Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.68 MB)

Scans (1.47 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1932)–Jac. van Looy–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 100]
[p. 100]

Op een pauwoog-vlinder

 
Door 't licht kom ik aangedwerreld
 
In doovende nazomer-wereld,
 
Luchtig gelijk een veêr,
 
En daal als een sprookje neêr,
 
En wenk als een fabel op
 
Met mijn gespriete kop.
 
 
 
Als 't woord in een arme dichter,
 
Kom ik al voller en lichter:
 
'n Spraakloos, een roerend nietsje,
 
Een vlammetje, beeldje, een ietsje,
 
Dat monkelt en oogelt groot,
 
Ruimtelings, ongenood.
 
 
 
Ik weet niet hoe dat ik werd;
 
'k Houd wapperwijd uitgesperd
 
'n Flonker-donker verhaal:
 
De runen en raadseltaal
 
Van mijn ontbonden duister,
 
Toen ik verstierf tot luister.
 
 
 
Er zijn er die op mijn vlerken
 
De teekens van tranen merken,
 
Die in mijn stem'ge dracht
 
Hervinden de toon der klacht,
 
En aan mijn onwichtig zweven
 
De naam van grillig geven.
[pagina 101]
[p. 101]
 
Maar kom ik ter fleurige drempels
 
Der woningen, blinkend van stempels,
 
Spieglen tijds rijpen pronk
 
Waarvan ik betokkeld vonk,
 
Blijft menig bewogen staren,
 
Zijn jeugd weêr aan voeld'varen.
 
 
 
Wijl spreken zij doen tot het hart
 
Mijn vleugels als avond bestard;
 
Wijl uit hun stille vlam
 
Een lonken plotseling kwam
 
Als wijn-gloei, knoppen van rozen:
 
Dat 's mijn metamorfose.
 
 
 
Dan maken mijn vluchtige blaadjes
 
Al wiegelend verliefde praatjes;
 
Onttoovren stroeve lippen
 
Geparel van tanden-tippen,
 
En roemen purper gespreid
 
Nacht's wonderbaarlijkheid.
 
 
 
Of dwalen mijn smachtende schijnen
 
Door droomers en peinzende breinen;
 
En brandt van mijn teêr fluweel
 
Een glans op papier, in penseel,
 
Een nagloed van zon en maan,
 
Lust-vol en troost-belaân.
[pagina 102]
[p. 102]
 
'k Ben somber en ik ben vroolijk,
 
Zwaarmoedig-ernstig en oolijk,
 
Bloed-warm, vol van azuur;
 
Een eindloosheid, kort van duur,
 
Een gave, een gever, een schat,
 
Een praler, 'n hemelsche fat.
 
 
 
Zoo ben ik; mijn feestelijk zwerven
 
Leeft in de sfeer van staêg sterven;
 
Al mijn geluk, mijn rood,
 
Zweemt naar het blauw van mijn dood,
 
En zwijmt op mijn blaadjes broos
 
Als 'k klep bedoelingloos.
 
 
 
Van woorden leeft enkel de zin,
 
Van 'n bloem is honig 't gewin,
 
En die mij werd gegeven;
 
Dus ga ik weêr verder zweven,
 
Dus volg ik slechts mijn natuur,
 
Rol ik mijn tong uit en puur.
Uit De Nalatenschap:
Wonderlijke Avonturen III.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken