Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaemsche dichtkunst. In vier zangen in heldenversen beschreeven, en verrykt met geschied- en letterkundige aenteekeningen, gevolgd door de Vlaemsche prosodia (1842)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaemsche dichtkunst. In vier zangen in heldenversen beschreeven, en verrykt met geschied- en letterkundige aenteekeningen, gevolgd door de Vlaemsche prosodia
Afbeelding van Vlaemsche dichtkunst. In vier zangen in heldenversen beschreeven, en verrykt met geschied- en letterkundige aenteekeningen, gevolgd door de Vlaemsche prosodiaToon afbeelding van titelpagina van Vlaemsche dichtkunst. In vier zangen in heldenversen beschreeven, en verrykt met geschied- en letterkundige aenteekeningen, gevolgd door de Vlaemsche prosodia

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

Scans (291.89 MB)

ebook (3.74 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

gedichten / dichtbundel
poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaemsche dichtkunst. In vier zangen in heldenversen beschreeven, en verrykt met geschied- en letterkundige aenteekeningen, gevolgd door de Vlaemsche prosodia

(1842)–Thomas van Loo–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 31]
[p. 31]


illustratie

Vyfde Hoofdstuk.
Van de kunst om schoone versen te maeken.

V. Waer in bestaet de behendigheyd om schoone versen te maeken?

 

A. Gedeurig den Regel van Horatius indagtig te zyn, die gezeyd heeft:

 
Non satis est pulchra esse poëmata, dulcia sunto,
 
Et quocumque volunt animum auditoris agunto.

V. En wat doen om zoo ver te koomen?

 

A. Voor een grootste punt de best geschikte bynaemen (epitheta) voor de zelstandige naemwoorden, (substantiva) en de schoonste wissel woorden (synonyma) te kiezen, en een voorwerp een enkelen naem draegende door eene schoone omspraek (periphrasis) uytedrukken.

 

V. Wat noemt gy een bynaem (epitheton)?

 

A. Een bynaem, is een byvoeglyk naemwoord (adjectivum) het welk d'eygenschap of de tegenwoordige gesteltenis van een voorwerp te kennen geeft. B.V. een onweer doet den zeeman dugten, stelt nu eens een bynaem voor onweer en een voor zeeman, en zegt: een yslyk onweer doet den ruwen zeeman dugten, en wederom: de zon koomt uyt, en geeft de schippers moed: geeft nu een bynaem aen zon, aen schipper en moed, en zegt aldus: de blyde zon koomt uyt, en brengt een nieuwen moed de matte schippers aen.

[pagina 32]
[p. 32]

De juyste keus der bynaemen geeft aen de dichtkunst, gelyk aen de redekunst de klaerheyd der uytdrukking, die beyde vereysschen.

 

En voor de werkwoorden, B.V. eer bewyzen (sinonyme) eerbied geeven, hulde bieden, eeren, verheerlyken, enz voor slaepen zult gy neemen sluymeren, enz.

 

Voor onze dichtkunst zou er zoowel als in 't latyn eenen Parnassus trap (gradus ad Parnassum) kunnen gemaekt worden, waer in men by elk woord alle de bezonderste bynaemen wisselwoorden, omspraeken enz: Zoude verzaemeld vinden.

 

God, het oneyndig opperwezen, den opperal, oorsprong aller dingen, die voor alle eeuwen is, en door alle eeuwen blyft. - Aen wiens gedugte stem 't heelal gehoorzaem is: enz:

 

V. Wat noemt men een wisselwoord (synonymum)?

 

A. Een wisselwoord is een woord in de plaets van een ander gebruykt, het welk de zelfde beteekenis heeft, en in versen dikwils vereyscht word, 't zy om het rym te vinden, 't zy voor de bevalligheyd der dichterlyke uytdrukking.

 

V. Geeft hier van een voorbeeld.

 

A. Ik moet het woord zoon gebruyken, maer dit koomt my niet wel te pas, zoo neeme ik in de plaets het woord Kroost Telg, Spruyt, Huwelyksvrugt enz. Welke ook voor het woord dogter konnen gebruykt worden.

 

Zoo zegt men voor het woord Koning, vorst, Monark, Troonbezitter, enz. voor Peerd, Klepper, Draever, Ros, Welke alle en diergelyke nog door een omspraek uytgebreyd op verscheyden manieren gebruykt worden.

[pagina 33]
[p. 33]

V. Wat is eene omspraek? (périphrasis.)

 

A. De omspraek is de uytdrukking van een woord, door het zelve in zyne eygenschappen of nuttige betrekkingen aftebeelden. B.V. het Goud. Perus geel metael, Potosis geel metael den Arend: Jupyns Blixem voerder den Haen den dag verkondiger, den Nagtegael, den gevederden Orphéus der Bosschen, den Lauwrier. Apollos kraekend loof of groen. de Zwaluw, de voorbodin der lent. de Roos, de Koningin der Bloemen enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken