Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.68 MB)

Scans (1.47 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1932)–Jac. van Looy–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 13]
[p. 13]

Slapeloos

 
Hij komt met geruischloozen vleugelslag aan,
 
De donkerlokkige knaap,
 
Hij staart met zijn peinzende oogen mij aan,
 
De droomen-brengende Slaap.
 
 
 
Hij vouwt om mijn peluw zijn wieken wijd
 
Met loom gebogene lijn
 
En over mijn voorhoofd zijn adem verglijdt
 
In schaduw van maneschijn.
 
 
 
Dan aan mijn legersteê zet hij zich neêr,
 
Het hoofd in de handen geleund,
 
En nokkende preevlend zuchten teêr,
 
Hebben zijn lippen gekreund:
 
 
 
‘Gedreven van wereld-tot-wereldkust
 
Door de oogen der dagende Dag,
 
Ik voer met mij mede verdooving en rust
 
In eindeloos zelfbeklag.
 
 
 
Ach, waarom liet ik mijn broeder alleen,
 
Mijn tweelingbroeder de Dood,
 
Sluimeren wilde ik gaan tot hem heen,
 
Sluimeren zoet in zijn schoot.’
[pagina 14]
[p. 14]
 
Zoo weent hij en hult met wanhopig gebaar,
 
Met angstig vertrokkene mond,
 
Het vochte gelaat zich in 't ravenzwart haar,
 
Dat om zijn handen zich rondt.
 
 
 
Tot plotseling hij rijst, als door furiën gejaagd
 
Zie ik hem omziende staan,
 
Wijl diep in het Oosten de morgen daagt,
 
De ochtend in 't kleed van saffraan.
 
 
 
Als iemand dien schrik overmande, hij staat,
 
Rillend van vleugelen licht,
 
Doch eer hij verruischt en verder weer gaat,
 
Drukt hij de oogleên mij dicht.
 
 
 
1884

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken