Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Frank van Borselen en Jacoba van Beijeren (1790)

Informatie terzijde

Titelpagina van Frank van Borselen en Jacoba van Beijeren
Afbeelding van Frank van Borselen en Jacoba van BeijerenToon afbeelding van titelpagina van Frank van Borselen en Jacoba van Beijeren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.24 MB)

ebook (3.35 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Frank van Borselen en Jacoba van Beijeren

(1790)–Adriaan Loosjes–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 152]
[p. 152]

[19]

De dag door Borselen en Jacoba, in de slingering gen van hoop en vreeze gesleeten, was ten avond gedaald, en de schemeringen des nachts, door geen maanschijnzel verlicht, wierden nog verdubbeld door dikke regenwolken, die reeds den geheelen dag gedreigd hadden los te barsten.... en van Borselen hadt het uur der zamenkomst op twee uure vastgesteld - en Jacoba zorgde, dat tegen dien tijd het geheel Hofgezin in rust geraakt was. Met angst telde Jacoba de oogenblikken.... Bathilde kwam bij haar omtrent één uure geheel reeds in reisgewaad. Zij hielp de Graavin haare kleederen aan, en de gesprekken waren zeer weinige. - Dikwijls zuchtte Jacoba zeer diep - en geheel gekleed zijnde, wierp zij zich voor het kruisbeeld neder, en badt:

God des Hemels en der Aarde! Hoor, hoor de smeekstemme van eene uwer kinderen. Gij kent de angsten, die mij kwellen. - Ondersteun mij in den stap, den gewigtigen stap, dien ik tot geluk mijns leevens doen zal. - Ach! ik weet mijn hart zegt mij, hij strijdt tegen mijn verdrag met mijnen bloed-

[pagina 153]
[p. 153]

verwant - maar Goedertierene! mag eene Vrouw beloften worden afgewrongen.... Ach....

Hier rees zij in vervoering van drift op, en greep de hand van Bathilde.

Gaa gij alleen ter hofpoorte uit, en zeg aan den dierbaarsten mijner ziele, dat ik zidderende voor het verbreeken van mijn verdrag.... Zeg hem, dat ik zwaarigheden.... Zeg hem, dat ik niet komen kan....

Bathilde.

Vreest gij dan, Mevrouw! dat uw geheim huwelijk openbaar zal worden....

Jacoba.

Ach, Vriendin! is dan het verbreeken mijner beloften niets?

Bathilde.

Beloften met het zwaard op de keel ten monde uitgedrongen... zulke beloften, mijne dierbaare Vorstin, zijn van geen, althans van zeer weinig klem.

Jacoba.

Ach, 'er spreekt een booze geest door uwe tong... Gaa heen, gaa heen. -

Bathilde.

Gij zult dan den bevalligsten....

Jacoba.

Ach, dat zegt niets, ik zal den braafsten, den edelsten, jaa dien zal ik opofferen....

[pagina 154]
[p. 154]

Bathilde.

Zulk een offerande eischt de Hemel niet van ons af. Zulk een offer en niet aan den Hemel, maar aan eenen dwingelandschen Neef.

Jacoba.

Welaan.... ik zal dan.... ik moet dan... mijn noodlot sleept mij weg.... De zandlooper is bijkans ledig. - Ach, het is tijd, mijne Vriendin! - Alles schemert voor mijne oogen. Leid mij weg - leid mij weg als een slachtoffer van mijne driften... o mijne beenen zidderen onder mij. - Mijne loome voeten zullen mij weigeren te brengen tot die plaats, waar ik mijne beloften verbreeken en volbrengen zal....

Bathilde boodt haar de hand, en het licht uitgedaan hebbende, traden zij het vertrek af, en aan de poort gekomen, bezweeken bijkans Bathilde's kragten, om dezelve te openen, zonder eenig merkelijk geraas te veroorzaaken. 't Gelukt eindelijk, en buiten 't hof gekomen, hoorde zij de stem van van Borselen, die door eenen hoest zich aan haar ontdekte. In den stormachtigen nacht blonken zelfs geene sterren, en Jacoba moest met Bathilde op het geluid af van Borselen vinden. Zij ontmoeten egter weldraa elkander, en Borselen drukte de beevende Jacoba aan zijn hart: Bathilde met een kleinen bondel, waarin de manskleederen van Ja-

[pagina 155]
[p. 155]

coba, die zij bij haare ontvluchting uit Gent gedraagen hadt, waren t'zaamgepakt, volgde zeer na hetpaar op de hielen, dat den weg na Voorburg opsloeg, terwijl de regen en wind hunne gesprekken verstoorden. - Egter zeide Jacoba:

Dierbaarste Vriend! bijna, bijna was mijn moed bezweeken: en nog, nog aarzel ik - ach, ik schend immers mijne belofte....

Borselen (op eenen lachenden toon.)

Mijne waardste! wees toch gerust. - Op wien zal die schending gewroken worden, zo 'er zich Phlips al over belgde - immers op niemand anders, dan op mij.

Jacoba.

En immers alles wat u treft, wellust van mijn hart, treft ook mij. - Van Borselen.... mijn hart is beklemd....

Van Borselen.

Als het hart eener beminnelijke Bruid. - Wees gerust. Ons huwelijk zal, zo lang zulks mogelijk is, een geheim blijven: en... maar wat zorgen wij...

Jacoba.

Ach, agter dat en mijn vriend, schuilt de zwaarigheid....

Van Borselen.

't Is de eigenschap van gevoelige zielen, dat zij, als haar een groot geluk nadert, zich wolken

[pagina 156]
[p. 156]

van zwaaren rampspoed in het verschiet schilderen, wolken, die of nimmer bestaan zullen, of veel minder geducht zijn in haare uitbarstingen, dan eene aangevuurde verbeelding dezelve afmaalde. Dat wij ons haasten, mijne vriendin - want voor den morgenstond moet Bathilde te rug - en wij zullen den dag op een mijner jagthuizen bij eene eenvoudige Boerin doorbrengen, en tegen het vallen van den avond in 's Haage te rug keeren. - Gij in mansgewaad vermomd. Bij mijne hovelingen heb ik voorgegeeven, dat ik om eene allergewigtigste en geheimste zaak mij heden te Delft volstrekt bedekt moest ophouden. Zodat, mijne waardste! heb geen zorg. Alles is zodanig bestoken....

Jacoba.

Ach! de Hemel mijn Vriend! is getuige van onze daaden. Die goede Hemel weet mijne misstappen. Ach....

Van Borselen.

Gij bedroeft mij door uwe ijdele bekommernissen.... Moest ons - (en hier drukte hij bijkans met eene ruwe drift haare beide handen) moest ons dan grooter verderf overkomen. Is het u een te kleine ellende. - Ach, mijne te gevoelige Bruid! Laat ik u zo mogen noemen, want weinige oogenblikken maar.... en wij zijn Echtgenooten. - Welke afgrijslijke gevolgen kan zich mijne verbeel-

[pagina 157]
[p. 157]

dingskragt afschilderen - als ik mij voorstel.... dat wij door de hevigheid onzer hartstogten....

Jacoba.

Ach, jaa! mijn Vriend! dat zou ijslijk, onuitdrukbaar ijslijk zijn. - De gedachte, alleen de gedachte daaraan doet mij bijkans bezwijken....

Van Borselen.

En hoe mogelijk egter.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken