Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 3 (1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 3
Afbeelding van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.39 MB)

ebook (3.26 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Editeur

Lodewijk Mulder



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 3

(1883)–Mark Prager Lindo–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Een wetenschappelijk bezwaar.

De oude heer Smits heeft met een gevoel van de grootste voldoening onderstaande regels gelezen in het 10de nommer van den loopenden jaargang van dat vraagrijke Tijdschrift, de Navorscher, blz. 365.

Toujours perdrix. De geestige oude heer Smits noemt in zijn Nederlandschen Spectator, No. 38, de spreekwijze Toujours perdrix, de bekende spreekwijze. Ik wil gaarne bekennen, dat ik er dat epitheton niet aan kan toevoegen, tenzij een der welwillende navorschers mij vooraf op de hoogte hebbe geholpen, betrekkelijk afkomst en beteekenis; ze liggen voor mij in 't duister.

Wie helpt mij?’

Het is voor den ouden heer Smits een streelend bewijs van de oplettendheid, waarmede de Nederlandsche Spectator gelezen wordt, te zien, hoe zelfs de meest achteloos neergeworpen gezegden, die in dat blad voorkomen, de aandacht der vaderlandsche geleerden tot zich trekken. Verre zij het dus van hem zich in den

[pagina 375]
[p. 375]

letterkundigen strijd te willen mengen, welke, zooals hij voorziet, uit de scherpzinnige vraag van ‘wie helpt mij?’ geboren zal worden. Integendeel, hij verheugt zich er op, daardoor in de gelegenheid te zijn op het wetenschappelijk gebied, dat hem als tabakshandelaar tot dusver geheel vreemd is geweest, wellicht ingeleid te worden. Hij gevoelt ook, nu zulk eene vraag in de Navorscher geplaatst is, dat hij eene zware zonde begaan heeft, door te gelooven, dat de onverklaarbare spreekwijze ‘Toujours perdrix algemeen bekend was.

Hij zelf heeft ze gebruikt op eene zeer lichtzinnige wijze, in de veronderstelling, dat iedereen ze verstaan zou. Omtrent de ware beteekenis van die spreekwijze, afkomstig, naar hij gelooft uit Frankrijk (waar ligt Frankrijk? Wie helpt mij?) zal hij niets zeggen; hij zou de gevoelens der geleerden op dit punt niet willen vooruitloopen of prejudiciëeren; maar ter opheldering van de beteekenis, waarin hij zelf meer dan eens de bedoelde spreekwijze heeft gebruikt, laat hij eenige voorbeelden volgen van hetgeen hij, wellicht zeer verkeerdelijk, toujours perdrix noemt:

1.Het onvermijdelijke Carneval de Vénise op een concert.
2.De praatjes over het weer op eene theevisite.
3.De vriendelijke raadgevingen van eene schoonmoeder.
4.Alle Amerikaansche romans, navolgingen van Uncle Tom.
5.Een antwoord op de troonrede, - of dat staatsstuk zelf.
6.Alle klachten over dure tijden.
7.De herhaalde verzekering onzer vrienden, dat wij ‘een heerlijken zomer’ hebben gehad.
8.Een nommer van de Navorscher.
9.Een bundel ‘nieuwe preeken.’
10.De gelukwenschen onzer vrienden, als onze vrouw voor den vijftienden keer bevallen is.
11.Alle toosten, bij alle mogelijke gelegenheden.
12.Eene ‘buitengewone voorstelling’ in het paardenspel, of eene ‘belangrijke discussie’ in de Kamer.
13.Een belasting-biljet.
14.Eene aanprijzing van de Revalenta en de Holloway-Pillen in de couranten, en van zijne vrouw, door een jonggehuwde.
15.De ophemeling onzer ‘onvergetelijke voorouders,’ bij elke gelegenheid.
16.De groote ‘bezadigdheid’ van ons volkskarakter.
17.De verslagen van het Afschaffing-genootschap in het bijzonder, en van alle geleerde en ongeleerde genootschappen, in het algemeen.
18.De gelukwenschen op nieuwjaarsdag.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken