Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 1. Aanvang tot omstreeks 1880 (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 1. Aanvang tot omstreeks 1880
Afbeelding van Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 1. Aanvang tot omstreeks 1880Toon afbeelding van titelpagina van Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 1. Aanvang tot omstreeks 1880

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.87 MB)

Scans (15.54 MB)

ebook (3.24 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 1. Aanvang tot omstreeks 1880

(1968)–H.J.M.F. Lodewick–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

Middeleeuwen en rederijkerstijd
± 1150 - ± 1550

[pagina 15]
[p. 15]

Middeleeuwen en rederijkerstijd
± 1150 - ± 1550
Algemene beschouwing

4

Er werd reeds op gewezen dat van onze oude literatuur een belangrijk deel in de loop der tijden verloren is gegaan. De oorzaken hiervan zijn zowel rampen (oorlog, plundering, brand), alsook het niet inzien van de waarde van deze oude boeken, zodat het herhaaldelijk gebeurd is, dat het perkament waarop ze geschreven waren, in een latere periode gebruikt werd om de boeken van diè tijd in te binden. De kunst van het drukken verstond men toen nog niet (de uitvinding van de boekdrukkunst kan men stellen op ± 1425, al zal het tot 1473 duren eer de eerste gedrukte boeken bij ons verschijnen), en van een bepaald werk bestond dus slechts een gewoonlijk klein aantal van geschreven kopieën. Wel waren deze handschriften, voorzien van vaak prachtige miniaturen in kleur, soms buitengewoon fraai.

 

Het overgrote deel van de Middelnederlandse letterkunde is geschreven in dichtvorm, - dit kwam omdat zij niet bedoeld was om gelezen maar om gezegd en beluisterd te worden. Het aantal mensen dat lezen en schrijven kon was gering, men moest dus de teksten memoriseren, en het is duidelijk dat de dichtvorm dit vergemakkelijkte.

 

Het Middelnederlandse vers is een zgn. toppenvers, d.w.z. dat elke regel een gelijk aantal (nl. 3 of 4) beklemtoonde lettergrepen, toppen, heeft; tussen deze toppen bevindt zich dan een willekeurig aantal dalen, onbetoonde syllaben.

 

Dat het lezen van deze oude teksten niet zo gemakkelijk is, komt doordat de taal nogal afwijkt van het moderne Nederlands, maar ook doordat de geest die uit deze werken spreekt, zo geheel anders is. Deze geest kenmerkt zich door:

een vaak primitieve kinderlijkheid;
een sterk gemeenschapsgevoel, mede veroorzaakt door het feit dat er eigenlijk slechts één geloof, het katholieke, was;
een theocentrische instelling, d.w.z. bij alle denken en doen stond steeds God in het middelpunt.

 

Wat de taal betreft zien wij, dat er tal van woorden gebruikt worden, die wij nu niet meer kennen, terwijl bovendien de toen gebruikte spelling oorzaak is, dat wij een woord soms niet direct herkennen.

[pagina 16]
[p. 16]

Het lezen van Middelnederlands
5

Hier volgen enkele aanwijzingen die het lezen en begrijpen van Middelnederlandse teksten kunnen vergemakkelijken:

a. de lange klinkers ā, ō, ē en ū werden in gesloten lettergrepen gewoonlijk niet aangegeven door verdubbeling, maar door achtervoeging van e of i (y): aen, voir, deilen. Dit kan evenwel tot verwarring leiden: loech kan zowel betekenen loech, d.i. de oude verleden tijd van lachen, alsook loog, verleden tijd van liegen.

b. vaak werden woorden die als een geheel uitgesproken werden ook aan elkaar vast geschreven: in dander hand = in de andere hand; willic = wil ik; ist of eist = is het; der Walewein = de heer Walewein; secgict hem niet = zeg ik het hem niet. Soms ging zo een woord geheel in het andere op, zodat b.v. dat stond voor: dat het; komt voor: komt het.

c. s staat vaak voor z: saen, spreek uit: zaan = spoedig;

sc = sch: scilde, spreek uit: schilde;

qu = kw: quam.

Verder vinden wij in de handschriften vaak u en v door elkaar gebruikt, evenals uu en vv (w): Seruaes - Servaas; bleuen: bleven; vtermaten = utermaten; vvat sechdi = wat zegt gij.

d. ui of uy werd in het Middelnederlands uitgesproken als lange ū; y of ij als lange i.e. vooral in het Westvlaams werd (en wordt!) soms aan het begin van een woord dat met een klinker begint een h uitgesproken (en dus geschreven), terwijl woorden die met een h beginnen, deze toen soms niet hadden: arde wel = harde wel (heel erg); hi hetes = hi etes (hij eet ervan); dinct hu goet (dunkt het u goed).

f. veelal werd de ontkenning dubbel uitgedrukt (vgl. Frans ne... pas, ne... personne): ne (of en)... niet, ne... nemmermeer (= nooit). Hine waende nemmermeer ontgaen = hij dacht nooit meer te ontsnappen.

Als dit ne (en) volgde op ic waren de beide woorden vaak samen getrokken tot in: Ic vruchte, in sal niet moghen gaen = ik vrees, ik zal niet kunnen gaan. Zo ook: hen quam = het en kwam = het kwam niet.

g. het Middelnederlands kende nog niet het wederkerende voornaamwoord zich, men gebruikte in de plaats hiervan het persoonlijk voornaamwoord: hem scamen = zich schamen; hi seinde hem - hij zegende zich, d.w.z. hij sloeg een kruis.

Het begrijpen van de tekst wordt vaak vergemakkelijkt door luidop lezen: wij worden dan minder gehinderd door het afwijkende schriftbeeld.

Indeling van de Middelnederlandse letterkunde
6

Men kan bij de indeling van de Middelnederlandse literatuur op diverse wijzen te werk gaan: volgens de standen, naar de tijd van ontstaan, of naar het genre, maar geen dezer methoden is bevredigend. Om tot een overzichtelijk en toch niet geforceerd geheel te komen is bij de hier gebruikte onderverdeling gebruikt gemaakt van elk der drie mogelijkheden.

Het zwaartepunt van de cultuur, die sterk onder invloed van de Franse staat, ligt in de Middeleeuwen in het zuiden: vooral in Vlaanderen en Brabant. Als wij nu de bewaard gebleven Middelnederlandse literatuur overzien, bemerken wij dat er

[pagina 17]
[p. 17]

eerst van de 13de eeuw af gesproken kan worden van een ononderbroken stroom. Daaraan vooraf gaat echter de alleenstaande figuur van de Limburgse edelman Heynric van Veldeken.

De drie standen die het middeleeuwse leven bepalen zijn: adel, geestelijkheid en burgerij, - en met elk van deze standen correspondeert een literair genre. Andere literaire genres, als het lied en het toneel, treffen wij aan bij meer dan een stand. Dit alles in aanmerking nemend komen wij tot de volgende onderverdeling van de Middelnederlandse letterkunde:

Heynric van Veldeken
Ridderlijke letterkunde
Geestelijke letterkunde
Burgerlijke letterkunde
Lied
Dierdicht
Proza
Toneel
Rederijkerskunst.

De kunst van de Rederijkers vormt a.h.w. de afsluiting van de Middeleeuwen en de overgang naar de Renaissance.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken