Watervloed in 't Jaarmdcclx. Aardbeevingen ten deezen tyde. Aanblik van Vrede. Voorstel, door den Hertog vanbrunswyk, daar toe van de Engelsche en Pruissische zyde gedaan. Hoe van de Fransche, Oostenryksche en Russische zyde beantwoord. Van geen gevolg, en het volduuren des Krygs door den een den ander ten laste gelegd. Dood des Konings van Engelandgeorge den II. zyn Opvolger zet den Oorlog voort. De Beroovingen en Verbeurtverklaaringen onzer Schepen door de Engelschen houden aan. Valsche Betichtingen onzer Zeehandelaaren. Het Veilgeld voor een Jaar verdubbeld. De Deenen, zich tegen 't zelve verzettende moesten het egter betaalen. Het leveren van den
[p. 86]
Tienden- en Vyfden- Man, ten dienst der Oorlogschepen, opgeheeven. 't Vredes verdrag met de Algerynen nader opgehelderd. Het Huwelyk van den Prins vannassau weilburgmetcarolinavoortgezet. Bekendmaaking daar van aan de onderscheidene Gewesten. Hoe Holland zich in deeze zaak gedroeg. Hoe Utrecht. Holland kant zich ter Algemeene Staatsvergadering aan tegen het doen eener Gelukwensching, die egter geschiedt. Zwaarigheid by Holland gemaakt om van wegen dat Gewest eene Gelukwensching af te leggen. Gelukwenschingen. De Prins vannassau weilburgtot Generaal van de Infantery van den Staat verheeven. Huwelyksgaven van Friesland en Overyssel aan Prinsescarolina. Voltrekking des Huwelyks. Vreugdebedryven. Gelukwensching der Staaten van Holland. Begroetingen der Nieuw Getrouwden. Twee Maaltyden door den Prins vannassau weilburggegeeven. Beschryving der Feestzaalen. De Jaardagen van den Erfstadhouder en vancarolinagevierd. De Prinses vannassau weilburgbevalt van een Prins, by den Doopwillem george belgicusgcheeten. Hoogloopend geschil o er de Regeeringsbestelling te Kampen. De Magistraat zegepraalt op de Gemeente. Behandeling van Burgemeesterroldanus. Geschillen in Gelderland over het uitroeren des Reglements van Voogdyschap. laurens pieter van de spiegeltot Raad van Goes aangesteld. Bepaaling van een Artykel in
[p. 87]
het Reglement der Regeeringsbestellinge te dier Stede. Geschil tusschen Holland en Stad en Lande over de Lyfrenten. De Schepen en Goederen der Groningeren in Holland in bestag genomen. Die der Hollanderen in Groningen. Staaten van Stad en Lande vervoegen zich met beklag by de andere Bondgenooten. Staaten van Holland verdeedigen hun gehouden gedrag. Die van Stad en Lande verantwoorden zich. De zaak ter bemiddeling aan de Algemeene Staaten voorgesteld. Staaten van Holland wederleggen de gedaane verantwoording. De wederzydsche hardigheden verzagten. Het Geschil bygelegd. Eene veilige Legplaats voor de Schepen agter de Horst wordt verwaarloosd.