De laatste zeetogt van den Admiraal de Ruiter

Achtste boek.

Bladz. 261. Reg. 9.

Naar 't oude volksverhaal, Enceladus, getroffen enz.

Enceladus volgens de fabelleer, zoon van Titan en de aarde, de grootste der reuzen, die tegen Jupiter hadden zamengezworen, op wien Jupiter, na hem met den bliksem getroffen te hebben, den berg Aetna zou hebben nedergeworpen. Zie Virgilii Aeneis Lib. III. V. 578.

[p. 508]

Bladz. 262. Reg. 12.

Zoo zag Andromeda, op d'oever dezer zee enz.

Andromeda, de dochter van Cepheus en Cassiope, om de trotschheid harer moeder, die roemde, dat zij Naereis in schoonheid overtrof, door de Nimfen aan eene rots vastgekluisterd en aan een zeegedrogt blootgesleld; doch, dit zeegedrogt daarna door Perseus, in zijn vaderland terugkeerende, gedood zijnde, met hem gehuwd.

Reg. 21.

Nu Ruiter met zijn vloot Milazzo's haven nadert.

Milazzo is eene versterkte stad aan een' kleinen zeeboezem, in 't Val di Demona in Sicilie.

Bladz. 264. Reg. 10.

Om Don Toledo's hof die blijmaar te doen hooren, enz.

Don Francisco de Toledo, Marquis de Villa Franca was Onderkoning van Sicilie. Br. L. bl. 929.

Reg. 11.

De schrandre van der Poort, enz.

Johan van der Poort was Secretaris van den Admiraal de Ruiter op dezen togt. Br. L. bl. 929.

[p. 509]

Bladz. 267. Reg. 8.

Palermo de ankers enz.

Palermo eene voorname stad van Sicilie aan de noordelijke kust van 't Val di Mazara, aan den mond van de rivier Oreto.

Bladz. 268. Reg. 10.

Ik telg van Gakcias, enz.

De Toledo's stamden af van de aanzienlijke familie der Garciassen, die koningen en krijgslieden onder hunne stamvaders telden.

Reg. 17.

Zoo oogst Messina's Zeis, enz.

Messina is de hoofdstad van het eiland en het koningrijk Sicilie aan 't Faro di Messina, in 't Val di Demona gelegen. Het werd oudtijds in 't grieksch Zancle (ζαγκλη) dat is Zeis geheeten.

Bladz. 271. Reg. 2.

Een aantal Leeraars enz.

Wie wegens deze Leeraars en de edelmoedige en aanhoudende pogingen van de Ruiter aangewend, om die ongelukkigen te verlossen een naauwkeurig en omstandig verslag begeert, zie deswegens het door Brandt opgeteekende in 's mans leven. bl. 933-942. en 't Verhaal van de vervolginge der Euangelische Leeraren in Hungarien, Amsterdam 1677.

[p. 510]

Bladz. 290. Reg. 9.

Voert hij Don Beltran toe, enz.

Don Beltran de Guevarra, Generaal der galeijen te Milazzo. Br. L. bl. 949.

Reg. 16.

Uw krijgsgaleijen en 't fregat van Don de Laye?

Mattheus de Laye voerde het gebied op het eenig Spaansch schip, het fregat Rozario, dat de Ruiters vloot vergezelde. Br. L. bl. 947.

Bladz. 291. Reg. 6.

Het zwakke Ibiso aan Vivonnes vuist te ontrukken.

Ibiso eene sterkte, ruim acht Italiaansche of twee Duitsche mijlen van Messina gelegen. Br. L. bl. 943.