Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put (1957)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put
Afbeelding van Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de PutToon afbeelding van titelpagina van Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (9.35 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.50 MB)

tekstbestand






Editeur

N.C.H. Wijngaards



Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put

(1957)–Mechteldis van Lom, Barbara de Put–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ga naar margenoot+34. Een ander samen sprack tussen den Engel bewaerder ende de siele.

t'Kan gesongen worden op de vose:
Schoone de meij

 
Siel:
 
O schoon cierat van den hemel pur,
 
o hemelsche schoonheijt fris,
 
comt te hulpe mijn swaere doleur
 
met uwen bijstant wies!
5[regelnummer]
Och, komt en wilt vertoeven niet langh!
 
Want mijn herteken dat is nu al soo bangh.
[pagina 226]
[p. 226]
 
Enghel:
 
Ick ben alhier, Godt minnende siel,
 
wat wildij nu dat ick doen?
 
Waerom schrijdij weder aldus veel
10[regelnummer]
met sughten seer ongewoon?
 
Seght mij, wat isser dat u dus quelt
 
en waerom ick u siene soo seer ontsteelt
 
 
 
Siel:
 
Mijn siele is in benauwtheijt seer,
 
vol droefheijt totter doot.
15[regelnummer]
Waer ick mij winde of waer mij keer,
 
k'en vint nievers geenen troost.
 
Siet: dien Godt van alle soeticheijt
 
die heeft mijn siele vervuldt met bitterheijt!
 
 
 
Enghel:
 
Beminde, waerom dus geturbiert?Ga naar voetnoot135.
20[regelnummer]
Waerom aldus seer bedroeft?
 
Ghij u selven maer en tormentert,Ga naar voetnoot136.
 
daer ghij 't doch niet en behouft.
 
Uwen Godt is toch niet vree noch steur!
 
Betrouwt in hem, hij salder u helpen deur!
 
 
 
Siel:
25[regelnummer]
Den hemel is gesloten soo vast
 
voor mij, K'en kander niet deur!
 
De creaturen sijn mij tot last,
 
sij en doen mij gheen faveur.
 
Het ardtrijck schijnt mij een herdt metal,
30[regelnummer]
daer ick oock gheenderhande troost in en hael.
 
 
 
Enghel:
 
Dit is, o siele, u fantasij!
 
En wilt toch daer niet op staen!
[pagina 227]
[p. 227]
 
Hoort een woordeken en weest dan blij;
 
hoort, ghij kont seer wel doorgaenGa naar voetnoot137.
35[regelnummer]
met u versuchten den hemel schoon,
 
tot bij Godt almaghtich in den hooghen troon.
 
 
 
Siel:
 
Is dit alsoo, hoe magh het dan sijn,
 
dat mijnen soo soeten Heer
 
mij niet en verloest ut dese pijn,
40[regelnummer]
of doet mij eenigh faveur,
 
maer schijnt mij t'hebben verlaeten heel?
 
Dit sweert doorsnijdt mij t'binnenste van mijn siel!
 
 
 
Enghel:
 
Godt laet dit soo toe in deser tijt
 
om te konnen kennen claer,
45[regelnummer]
wie en hoedanigh dat ghij hier sijt
 
en wat ghij vermoght voorwaer:
 
van u selven niet dan op val groot,
 
maer door Godt kont ghij t'al doen en lijden soet.
 
 
 
Siel:
 
Bewaerder goet, uwen soeten troost
50[regelnummer]
verblijdt mijn herteken bangh.
 
Nochtans soo waer ick geme verloest
 
van dies pijn en swaer gedrangh.
 
Want ick hierdoor mijnen Heere soet
 
niet en can gedienen met een blij gemoet.
 
 
 
Enghel:
55[regelnummer]
Ghij en moght noch gheenen troost
 
in dese u pijn en smert.
 
Den wegh des lijdens moet ghij in gaen,
 
den heere dit soo begheert.
 
Schept een couragi, maeckt goeden moet,
[pagina 228]
[p. 228]
60[regelnummer]
int meeste lijden is d'meeste blijtschap soet!
 
 
 
Siel:
 
Ick bidt u dan, o mijn broeder soet,
 
dat ghij mijn siele gewies
 
wilt bewaeren t'allen tijden goet,
 
wantse u bevoellen is.
65[regelnummer]
Draght sorge, dat u schapken bemint,
 
van de helsche wolven niet en wort verslint.
 
 
 
Enghel:
 
Betrouwt mij dit o, minnende siel,
 
want u bruijdgom, mijnen Heer,
 
heeft mij bevoellen met sorge veel
70[regelnummer]
u t'bewaeren voor dangier.
 
Dus sal u bijstaen nu en altijt,
 
gelooft dit vast en dient den Heer met iolijt!
 
fin.
margenoot+
hs. p. 160
voetnoot135.
In beroering, ontsteld.
voetnoot136.
Kwellen.
voetnoot137.
Doordringen in.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken