Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 2. Omstreeks 1880 tot heden (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 2. Omstreeks 1880 tot heden
Afbeelding van Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 2. Omstreeks 1880 tot hedenToon afbeelding van titelpagina van Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 2. Omstreeks 1880 tot heden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.65 MB)

Scans (21.34 MB)

ebook (3.35 MB)

XML (1.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing. Deel 2. Omstreeks 1880 tot heden

(1968)–H.J.M.F. Lodewick–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 211]
[p. 211]

Noord- en Zuid-Nederland
omstreeks 1920 tot omstreeks 1940

[pagina 213]
[p. 213]

Noord- en Zuid-Nederland
omstreeks 1920 tot omstreeks 1940
Algemene oriëntering met betrekking tot de letterkunde ca. 1920-ca. 1940

50

In de middeleeuwen vormde de letterkunde van Zuid- en Noord-Nederland één geheel, het culturele zwaartepunt lag daarbij in het zuiden: Limburg, Vlaanderen, Brabant. Het jaar 1585 (val van Antwerpen) is van belang omdat dan de scheiding tussen Noord en Zuid definitief lijkt te worden; opkomst van het ene gepaard aan achteruitgang van het andere leidt tot een verplaatsing van het culturele zwaartepunt naar Noord-Nederland. Het duurt tot de negentiende eeuw vóór de Zuidnederlandse literatuur weer een rol van betekenis gaat spelen: de Vlaamse beweging komt op voor de rechten van eigen taal en cultuur, en vooral dank zij Guido Gezelle en de Van nu en straksers leidt deze beweging ook tot een artistieke overwinning. Daarna beginnen de Noord- en Zuidnederlandse letteren weer naar elkaar toe te groeien, en zo wordt de betreurde noodzaak beide literaturen afzonderlijk te behandelen hoe langer hoe kleiner, - vandaar dat hier een poging gedaan wordt de Nederlandse letterkunde van 1920-1940 min of meer, en die van na 1940 helemaal als één geheel te zien.

 

Het literaire tijdschrift doet zijn intrede in de negentiende eeuw, - in de periode 1920-1940 is de betekenis ervan uitermate groot: de diverse groepen van in een of ander opzicht verwante schrijvers vinden er hun publieke tribune. Als wij bij de indeling van de literatuur uit deze twee decennia aansluiten bij de in deze periode bestaande tijdschriften, moeten wij echter één ding niet vergeten, nl. dat de ‘verwantschap’ tussen de leden van een groep op zeer verschillende gronden kan berusten. In Opwaartsche wegen en De gemeenschap b.v. is de geloofsbelijdenis de bindende factor, bij Ruimte en Het getij is het de kunstrichting, nl. het expressionisme. Een ander bezwaar is: de scheidslijnen zijn lang niet zo scherp als de argeloze lezer misschien zou vermoeden, - auteurs als Marsman, Slauerhoff en Bordewijk b.v. zagen er helemaal geen bezwaar in om in het katholieke tijdschrift De gemeenschap te publiceren. Tenslotte, om het bij deze drie bezwaren te laten, komt in het hier volgende overzicht een blad als De gids niet ter sprake, terwijl toch bijna elke schrijver van betekenis er in gepubliceerd heeft.

 

De letterkunde van Noord- en Zuid-Nederland volgens bovenomschreven norm indelend, komen wij tot de volgende acht groepen:

[pagina 214]
[p. 214]
1.Ruimte - Vlaamse expressionisten.
De grote figuur is de jonggestorven Paul van Ostaijen; verder worden o.a. genoemd Gaston Burssens en Wies Moens. Marnix Gijsen wordt hier alleen behandeld als dichter; als prozaïst krijgt hij een (uitvoeriger) beurt in § 66.
2.Het getij, De vrije bladen en Forum vormen drie opeenvolgende tijdschriften waarin het (Noordnederlandse) expressionisme en het vitalisme naar voren komen. Wij zien hier een sterk benadrukken van de persoonlijkheid, en in het dispuut dat ontstaat tussen voorstanders van de gave vorm van het kunstwerk en die van de sterke persoonlijkheid van de auteur (‘vorm of vent’), behoren de schrijvers van de hier genoemde tijdschriften (en met name van Forum) tot de ‘ventisten’. Iets later komt de richting die wij de ‘nieuwe zakelijkheid’ noemen.
Na Herman van den Bergh, dichter en essayist, komen in deze afdeling aan het woord figuren als Hendrik de Vries, Marsman, Slauerhoff, Ter Braak, Du Perron, Bordewijk en Vestdijk. Doch ook Zuid-Nederlanders publiceerden in Forum, dat zelfs een ‘gemengde’, uit Noord- en Zuid-Nederlanders bestaande, redactie had. Willem Elsschot werd in feite door Forum ‘ontdekt’, en ook figuren als Gerard Walschap, Marnix Gijsen en Raymond Brulez passen volkomen in deze sfeer.
3.'t Fonteintje is de verzamelplaats van Vlaamse traditionalisten als Maurice Roelants en Richard Minne; ook de iets oudere Jan van Nijlen voelt zich in dit klimaat best thuis.
4.De stem is het tijdschrift van de ethische humanisten waarvan Dirk Coster de bezieler was. Tot deze groep rekenen wij o.a. J.W.F. Werumeus Buning, M. Nijhoff en Anthonie Donker.
5.Roeping en De gemeenschap waren de tijdschriften van de katholieken. Anton van Duinkerken werd hun belangrijkste woordvoerder, Jan Engelman de voornaamste dichter, en Antoon Coolen en Herman de Man verwierven bekendheid als regionale-romanschrijvers.
6.Opwaartsche wegen was het belangrijkste tijdschrift van de protestanten, met dichters als Willem de Mérode en W.A.P. Smit, en prozaïsten als Jan H. Eekhout en Anne de Vries.
7.De socialistische en communistische schrijvers hadden geen tijdschrift dat, als bij de vorige groepen, centraal gesteld kan worden. Het zijn vooral romanschrijvers die hier naar voren treden: A.M. de Jong, A. den Doolaard, Albert Helman, Theun de Vries en de Zuid-Nederlander Lode Zielens; als essayist is Garmt Stuiveling van belang.
8.Een indeling is bijna altijd een deling die niet op gaat, - daarom wordt in deze achtste afdeling een aantal figuren behandeld die moeilijk bij een der vorige groepen ondergebracht konden worden; als voornaamsten: Filip de Pillecijn, Maurice Gilliams, Clare Lennart en Rein Blijstra.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken