Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.68 MB)

Scans (1.47 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1932)–Jac. van Looy–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 40]
[p. 40]

Ten laatste.

 
Op hoog-vlakte' en in landen
 
De laatste bloed-kreek zijgt...
 
Stil wordt 't in 't Boeren-land, wen
 
Op 't laatst de Mauser zwijgt.
 
Geen hemel toonde erbarmen
 
't Gezaaid' ligt plat-vertrapt;
 
Om de vernielde farmen
 
De vlam nog lekt en knapt.
 
 
 
Twee nat-bezweete paarden,
 
Een bergwand aangedrukt -
 
En duister naar de aarde
 
Zich nu een oud man bukt:
 
Houdt smartlijk, krom-verwrongen,
 
Zijn groven, eeltgen knuist,
 
Om 't blond hoofd van zijn jongen
 
Wien trof de kogel juist.
 
 
 
En als zijn oog gebroken,
 
Zijn laatste aêm war heen,
 
Heeft de oude niets gesproken,
 
En ook geen woord gebeên.
 
Hij beurt den knaap, wiens schedel
 
't Bloed-warrig hair omkleeft,
 
Straf vóór zich op den zetel,
 
Of hadd' hij nog geleefd.
[pagina 41]
[p. 41]
 
Het enge pad langs dravend -
 
De gloed laait rond hem om -
 
Hij rijdt stom door den avond,
 
Hij rijdt naar huis toe, stom.
 
De sterren lustig pinken;
 
Hem houden tranen blind...
 
Dan laat hij 't oud hoofd zinken,
 
En praat zacht naar zijn kind:
 
 
 
‘Wij rijden, Pieter, rijden
 
Ons wereldje hier door,
 
Voor 't laatst nu, met ons beiden,
 
Wijl God het zoo beschoor.
 
Maar waar, van 'n ruige paard-romp,
 
Jouw bloed neêr-leekt en dauwt,
 
Daar worde in rots- en aard-klomp
 
Vermaledijd het goud.
 
 
 
En als zij 't gauw gaan spitten
 
Te pakken 't gierig an,
 
Zal er jouw bloed aan klitten
 
En ook mijn vloek er an.
 
Het zal van nood tot nooden
 
Hen helsch verbijsteren,
 
Het zal hun man-volk dooden,
 
Hun vrouwen teisteren.
[pagina 42]
[p. 42]
 
Het zal hun stam verderven,
 
Al leven, vrij en blij;
 
Hun kindren zullen sterven,
 
Maar niet zoo mooi als jij.
 
Wat nu zoo fel zij zoeken
 
Bij ons met geil gewring,
 
Dat zullen ze als wij, eens vloeken,
 
Mijn doode lieveling.
 
 
 
Wij rijden, Pieter, rijden
 
Ons wereldje hier door,
 
Voor 't laatst nu, met ons beiden,
 
Wijl God het zoo beschoor.
 
Maar waar, van 'n ruige paard-romp,
 
Jouw bloed neêr-leekt en dauwt,
 
Daar worde in rots-en aard-klomp
 
Vermaledijd het goud.’
Naar het Duitsch van R. Prebster.

1901


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken