Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Proeven van een humoristisch-satyriek woordenboek der zamenleving (1845)

Informatie terzijde

Titelpagina van Proeven van een humoristisch-satyriek woordenboek der zamenleving
Afbeelding van Proeven van een humoristisch-satyriek woordenboek der zamenlevingToon afbeelding van titelpagina van Proeven van een humoristisch-satyriek woordenboek der zamenleving

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.50 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

satire


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Proeven van een humoristisch-satyriek woordenboek der zamenleving

(1845)–Izaak Jacob Lion–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina II]
[p. II]
 
Es kömmt ein Recensent, der unses Büchlein prüft,
 
Der sagt ob unsre Wörter gelten,
 
Ob wir dem Ziele nah, ob wir bankrott?
 
.................
 
Ob spät, ob früh, ob hier, ob dort.... er kommt!
 
 
 
lichtenberg.
[pagina V]
[p. V]

Opdragt aan mij-zelven.

Aan den dierbaarsten schat, dien ik bezit; aan hem, die mij nooit tegenspreekt, en mijn' arbeid altijd voortreffelijk vindt, wat geen vriend op aarde een' schrijver aanbieden kan, wordt dit werk, vol geest en humor en satyre, zeer nederig, en in het bewustzijn van deszelfs uiterst geringe waarde, als een groot blijk van onbegrensde hoogachting opgedragen!

Alle liefde begint met zich-zelven, en daarom is ook elk blijk van liefde, aan anderen gegeven, het gevolg van de liefde, welke men zich-zelven toedraagt. Elke betuiging van achting en eerbied, aan hooge personaadjens gedaan, is eigenlijk eene stilzwijgende verzekering, dat men zich-zelven waardig acht, die hooge personaadjens een compliment te ma-

[pagina VI]
[p. VI]

ken. Hoe nederiger dan ook die complimenten op de leest der taalverwringende fabrijk geslagen zijn, des te hooger plaatst men zich-zelven in den dunk van zich-zelven. En voor wien toch, in 's hemels naaml zou ik hoogeren dunk kunnen en mogen koesteren, dan voor mij-zelven? Ik weet het evenmin, als ik geloof, dat een mijner lezers zoo onbarmhartig zijn zou, mij te overtuigen, dat er iemand in de wereld bestond, wien ik meer verpligting schuldig, wien ik door dankbaarheid of bescherming meer verbonden was, dan aan mij-zelven?

Wij zijn toch reeds zoo vele jaren bij elkander, hebben reeds zoo veel zuur en zoet met elkander gedeeld, dat ik geen onderscheid hoegenaamd ken tusschen mij en ‘mij-zelven.’

Gij hebt u verwaardigd, dit werk in manuscript te lezen en te herlezen; en alvorens tot den druk van hetzelve besloten was, hebt gij u de moeite gegeven, hoogst gunstige recensiën te schrijven, ten einde deze, dadelijk na de in het lichtverschijning, een plaatsjen in onze geächtste tijdschriften te doen innemen. Wanneer echter de hand des redacteurs

[pagina VII]
[p. VII]

uw opstel veranderen, of corrigeren mogt, dan zal ik het u niet aanrekenen; want ik ben te wel overtuigd, dat ‘mij-zelven’ kwaad te doen, het werk van ‘mij-zelven’ niet zijn kan.

Neem dan dit werkjen aan als een blijk van de achting, welke ik mij-zelven toedraag. (Ik zeg ‘werkjen,’ omdat menig onbescheiden lezer misschien deze bladen in handen krijgt; maar tot ‘mij-zelven’ mag ik toch wel bekennen, dat ik dat dunne boekjen als een groot werk beschouw, en het niets minder reken, dan een verlofpas voor de onsterfelijkheid?)

Maak, dat de weinige vrienden, welke gij bezitten mogt, dit werkjen koopen zullen, om den uitgever niet al te bitter te leur te stellen, en verwacht dan weldra, als dank daarvoor, eene opdragt voor eene humoristisch-satyrieke Encyclopedie, in folio.

Ik ben, met.... maar, zacht wat! nog iets, alvorens met de gewone hoogachtingsbetuiging onze rekening te vereffenen; - oorspronkelijk zijn ze niet, al die artikels, welke gij vindt, evenwel zijn er velen onder, die dit

[pagina VIII]
[p. VIII]

wel zijn; maar welke zijn die? - uit achting voor u, kunt gij mij niet kwalijk nemen, wanneer ik u, in het geheim, toefluister, dat de beste artikels de mijnen zijn.

Neem het ook niet te gestreng op, wanneer gij hier en daar een woord vinden zult, dat, door deszelfs zamenstelling, veel van een taalkundig harlekijnspak heeft. Ik beloof u, zoodanige woorden nooit anders, dan in zulke werken te gebruiken.

Ik ben, overigens, met betuiging van mijnen eerbied en mijne steeds stijgende hoogachting

Van Mij-zelven,

De onderdanigste, en altijd

vurige bewonderaar,

Iz. J. LION.

Amsterdam, Eerste April 1845.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken