Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel IV (1993)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel IV
Afbeelding van Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel IVToon afbeelding van titelpagina van Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel IV

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (18.75 MB)

ebook (16.17 MB)

XML (1.59 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/natuurkunde
non-fictie/natuurwetenschappen/scheikunde
non-fictie/economie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel IV

(1993)–M.S.C. Bakker, E. Homburg, Dick van Lente, H.W. Lintsen, J.W. Schot, G.P.J. Verbong–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Delfstoffen, machine- en scheepsbouw. Stoom. Chemie. Telegrafie en telefonie


Vorige Volgende
[pagina 347]
[p. 347]

Over de auteurs

M.S.C. Bakker (1956) studeerde geschiedenis te Nijmegen en is sinds 1984 werkzaam aan de Technische Universiteit Eindhoven, waar hij, in dienst van het Samenwerkingsorgaan Brabantse Universiteiten, onderzoek doet op het gebied van de geschiedenis van de techniek. In 1989 promoveerde hij op het proefschrift Ondernemerschap en vernieuwing. De Nederlandse bietsuikerindustrie, 1858-1919.

Het Franse Centre National de Recherche Scientifique stelde hem in 1991 in staat om gedurende negen maanden onderzoek in Frankrijk te doen. Hij maakt sinds 1990 deel uit van de redactie van de serie ‘Geschiedenis van de Techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890’.

 

E. Berkers (1965) studeerde economische en sociale geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hierna werkte hij bij het Nederlandsch Economisch Historisch Archief, waarvoor hij het historisch archief van het Gemeenschappelijk Administratiekantoor inventariseerde. Ook schreef hij de brochure naar aanleiding van het 40-jarig jubileum van het Gemeenschappelijk Administratiekantoor. Sinds september 1991 is hij verbonden aan de Stichting Historie der Techniek.

 

J.M. Dirkzwager (1925) studeerde scheepsbouwkunde aan de Technische Universiteit te Delft. Hij was als ingenieur werkzaam bij de afdeling scheepsbouw van de Koninklijke Marine. In 1970 promoveerde hij op het proefschrift dr B.J. Tideman (1834-1883), grondlegger van de moderne scheepsbouw in Nederland en doceerde van 1970-1974 als nevenfunctie geschiedenis van de techniek aan de Technische Universiteit te Delft. Hij sloot in 1987 zijn loopbaan af als Directeur Wetenschappelijk Onderzoek en Ontwikkeling bij het Ministerie van Defensie. Hij publiceerde over technisch historische onderwerpen, in hoofdzaak de maritiem technische ontwikkelingen in de negentiende eeuw betreffende. Is thans werkzaam als adviseur bij de marinemodellenkamer van het Rijksmuseum te Amsterdam.

 

B.P.A. Gales (1953) studeerde geschiedenis te Nijmegen en behaalde vervolgens een graad aan de London School of Economics. Sedert 1989 is hij als universitair docent verbonden aan de vakgroep economische en sociale geschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij verricht onderzoek naar de economische ontwikkeling van de steenkolenmijnbouw en op het terrein van de bedrijfsgeschiedenis.

Hij publiceerde onder meer Werken aan zekerheid. Een terugblik op twee eeuwen verzekeringsgeschiedenis (1986) en samen met K.E. Sluyterman, ‘Outward bound. The rise of Dutch multinationals’, in: G. Jones, H.G. Schröter (eds), The Rise of Multinationals in Continental Europe (1993).

 

E. Homburg (1952) studeerde scheikunde te Amsterdam. Vanaf 1979 was hij verbonden aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, sinds 1984 als universitair docent Chemie en Samenleving. Daarnaast was hij vanaf 1991 werkzaam bij de sectie Geschiedenis van de Techniek van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij promoveerde in 1993 op het proefschrift Van beroep ‘Chemiker’. De opkomst van de industriële chemicus en het polytechnisch onderwijs in Duitsland (1790-1850). Momenteel is hij werkzaam aan de Rijksuniversiteit Limburg.

 

W.H.P.M. van Hooff (1951) studeerde geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en is sinds 1982 werkzaam aan de Technische Universiteit Eindhoven op het vakgebied van de geschiedenis der

[pagina 348]
[p. 348]

techniek. In 1990 promoveerde hij op het proefschrift In het rijk van de Nederlandse vulcanus. De Nederlandse machinenijverheid 1825-1914.

 

H.W. Lintsen (1949) promoveerde, na een studie technische natuurkunde, aan de Technische Universiteit Eindhoven op een proefschrift over het ingenieursberoep in Nederland in de negentiende eeuw. In 1990 werd hij benoemd tot hoogleraar Geschiedenis van de Techniek aan zowel de Technische Universiteit Delft als de Technische Universiteit Eindhoven.

 

H. Schippers (1946) studeerde sociale wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Brabant en promoveerde in 1986 aan de Erasmus-Universiteit Rotterdam op een proefschrift over de rechts-radicale bewegingen Zwart en Nationaal Front. Hij is sinds 1987 als historicus verbonden aan de sectie Geschiedenis van de Techniek van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij publiceerde in 1989 Van tusschenlieden tot ingenieurs. De geschiedenis van het Hoger Technisch Onderwijs in Nederland en werkte verder mee aan een aantal publikaties op het terrein van de politieke en techniekgeschiedenis.

 

J.W. Schot (1961) studeerde maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus-Universiteit Rotterdam. Voor zijn techniekhistorische publikaties over meekrap en garancine kreeg hij in 1988 de Prof. dr. ir. R.J. Forbesprijs. Van 1985 tot 1991 was hij verbonden aan het Studiecentrum voor Technologie en beleid van tno, waar hij beleidsgericht en theoretisch onderzoek deed naar technische ontwikkeling en industrialisatieprocessen. Sinds mei 1991 is hij als universitair docent werkzaam bij de vakgroep Filosofie van Wetenschap en Techniek van de Universiteit Twente. In december 1991 promoveerde hij op Maatschappelijke sturing van technische ontwikkeling. Constructief Technology Assessment als hedendaags Luddisme.

 

J.H. de Vlieger (1918) studeerde scheikunde in Delft (scheik. ing. 1947), waar hij assistent Organische Chemie was bij Prof. dr. ir. P.E. Verkade. Naast zijn functies als directiesecretaris bij de Kon. Lak-, Vernis- en Verffabriek Molyn & Co N.V. te Rotterdam en, later, als technische coördinator van de Transocean Marine Paint Association was hij voorzitter van de Technische Commissie Ver. Research Scheepshuidverven en voorzitter van de Commissie Deklagen Stichting Materiaalonderzoek in de Zee (smoz). Voorts was hij enige tijd werkzaam op het Kunststoffen Instituut tno te Delft.

De Vlieger publiceert over de geschiedenis van de verfindustrie in de Verfkroniek onder de serietitel Historische Verfschetsen

 

O. de Wit (1962) studeerde maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus-Universiteit Rotterdam. Na zijn afstuderen in 1989 deed hij voor de Stiching Historie der Techniek enkele jaren onderzoek naar veranderingen op het gebied van communicatiemiddelen in Nederland in de negentiende eeuw. In dat kader publiceerde hij in 1990 de monografie Papierfabricage in Nederland in de negentiende eeuw. Van molen naar fabriek, en in 1993 (in samenwerking met D. van Lente) een boek over grafische technieken. Sinds 1992 is hij verbonden aan de sectie Geschiedenis van de Techniek van de Technische Universiteit Delft, waar hij een promotieonderzoek verricht naar de geschiedenis van de telefonie in Nederland.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken