Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw proza (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw proza
Afbeelding van Nieuw prozaToon afbeelding van titelpagina van Nieuw proza

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw proza

(1929)–Jac. van Looy–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

Maartsche avond

[pagina 7]
[p. 7]

De lucht omlaag was paars als bleeke pinkster bloemen waarboven wolken bloosden met schijnsels van tomaten en van gladde bessen. De groote en onwezenlijke schim der maan er grauw in leek te drijven en werd toen gelig, als akonieten die veel hagel en sneeuw verduurden en geel als lissen dan, bloeiend aan slooten en vijvers en eindelijk als de rijpende citroenen die in Sorrente boven de bergstraatjes hangen en het was nog altijd dag en alles nog op aarde goed te onderscheiden.

Boven in de dorre takken van de acacia, die in het naaste tuintje wortelt en uit een heksenbezemige ruigte en omvaming zich opwringt van altijd-groen klimop, het laatst van alle boomen uit den omtrek zijn fijn loof ontwikkelt en het eerste is ontbladerd, bewogen een paar vogels. 's Zomers komen er veel donkere vogels in de toppen van dien nestenvollen boom bijeen, te kweelen en te snateren tot het bijna nacht is. Nu waren het twee lijsters. Het mannetje hupte in den hoogsten, 's zomers ook dorren tak, zwierend zijn staart bij wijlen en zijn vleugeltippen en het wijfje bleef er op haar twijgje lager, op geknikte pootjes. De maan werd scherp en kleiner, glanzend al meer en meer in het ommerijzen achter de acacia, tot er de vogellijfjes zich rank en ebben beeldden voor haar hel gelaat. De maan verguldde toen den hemel daar, alvoor ze weêr verzwond, maar altijd bleven er de vogels van afgewend en keken staande uit naar waar de zon was ondergegaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken