Alles zingt

liedjes en rijmpjes voor het kleine volkje

291. Mijne kleur.

Als al de bloemen bloeien

Bij zomer-zonneschijn,

Dan zoek ik naar de kleuren,

Die 't allermooiste zijn.

Maar 'k heb niet lang te zoeken,

Want och, ik zeg u gauw:

Van alle kleuren vind ik

De mooiste toch het blauw.

Waarom? Wel, wil eens hooren.

Eens vroeg ik: ‘Lieve Moe',

‘Wat is uw' mooiste kleur toch,

Och, zeg me dat eens, toe!’

Toen keek Moe' naar den hemel

En zeide: ‘Kindekijn,

Kan ik mijn' kleur vrij kiezen,

Welnu, 't zal blauw dan zijn.’

Ik liep nu vlug het veld op,

En plukte daar eens gauw

Een' ruiker korenbloemen

Van 't heerlijkst hemelblauw.

[p. 281]

 

Ik bracht ze op Moeders kamer

 

En riep eens door de deur:

 

‘Moe', kijk eens op de tafel!

 

Daar is uw' liev'lingskleur!’

 

 

 

En kiest een uwer moog'lijk

 

Rood, violet of groen,

 

Geel, paars, bruin of oranje,

 

Welnu, ge moogt dat doen.

 

 

 

Maar ik blijf bij mijn' keuze.

 

Blauw zal mijn' kleur steeds zijn.

 

Waarom? Vraag dat aan Moeder,

 

Die lieve Moeder-mijn!