Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den gheestelycken Orpheus (1660)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den gheestelycken Orpheus

(1660)–Gaudentius van Loemel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 101]
[p. 101]

Godts uytverkoren Zielen.

Men seydt somwylen van ymandt met reden te bejegenen, ofte te gemoedt gaen: Maer voorwaer my dunckt dat Gy-lieden onder u getal daer eene hebt, die voorsekers de vleyende weereldt wel wist (volgens het gemeen seggen) voorden tap te betalen, ende in haer kot te stouwen, met wat schoone op-gepronckte bedrieghelijcke woorden sy oock voor den dagh quam wist in manier va spreecken tot yder naeldt eenen draet, soo dat de loose flatteerster vande weereldt den coop most op geven: want en konde aen haer geen schoon behalen, maer was bedwongen met beschaemde roode kaken haere valsche bedrieghelijcke tongh te snoeren, ende in te trecken, soo met vrede laetende uwe vrindinne, ende mede suster, daer sy voorseker ten hooghsten wel prysens om weerdigh is, hadde het haer betaemt op den Predickstoel te staen, sy soude dien weereltschen dreck, wel soo geruert hebben, dat alle andere die haer noch eenichsints naer loopen, oock eenen affkeert van haeren vuylen stanck soude ghekregen hebben. Het welck ick hope sy noch alle doen sullen als sy hare reden hooren die sy ons met eenighe verskens hier voortsbrenght met het volgende Liedeken dat die wyse voorsichtige Godtvrughtige Maget ge-

[pagina 102]
[p. 102]

songhen Heeft. Voor eerst laet ons dan neerstich toeluysteren.

 
Heb ick reden om te spreken,
 
Ick sal wereldt u gebreken,
 
Tijd’llick brenghen aen den dagh,
 
De wijl het my gebeuren magh,
 
Off ghy schoon wordt aengebeden,
 
Ick en sal daerom met reden,
 
In het minst niet laeten sien
 
Dat ick u oock wereldt dien,
 
Maer ick moet alleen bewijsen,
 
Dat men u niet dient te prijsen;
 
VVant ick vinde metter daet,
 
Dat het quaet de deucht verlaet,
 
Hier om dient ghy stil te swijghen,
 
‘K Moet u eens by ‘t lichaem krijghen
 
En bethoonen met de pen
 
Hoe ‘k tot u genegen ben:
 
VVant ghy schoone schijn Godinne
 
Hoogh ge-eerde geltslavinne
 
Telster van het vies gebroet
 
Dat hier niemandt goet en doet.
 
Ghy die vele quade saken,
 
VVeet aen menich goet te maecken
 
En bestelt een vremde standt,
 
Yder in sijn Vaderlandt.
 
‘K Sie met half ontsloten oogen
 
Dat ghy staegh wilt sijn bedrogen
 
Dus wie dat u wel besiet
 
Die en vindt sijn vreuchde niet.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken