Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verspreide opstellen (1916-1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verspreide opstellen
Afbeelding van Verspreide opstellenToon afbeelding van titelpagina van Verspreide opstellen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.76 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
non-fictie/pedagogiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verspreide opstellen

(1916-1917)–Jan Ligthart–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 61]
[p. 61]

VII. Groeien gaat langzaam.

En toch willen wij, dat het gauw gaat. En daarom trekken wij met onze ongeduldige vingers het plantje omhoog, doch rukken daarmee de fijne wortelvezels los, en 't plantje kwijnt. Of we plaatsen het in een broeikas, en het wordt wel spoedig groot, doch ongeschikt voor den kouden grond.

Groeien gaat langzaam. En wie dit niet gelooft, moet maar eens een paar uur bij een plant gaan kijken. Dan zal hij zien, dat hij niets ziet. En toch is de plant in die paar uren gegroeid.

Maar hij moet niet per ongeluk bij zijn kind gaan kijken, want dan wordt hij dadelijk zoo vreeselijk boos, omdat dit arme kind niet zoo gauw groeien wil. Ik bedoel verstandelijk, en zedelijk. Lichamelijk, dat is niet zoo erg. Maar verstandelijk!

Vader zit te zieden van drift, en dat simpel omdat zijn zoon die sommen maar niet begrijpt. ‘Maar begrijp je dat dan niet, ezel? Wat ben je toch een stommerik!’

Ja, dat had de meester ook al gezegd, maar hierdoor was de jongen volstrekt niet ineens een heel eind opgeschoten. Hij was dezelfde stommerik gebleven, precies trouwens - als de meester en als vader zelf, die na jaren van ervaring maar niet begrijpen konden,

[pagina 62]
[p. 62]

dat groeien langzaam gaat, en dat dan nog de eene plant niet de ander is. In kinderkennis zijn deze beide paedagogen nog maar een luttel beetje gegroeid. En in zelfbeheersching nog minder.

Maar dit laatste is ook een moreel element, en in zedelijkheid groeit een mensch nòg langzamer dan in verstandelijk inzicht. Het begrijpen wil nog wel eens komen, langzaam aan, maar het kunnen leven naar dit juistere begrip, dat valt nog zwaar. Dat eischt dan ook dikwijls een innerlijke vernieuwing van het oude, een regeneratie. Dan moet er in ons een nieuw mensch geboren worden.

Echter, al groeit een mensch in zedelijkheid ook héél langzaam, daarom heeft een kind hiertoe nog niet de vrijheid. Dat zou ook wel schande zijn. En volkomen gegrond is onze verontwaardiging, dat die deugniet nòg al niet waarheidlievend is. We hebben het hem toch immers wel honderdmaal gezegd? In ondeugendheid en vrijpostigheid, o ja, daar groeit hij wonderlijk snel. Dat heb je van onkruid altijd. Maar in deugd en zelfbedwang?

Lieve vrinden, laten we nu eens héél eerlijk zijn en zeggen: Hoe gaat het met óns?

We zijn dertig, veertig, vijftig, zestig jaar geworden. We hebben het onzen leerlingen, onzen kinderen, onzen vrienden vaak voorgehouden. We zijn al bolleboozen in 't preeken - tegen anderen. Raadslieden van gezag. En hoe staat het met óns?

Zijt ge inderdaad beter geworden? Niet wijzer, maar beter? Ge hebt er uw tijd voor gehad. Kunt ge in uzelf

[pagina 63]
[p. 63]

een voorbeeld stellen aan uw jongeren? Of zijt ge alleen zóó ver, dat ge ernstig het goede wilt, dat ge met uw diepste hart het goede wáárlijk begeert, en dat ge dageliks bidt om kracht om te vorderen, althans om staande te blijven?

Dan zijt ge al heel ver. Eigen zwakheid en slechtheid kennen, naar verbetering oprecht verlangen, en bidden om kracht in den strijd - dat is al een kostelijke levensvrucht. En hoop maar, dat, langzaam groeiende, die vrucht ook voor uw kinderen rijpen mag.

Maar denk er aan, voor de levensrust van uzelf en de levensvreugd van uw kinderen - en minderen - dat groeien, geestelijk groeien vooral, maar uiterst langzaam gaat.

Naar tijd.
 
Hebt gij ooit graan gemaaid in groene lente?
 
Uw huis betrokken eer het was gebouwd?
 
Eischt gij van 't kapitaal de volle rente,
 
Nog eer gij 't in uw handel hebt betrouwd?
 
En wilt ge, dat uw kind zich braaf, ervaren,
 
En wijs zal toonen? Hoed u voor den schijn:
 
Ook zeedlijkheid moet groeien met de jaren,
 
Laat hem den tijd, om vroolijk dwaas te zijn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken