doch gaer seer 31 verwermt wort oft } ontbr. 32 screit } weent 33 vercuelen } vercoelinge 36 in sijn } ende heet } ende bekent 39 dicwile } duc.
 
  γ 29 grofheit } omdat het tot de laagste sfeer van het geestelijke leven behoort.
 
p. 299 α 1 mer } hs. hiervóór: M begonnen 21 hi } hs. hierna: ha', doorgeh.; versuymt } hs. hiervóór: verswijnt, geëxp. en doorgeh. 40 natuer } hs.: nat2.
 
  β Hs. Be. 2: 2 den tot oerdel } hier wt wort den .M. ordele 4 segghende tot seluen } ontbr. 5 ghebreckeliker } gebrekel noch sundich; ic } ontbr. 7 Dit tot gheschiet } ontbr. 15 behendigher } beheinder 16 Het tot datmen } Ic loue wege meer dat ghy 20 verbernt ende verdwijnt } verteert 21 versuymt } versumt 22 verduwet } verdouwet 24 gheset } weder gesat; adel } adel ende in sijn onscout 27 insettinghe } gesetten 29 in god } ontbr. 30 wtw. aenghen. } wter ingenomenheit 32 alle (1e ×) } alle eygen 33 moet tot inden } van bynnen. dat moet te riten ende te scoert werden in desen 36 welbehaghenen } waelbeuallen 38 beanxtinghe } verueeringe 40 dat een } als een ey of een.
 
  γ 15 suuerlijc } met een mooi vernisje 28 bewiselike } waarneembaar, dus: uiterlijk (zie Verdam, Handwbk. i.v.; Grimm I, 1780) 33 aristotiles } Tauler haalt dit gezegde van Aristoteles aan in zijn 1e sermoen (Vetter, p. 9). Zie ook beneden, p. 344, r. 2. 36 welbehaghenen } klaarblijkelijk een pluralis-vorm.
 
p. 300 α 8 vrients } hs. gesch. v.w. 18 natueren *) 21 van } hs. hierna: s, uitgerad. 27 mocht } hs.: na o letter uitgerad. 40 beuyndinghe } hs. gesch. v.w.; alle } hs.: erboven ingev.
 
  β Hs. Be. 2: 1 heitten des viers } heysten 8 ende tot ware } ende weer hi nyet wael moetich 9 ende tot gaen } ende versecht ende

[pagina 409]
[p. 409]

  veit (!) oen weder gaen 12 ontbr. 14 ouerwonderliken tot godliken } ouerswenckeliken godliken; ende tot wonderen } ontbr. 15 openbaert tot paus } apenbaert vanden vremden wonder dat den mensche doervaert Dat is inder waerheit alsoe queem een arme mensche voerden pawes 19 ende verscrict } ontbr. 23 heerlijcheit) heerheit ende sijn gewalt 26 desen tot rijcheit } god desen .M. onderstaen sonder myddel anders die natuer worde bederflic die en mochs nyet gedragen. dese rijche 29 Ende tot mensche } ontbr. 31 noch en passen op } ontbr. 33 vermogen tot houden } moge tot oen hebben of yet van oen helt sy hauden 40 of beuoelinghe } ontbr.
 
p. 301 α 15 waer } ik verkeer, daar ik het hs. niet meer kan raadplegen, in onzekerheid of er misschien niet weer stond. 24 ende } hs. hiervóór: al, doorgeh. 31 ouerste } hs.: -e bovengeschr. 36 inden } hs.: boven i een i? 37 beuijnde } hs.: u op v.
 
  β Hs. Be. 2: 2 ende beroeft } ontbr. 5 ende tot ghecruyst } die gecruyst wart 7 niet } ontbr. 14 alle tot af } alle we we en pijnde af 16 pijn } pijnde; dan tot heeft } dant diet doeruaren hebben 18 verderft } verderflic 19 heeft tot aen } leuet. ende dat leghet seer wael 20 ende dat ghewyn } ontbr. 21 dat tot wel } allet dat 24 in hem } daer 33 alsoe tot conincrijck } God die regniert ende woent in oen als een coninc in sijn rijc 34 ledich } gelediget 35 laten varen } reden besluyte.
 
  γ 14 Alle tot steruen } Alle wee en pijn zijn niets vergeleken bij dezen dood. 33 Ende tot waren } vgl. weer de aant. bij p. 277, reg. 5.

voetnoot1)
Nr. 2.
voetnoot2)
Luc. 21:25 sq.
voetnoot3)
Ze worden eveneens behandeld in een tractaat, dat voorkomt in hs. Rsbr. M7; ook hier wordt Hieronymus genoemd (Zie De Vreese, p. 139).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken