Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.39 MB)

ebook (2.76 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1870)–Rosalie Loveling, Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 54]
[p. 54]

Het bedelaarskind.

 
De damp steeg op en de avond zonk,
 
De sneeuw lag langs de wegen;
 
En 't lichtjen op den molen blonk
 
Den armen knaap reeds tegen,
 
Hij ging naar huis, het was zoo koud,
 
De gure winter blies door 't woud.
 
 
 
Ginds rijst zijn dorpje reeds omhoog,
 
Hij zag het kerkje weder;
 
Maar tranen glommen in zijn oog,
 
Het arme kind zonk neder:
 
De knaap was moê, het dorp nog ver,
 
En ginder blonk reeds de avondster.
 
 
 
Waar of het knaapje blijven mag,
 
Wie zal zijn moeder troosten?
 
Een dag verging, een andre dag
 
Rees op in 't scheemrend oosten;
 
En bij het klimmen van de maan
 
Vond men een lijkjen op de baan.
 
 
 
Wie had het arme kind gedood,
 
Dat daar was ingeslapen?
[pagina 55]
[p. 55]
 
Zijn handjen en zijn kleed was rood,
 
Bloed kleurde hem de slapen:
 
Men zag de sporen van een hond,
 
Een voetstap, die er nevens stond.
 
 
 
Wanneer nu 't najaar woedt door 't woud,
 
Hoort men niet als voorhenen
 
Het jachtroer door het kreupelhout:
 
De jager is verdwenen;
 
En in het wintrig jaargetij
 
Slaapt 't haasjen in zijn leger vrij.
 
 
 
En menig jaar is sinds vergaan,
 
Geen mensch meer die 't zou weten:
 
Het smalle terpje is plat gegaan
 
En 't knaapjen is vergeten.
 
Het voorjaar, dat op 't grafje bloeit,
 
Heeft 't bloedig plekjen overgroeid.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken