Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 4 (1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 4
Afbeelding van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.29 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Editeur

Lodewijk Mulder



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 4

(1883)–Mark Prager Lindo–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

‘Geen mensch!’

Onder al de voorwerpen, welke ik als rondtrekkende, zeer prozaïsche Troubadour uit ons maatschappelijk leven bezongen heb, zijn er drie geweest, ‘Iemand,’ ‘Niemand’ en ‘Iedereen,’ waarmede een vierde persoon, op wiens bestaan ik pas opmerkzaam ben geworden, nauw verwant is. Ik zal heden aan die schim, waarover wij zoo dikwijls vallen, zonder er op te letten, een plaatsje in dit blad inruimen.

Van de belangrijke rol, welke deze personage speelt, zal men zich weldra overtuigen, en heel spoedig begrijpen, dat hoewel ‘geen mensch’ in naam onderdoen moet voor een ‘Niemand,’ hij inderdaad, in vele opzichten, meer in te brengen heeft dan menige ‘Iemand,’ en nog eene veel uitgebreider en ongerijmder rol speelt dan ‘Iedereen.’ Zelfs in onze huishouding; - op elk uur van den dag zoo te zeggen. Men maakt, bij voorbeeld, onze kamer schoon; onze papieren worden alle door elkaar gesmeten en ‘geen mensch’ heeft het gedaan; de inktkoker is omgesmeten en het tafelkleedje bij die gelegenheid bedorven, en ‘geen mensch’ draagt de schuld. ‘Geen mensch’ is vooral de vriend en bondgenoot van al de dienstboden in huis, tot groot nadeel hunner heeren en meesters. ‘Geen mensch’ heeft de huisdeur geopend voor den bezoeker, die eene dringende boodschap afgeeft, welke men vergeet over te brengen; ‘geen mensch’ heeft den brief aangenomen, die zoekgeraakt is, eer hij onze handen bereikt; ‘geen mensch’ heeft de halve koude kip opgegeten, welke onze vrouw voor ons ontbijt bestemde en die nu verdwenen is; ‘geen mensch’ is eigenaar van die grove stem, welke een uur lang aan de openstaande huisdeur

[pagina 54]
[p. 54]

met de meid staat te praten, en zij is ook bij ‘geen mensch’ geweest, als zij anderhalf uur te laat uit de kerk komt.

‘Geen mensch’ stijgt als een spook uit de onderwereld der keuken en dienstbodenverblijven en neemt 's nachts de sigaren weg, die wij op tafel hebben laten liggen; ‘geen mensch’ ledigt in het donkere de half volle wijnflesschen, en ‘geen mensch’ heeft de boodschap van u aangenomen, die ge iedereen op het hart hebt gedrukt.

En het is niet alleen tot de dienstboden, dat ‘geen mensch’ zijne macht uitstrekt. Hij zit bij u in de huiskamer, onzichtbaar achter den stoel, als de ‘zwarte zorg’ achter den ruiter. Hij blaast uwe teedere echtgenoote in het oor, dat ‘geen mensch’ met een hoed van het vorige jaar zich in het Park zou willen vertoonen; hij doet haar u verzekeren, dat ‘geen mensch’ zulke leelijke handschoenen draagt als gij; hij doet haar zweren, dat ‘geen mensch’ het concert van hedenavond zou willen verzuimen; ‘geen mensch’ geeft ook minder dan tien gulden voor zeker philanthropisch doel, en gij kunt niet met de helft volstaan! ‘Geen mensch’ gaat om met die familie, en gij moogt haar niet meer zien; ‘geen mensch’ gaat naar die plaats van openbare vermakelijkheid, en om den wille van de geweldige schim blijft gij er van daan, hoewel ‘iedereen’ daarheen gaat.

‘Geen mensch’ heeft het recht zich te bemoeien met uwe huiselijke omstandigheden, en toch moet ge wel alles zorgvuldig vermijden, dat ‘geen mensch’ doet. ‘Geen mensch’ rookt eene lange pijp meer in het publiek en dwingt u ook, zeer tegen uw zin, den oudvaderlijken Gouwenaar te versmaden. ‘Geen mensch’ geeft een diné, zonder een half dozijn soorten ‘fijne wijnen,’ en gij moet u half ruïneeren om den wille van den schijn. ‘Geen mensch’ vindt iets goeds aan een boek, dat u bevalt, en ge moet uw gevoelen daaromtrent zorgvuldig verbergen; ‘geen mensch’ gaat bij dominee A. in de kerk, hoewel er geene plaats meer op de banken te vinden is, als hij preekt, - en gij blijft te huis; - er is ‘geen mensch,’ die niet dweept met het laatste gedicht van den heer Soep, en gij moet in geestdrift ontbranden voor iets, dat u doodelijk verveelt; ‘geen mensch’ zou dit libel willen lezen, dat iedereen van buiten kent, en gij moet ook onwetendheid voorwenden; ‘geen mensch’ begrijpt hoe Piet er toe komt een rijpaard te houden en gij schudt mede het hoofd, hoewel gij er niets van weet en het u ook volstrekt niet schelen kan; ‘geen mensch’ kan iets zien in dat nufje, dat Jan heeft weten in te pakken, en gij zult het wel laten, haar een lief meisje te vinden, - vooral als zij geen geld heeft. ‘Geen mensch’ heeft ooit kunnen veronderstellen, dat Klaas failliet zou kunnen gaan, en gij, die hem een heel jaar lang voor geen cent hebt willen crediteeren, wacht u wel uwe meerdere schranderheid te roemen. ‘Geen mensch’ zou u ook gelooven,

[pagina 55]
[p. 55]

als gij dat wildet doen, en ‘geen mensch’ zal ook bekennen, dat hij de dupe van Klaas, of iemand anders geweest is.

‘Geen mensch,’ de verschrikkelijke schim, is ook de vertrouweling van bijna iedereen. Gij hebt een geheim met uw boezemvriend, die het aan ‘geen mensch’ meedeelt, - en toch weet het spoedig iedereen. ‘Geen mensch’ kan bedenken wie de verspreider is van het gerucht, dat uw goeden naam schandvlekt; ‘geen mensch’ hecht er het minste geloof aan, - en toch ontloopt u voortaan Iedereen. ‘Geen mensch’ zal u onder den arm nemen en u vertellen, dat ge op het punt staat van eene kolossale dwaasheid te begaan, - en dezelfde verrader zal den volgenden dag volstrekt niet kunnen begrijpen, dat gij ooit zóó gek hebt kunnen zijn! ‘Geen mensch’ ter wereld, zooals Iedereen zegt, heeft het recht zich met uw gewetenszaken te bemoeien en toch zult gij zeer vele vrienden missen, als iemand er achter komt, dat gij anders denkt dan Iedereen. ‘Geen mensch’ heeft van iets gehoord, dat het u van groot belang geweest ware te vernemen, totdat gij zelf en iedereen inziet, dat het te laat is, als men u nu daaromtrent inlichtingen geeft; ‘geen mensch’ heeft u willen misleiden; maar ‘geen mensch’ durfde u ook de waarheid bijtijds zeggen, - en als ge nu ongelukkig zijt hebt ge het aan ‘geen mensch,’ - dan u zelven te wijten.

‘Geen mensch’ maant u ooit tot matigheid aan, terwijl ‘geen mensch’ van den anderen kant u tot allerlei buitensporigheden aanspoort. ‘Geen mensch’ denkt er aan dagelijks fijne sigaren te rooken, hoort gij van den zuinigen vriend, die met den meesten smaak uwe manilla's oprookt, - en eene mindere soort zou versmaden. ‘Geen mensch’ zou een gulden willen geven aan den schurk, dien Niemand waagt met ledige handen weg te zenden, als hij hem door een ‘Iemand’ aanbevolen is; ‘geen mensch’ wil toestemmen, dat hij geld overheeft voor eene dwaasheid, en iedereen verspilt jaarlijks een zeker deel zijner inkomsten op erkende zotternijen.

En vooral op het punt der ‘mode’ is ‘geen mensch’ ontegenzeglijk eene groote en eerbiedwaardige autoriteit in den staat.

Het is mode in Den Haag om orthodox te zijn en ‘geen mensch’ waagt het liberaal te wezen; het is ‘mode’ zich aan het badhuis onder de groote wereld te vervelen, en ‘geen mensch,’ die niet volbloed épicier is, verstout zich daar pleizier te hebben; het is ton om gebroken Fransch te spreken, en ‘geen mensch’ durft aan zijne moedertaal de voorkeur te geven; het is voornaam 's zomers naar een fashionable badplaats te gaan, en ‘geen mensch,’ die zich niet schaamt als hij te huis moet blijven; de mode verguldt deze wijk van de stad en ‘geen mensch’ wil elders gaan wonen; de mode spreekt den banvloek uit over de andere, en ‘geen mensch’ laat er zich meer zien. - ‘Geen mensch’ en de Mode gaan hand in hand en regeeren Iedereen.

‘Geen mensch’ speelt ook in de politieke wereld eene groote

[pagina 56]
[p. 56]

en soms belachelijke rol. In 's lands vergaderzaal heeft ‘geen mensch’ dikwijls de woorden vernomen, welke morgen in de courant, in de redevoeringen van dezen of genen redenaar door iedereen gelezen worden; ‘geen mensch’ verwachtte dat A., die vroeger zoo conservatief was, bij eene verandering van ministerie liberaal zou worden; ‘geen mensch’ heeft kunnen voorzien, dat een budget verworpen zou worden, hoewel het Iedereen bevreemd zou hebben, als men het aangenomen had, en ‘geen mensch’ gelooft aan het spoedige afdoen van de meest noodige wetsvoordrachten, hoewel Iedereen met een opgeruimd gezicht daarvan praat.

‘Geen mensch,’ in één woord, is eene macht in den staat, even zoo goed als iedere andere, en nu door de rechtstreeksche verkiezingen Iedereen vertegenwoordigd wordt, zijn het slechts de tegenstanders van onze grondwet, die kunnen verklaren, dat in weerwil daarvan, ‘geen mensch’ iets meer dan vroeger in 's lands regeering in te brengen heeft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken