Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van Mejuffrouw Susanna Bronkhorst. Deel 1 (1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Historie van Mejuffrouw Susanna Bronkhorst. Deel 1
Afbeelding van Historie van Mejuffrouw Susanna Bronkhorst. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Historie van Mejuffrouw Susanna Bronkhorst. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.64 MB)

ebook (3.27 MB)

XML (0.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van Mejuffrouw Susanna Bronkhorst. Deel 1

(1806)–Adriaan Loosjes–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 268]
[p. 268]

Een en dertigste brief.
Mejuffr. de Wed. Arnoldus Elzevier aan Mejuffr. Charlotte Elzevier.

Rotterdam, 2. Januarij.

Waarde Kleindochter!

 

Oude menschen zijn net als de kinderen, zegt men, en het is waar; dat merk ik zoo dikwijls. Ik heb het van den morgen al weêr ondervonden. Toen ik daar de brieven zoo van uw Vader en mijne andere kinderen, en daarbij ook uw' lieven brief op tafel zag liggen, begonnen de waterlanders in mijne oogen te komen. Wat heeft, dacht ik zoo in mij zelve het eene mensch veel boven het andere vooruit. Wat geniet ik een zegen boven duizend andere menschen. Drie brave kinderen, allen gelukkig getrouwd, en oppassende - en dan zoo een zoet meisje, Lotje, dat naar mij heet ... dat nu ook al een heel mensch begint te worden ... die mij zoo een' kostelijken brief geschreven heeft.... Ik dankte God den Heer overluid, want dan kan ik mij zelve best verstaan, en bad hem, dat ik op mijn ouden dag niet hoogmoedig worden mogt op zoo een' buitengemeenen zegen. - Nu, kind! uw oude

[pagina 269]
[p. 269]

Grootmoeder, al schrijft zij wat kreupel, want toen ik jong was leerde men zooveel niet als nu; en mijn vingers beginnen zoo wat te trillen; nu dat komt 'er wel jonger over, ik wilde maar zeggen, Lotje! uw Grootmoeder heeft u in haar gebed niet vergeten. Jonk en teêr, Ligt om veer - staat in een boekje.... Ik heb God gebeden, dat hij toch voor u zorgen zoude, als gij voor u zelve niet zorgt; want zoo zijn wij menschen, en jonge menschen bovenal. - Wij denken altijd, vrede, vrede en geen gevaar - en 'er is somtijds heel groot gevaar naar ligchaam en ziel beide. De jonge menschen hebben somtijds zulke hooge denkbeelden van hun kracht en sterkte ... en ja zij leunen op een menschelijken rietstaf. Daarom, lieve Lotje! steun toch niet op eige krachten. Zijt ootmoedig, vrees God en bemin uwe Ouders. - En dat dit nieuw jaar voor u gelukkig zijn mag, God de Heer zij met u in alles. - Amen!

Als uwe ouders het u toestaan, kom dan eens over, om de Maasvreugd te zien. Oom Willem zal u wel van Delft met zijne koets afhalen - en zoo uw Amsterdamsch vriendinnetje bij u gelogeerd is, brengt ze meê, want ik hou, gelijk gij weet, veel van jonge menschen. Oom en Tante zullen u zoo veel plaisier doen als ze kunnen - en uwe ouders behoeven niet bekommerd te zijn, als gij bij ons zijt. Men rijdt met koetsen en vrachtwagens op de

[pagina 270]
[p. 270]

Maas, zoodat zwarigheid is 'er niet. Misschien, dat als gij overkomt, dat ik dan zelfs nog eens in een koets mij naar de Maas laat rijden. Dan zult gij misschien vijftig jaar na mijn dood, als het eens een koude winter is, zeggen - Ja laat zien in het jaar .... zoo veel reed ik met mijne Grootemoeder van zes en zeventig jaar in eene koets op de Maas.... Nu, Lotje! als gij komt, zorg dan terdeeg dat gij u wel dekt, want ik ben niet voor dat naakte in ons land. Menig meisje gaat 'er ontijdig door naar het graf. Schrijf mij toch spoedig weêr - en geloof dat ik ben

 

Uwe liefhebbende Grootmoeder

 

Charlotte Muntendam Wed. A. Elzevier.

 

Charlotte had op het omslag geschreven.

 

‘Suse! gij ziet, hoe gij Grootmoeder ook welkom zijn zult, zoo gij nog besluiten mogt, om over te komen. - ô Kom verras, verras mij nu met de tijding, dat gij nog komen zult. Uwe lieve Mama is immers nu weder in orde. - Maar ik word moê van u uit te noodigen.’ -

 

‘L.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Historie van Mejuffrouw Susanna Bronkhorst (6 delen)