Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Middelnederlandsche Tauler-handschriften (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Middelnederlandsche Tauler-handschriften
Afbeelding van De Middelnederlandsche Tauler-handschriftenToon afbeelding van titelpagina van De Middelnederlandsche Tauler-handschriften

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.13 MB)

Scans (6.11 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

proefschrift


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Middelnederlandsche Tauler-handschriften

(1936)–G.I. Lieftinck–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Handschrift L.
(p. 361-363; zie tevens p. 307-335).

In de hss. L. en G. 1 komt nog een derde sermoen voor op den tekst Ego sum pastor bonus (Nr. XX), dat een geheel ander karakter vertoont dan de nrs. XV en XVI: dit charmante gothische miniatuurtje, wellicht de oudste Nederlandsche pastorale, stamt uit een vroeger tijdperk. Waarschijnlijk gaat het terug op een pericope uit het Boec der MinnenGa naar voetnoot1), een devoot tractaat dat ons is overgeleverd in een hs. van vóór 1300 (Den Haag, Kon. Bibl. 73 G 30, cat. nr. 611, fol. 9b-12b), afkomstig uit het Oude convent van St. Johannes Evangelista te Weesp, doch stellig in Zuid-Nederland geschreven, want de taal is Vlaamsch met Brabantsche en nog Oostelijker eigenaardigheden. Aan onzen tekst ligt een ietwat uitvoerigere redactie ten grondslag, waardoor ons een paar zeer schoone passages bewaard gebleven zijn die in het Boec der Minnen ontbreken (rr. 12-22 en 30-32). Dat dit geen invoegsels van lateren tijd zijn, gelijk er in hs. L., zooals wij reeds opmerkten, zoo veel voorkomen, is onmiddellijk te zien aan het prachtige proza, dat door zijn korte perioden en parallelismen bewijst te zijn gevormd in een brein, dat zich van het Latijn als voertuig zijner gedachten bediende. Het onderscheidt zich van het veel vrijere en maar al te dikwijls breedsprakige proza, dat zich ontwikkelde in den kring der Moderne Devotie.Ga naar voetnoot2) Ten overvloede kan men zich door lezing van het geheele werk ervan overtuigen, dat men in het Boec der Minnen herhaaldelijk dergelijke in het Latijn gedachte passages aantreft.

[pagina 431]
[p. 431]

Wij geven den tekst van L. met de varianten van het bijna gelijkluidende hs. G. 1 en die van het oude tractaat (hs. H.).

Dialect:

De taal van hs. L. is ongetwijfeld Zuidnederlandsch; het is niet in het meest Westelijke gedeelte geschreven, want Westvlaamsche criteria ontbreken. Ook wijst niets of zoo goed als niets op Limburg, zoodat wij het gebied waarin het hs. geschreven is, waarschijnlijk tusschen deze landstreken in moeten zoeken. Enkele vormen die in dit verband de aandacht verdienen, hebben wij genoteerd:

sueken, boeken - bloot (sanguis), bloodighen, ropinghe - ondertrouwe, waerscuwene - smerghens, verhaertheit, saechtere - meechden, clerste (= claerste) - hertsen - seyndes, beheindeghere, breide, heilden (sanaverunt) - weien (pratum), bien (apes), puynten - sinxen, messien; ingvaeoonsch zijn misschien omelien, hoechsheiden (p. 323, r. 25).

p. 361 β 2-4 Zie beschrijving G. 1; ontbr. H. 5 Als een herde is god in der zyelen H.; Dat is } ontbr. H.; si } hi G. 1 6 goedert. tot verloren } dat hi dat H. 7 quam tot sueken } zochte in deze warelt dů hi mensche wart H. 8 hijt } hi G. 1; metten tot Doen } ontbr. H. 10 nam } leghde H.; sijn tot 23 } dye scůderen zijnre menscheyt ende drůgh dat mit pinen toit der coyen der inghele H. 12 verlaten } ghe- G. 1 16 conincrike } rijcheit G. 1 17 sonder } inder ewicheit s. G. 1 23 wilde } wil tu H.; ghew. } waerlike H.; goet } ontbr. H.; die tot sal } Hi hadde an hem bi gheliken al dye puente dye herden pleghen te hebbene H. 24 heeft } hadde H. 25 crone } hůdekijn H.; hoet G. 1; scouderen } ocsele H.; hals G. 1 26 male } scarpe H. 27 floeyte } pipe H.; staf } stock G. 1 29 heren } herden H.; dat tot wt } zijnre onsterfliker glorien H. 30 Aender tot confessoren } ontbr. H. 32 Den tot p. 362 werelt } Dye horen was zine predicade. dye hi verwlde mit den werken H.
 
  γ 23 wilde } = wildi.
 
p. 362 α 9 te } naar G. 1.
 
  β 2 male } scarpe H.; sijn br. tot menschen } dat broet zijnre gotheyt in hadde verborghen dye dat broet is der inghele ende d.m. H. 4 oft fl. } ontbr. H. 7 viant } gheyst H.; behielt tot voer } zine scaep mede bescermde van H. 8 valsche } ontbr. H.; alsoe tot stane } want hi dar an stuunt vp gherect als dye herde pleight te důne H. 9 pleghet te } pleghe te G. 1, hetgeen erop schijnt te wijzen dat de kopiïste op dictaat afschreef!; rechtuerd. } gherechticheyt H. 11 vers. } sameninghe H.; bieschen ende belden } bassen H.Ga naar voetnoot1); b. ende helden G. 1 14 Siet k. } ontbr. H.; goede } ontbr. H. 15 Ghew. } warlike H. 17 dat tot is } ontbr. H. 18

[pagina 432]
[p. 432]

  dattu... niet h. st. en liets } dat... nyet verhongheren en zouden H.; iammerl. vr. } ontbr. H. 19 ellend. druck. } iammerlijcs H. 20 mer tot mochten } zoe bis du zelue worden hoy vp dat wi di eten mochten H. 22 dan die } Du H.; ghew. } warighe H.; hoy tot ghi } een hoy dů du H. 23 Ghew. tot sijn } alle vleisch is H. 24 heden tot iamm. } ontbr. H. 25 heden tot vertr. } ontbr. H. 26 goede } trouwe H.; een } een dorre ende welkende ende een H.; wi } dů zijn scaep H. 27 inder tot paradijs } ende ewelijc leuende. ende dat hi di brochte in dye grůne blůyende weyde zijns riken H. 28 selue } ontbr. G. 1 29 die tot vielen } ontbr. H. 30 als si doen } ontbr. H. 31 nader } dats nader H.; opuerst. } vpverrijsnisse H.; doer } als in H. 32 bed. als nv } bedectlike H.; mer tot is } mar als hi is in der wareyt H. 35 monde } m. drinken H.; ende tot luterste } ontbr. H. 36 z.l. luttere H.; Och tot claerre } O wi mit luder H. 37 luyterre } sueter G. 1 38 ghebr. ende ghesc. } tebrokenre H.; natten } weenenden H.
 
  γ 8 alsoe tot stane } zie H. 11 bieschen } basten 33 ons } datief! 37 luyterre ende claerre } lees met H.: luder.
 
p. 363 β 1 suete } H.: 3 × sůte; arme } ontbr. H.; iammerl. } ontbr. H. 2 ell. 1. } ellende dis cranks lichamen H. 4 Och } ontbr. H. 5 dat tot mochte } dat ic moghe vlieghen H. 6 in } dar ic rusten moghe in H. 8 bl. minl. } vlakerende H. 9 in tot wille } ontbr. H. 10 sint peter } pyeter H.; ghes. tot des } ghesien | heidde des G. l; des tot scoenen } ontbr. H. 11 Mer } want H. 12 doen noch } noch tů; staringhen } bescouwinghen H. 14 om den hertsen } van der harten des H. 15 ontbr. H.; herde } h. Amen G. 1.
 
  γ 1 gheroepen suete } = gheroepen: suete.

voetnoot1)
Zie De Vreese, Bouwstoffen, nr. 93, alwaar ook hs. Rsbr. M5 genoemd wordt als bron voor het tractaat.
voetnoot2)
Vergelijk bijvoorbeeld de lange passage op p. 321-326, stellig een invoeging uit den tijd van het hs. stammende.

voetnoot1)
dit hs. heeft ook in het verder verloop van den zin praesensvormen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken