Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put (1957)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put
Afbeelding van Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de PutToon afbeelding van titelpagina van Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (9.35 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.50 MB)

tekstbestand






Editeur

N.C.H. Wijngaards



Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put

(1957)–Mechteldis van Lom, Barbara de Put–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ga naar margenoot+30. Beklagh liedeken van Maria tot den enghel Gabriel over haer bitter lijden.

Vose:
Schoone de meij dus martelesert.

 
Maria:
 
O Gabriel, ghij hemels legaet,
 
aen mij van Godt hoogh gesant,
 
ghij groete blij met een ave soet,
 
dat sonder wee is genamt.Ga naar voetnoot115.
5[regelnummer]
Maer siet nu doch eens, wie dat ick ben:
 
een droeve moeder, vervuldt met wee en pijn.
 
 
 
Gabriel:
 
O Moeder van mijnen soeten Heer,
 
d'ick sonder wee heb gegroet,
[pagina 215]
[p. 215]
 
siet: al wat dat ghij nu lijdt alhier,
10[regelnummer]
sal in vrught verkeeren soet.
 
Naer deze uwe droefheijt en pijn,
 
suldij boven al bij Godt verheven sijn.
 
 
 
Ga naar margenoot+Maria:
 
O Gabriel, sterckheijt Godts genaemt,
 
oock seijdij tot mij voorwaer,
15[regelnummer]
dat ick was vol van grati plaijsant!
 
Nu ben ick in droefheijt swaer,
 
in bitterheijt en in pijne groot,
 
een droeve moeder, benauwt al totter doot.
 
 
 
Gabriel:
 
O gebenedijde moeder soet,
20[regelnummer]
veracht u de wereldt nu,
 
de tijt die sal noch eens comen goet,
 
dat t'al sal lopen tot u!
 
Dan sult ghij helpen een ieders noot,
 
naer u wel believen en mogentheijt groot.Ga naar voetnoot116.
 
 
 
Maria:
25[regelnummer]
O Gabriel, ghij Artsch Engel reijn,
 
ghij seijde: d'Heer is met u!
 
Nu siet hem hanghen aen t'cruijs vijleijnGa naar voetnoot117.
 
en daer sterven de doot nu.
 
Hij wort begraven in dese tijt,
30[regelnummer]
dus ben ick soo langhe sijn presenti quit.
 
 
 
Ga naar margenoot+Gabriel:
 
O schoon cierat van hemel en erdt,
 
o weerde Moeder Godts reijn,
 
d'absenti van uwen soon eerweert
[pagina 216]
[p. 216]
 
is naer sijn menscheijt alleen.
35[regelnummer]
Sijn Godtheijt sal altijt bij u sien
 
en sult hem hast wederom verriesen sien.Ga naar voetnoot118.
 
 
 
Maria:
 
Ghij seijden oock, o hemelschen baedt:Ga naar voetnoot119.
 
Boven al gebenedijt!
 
Nu siet, mijnen wee te boven gaet
40[regelnummer]
alle vrouwen deser tijt!
 
De wereldt heeft nu met mij den spot,
 
maer boven al met mijnen soon, haeren Godt
 
 
 
Gabriel:
 
Is dat de wereldt nu met u spot,
 
o suijver Maghet schoon,
45[regelnummer]
ghij blift nochtans de moeder van Godt
 
en ons glori, vreught en croon;
 
een cooningin van hemel en erdt,
 
die alle natijen sullen eeren weert.
 
 
 
De Siele:
 
Lieve vrouw, Moeder, vol droefheijt groot,
50[regelnummer]
sijt eewigh gebenedijt!
 
Comt mij te hulp in d'ur van mijn doot
 
en maeckt mijn siel verblijt
 
met u soete teghenwordigheijt.
 
Stiert al mijn ganghen en maeckt mij wel bereijdt.
 
fin.
margenoot+
hs. p. 142
voetnoot115.
Woordspeling: a-ve dat ‘sonder wee’ is genamt.
margenoot+
p. 143
voetnoot116.
Macht.
voetnoot117.
Vileinich, kwaadaardig. Hier: afgrijselijk.
margenoot+
p. 144
voetnoot118.
Hast - spoedig.
voetnoot119.
Bode.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken