Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alles zingt (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alles zingt
Afbeelding van Alles zingtToon afbeelding van titelpagina van Alles zingt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.26 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alles zingt

(1878)–Pieter Louwerse–rechtenstatus Auteursrechtvrij

liedjes en rijmpjes voor het kleine volkje


Vorige Volgende
[pagina 196]
[p. 196]

201. Arme duifjes!

 
Twee duifjes woonden samen,
 
In 't rustig, eenzaam woud,
 
En zaten in het nestje
 
Van takjes opgebouwd.
 
 
 
Zij leefden stil en vredig;
 
Ze wisten van geen kwaad;
 
Ze voedden saâm haar' jongen
 
En zwoegden vroeg en laat.
 
 
 
Maar door de dreven zwierven
 
Twee booze knapen rond,
 
En de een keek in de hoogte,
 
Of hij geen nestje vond.
 
 
 
En de ander keek naar onder,
 
Of, tusschen kruid en gras,
 
Te midden van de ruigte,
 
Geen dier verborgen was.
 
 
 
En de eerste werd al spoedig
 
Het duiven-nest gewaar,
 
Zoo kunst'loos opgetrokken
 
Door 't aardig duivenpaar.
 
 
 
Ras klom hij in de takken
 
En smeet het nest terneer;
 
Toen hadden de arme duifjes
 
Geen kroost of woning meer.
[pagina 197]
[p. 197]
 
De knapen gingen henen;
 
Maar aan het fel verdriet
 
Der lieve, stille vogels
 
Dacht een van beiden niet.
 
 
 
Thans aan den voet der linde,
 
Waarin het nestje eens zat,
 
Daar lagen nu de jongen
 
Verpletterd op het pad.
 
 
 
Toen klaagden beide duiven
 
Zoo bitter droef te moê,
 
En 't klonk door 't groene loover:
 
‘Roekoe, roekoe, roekoe!’
 
 
 
En zoo er een de klanken
 
Der duifjes had verstaan,
 
Dan had hij hooren klagen:
 
‘'T is met onz' vreugd gedaan!
 
 
 
‘Daar liggen onze kind'ren;
 
Wij minden beiden teêr;
 
Nu hebben wij geen nestje
 
En ook geen' kind'ren meer.
 
 
 
‘Nooit kirren ze ons eens tegen;
 
Nooit roepen ze ons eens toe!
 
Wat is ons leven treurig;
 
Roekoe, roekoe, roekoe!
 
 
 
‘Wij hebben wel de menschen
 
Gerust hun' weg doen gaan,
 
En waarom wordt aan ons dan
 
Die droefheid aangedaan?
[pagina 198]
[p. 198]
 
‘Wat deden onze jongen
 
Zoo hulp'loos nog en teer?
 
Ze waren pas in 't leven,
 
Of lagen dood daar neêr!
 
 
 
‘Och, nu zijn wij van 't klagen
 
Van 't angstig zuchten moê!
 
Wij hebben kroost noch woning!
 
Roekoe, roekoe, roekoe!’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken