Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.39 MB)

ebook (2.76 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1870)–Rosalie Loveling, Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 118]
[p. 118]

Gods geheim.

 
Meibloem en aurikel bloeiden;
 
Wilg en linde schoten uit;
 
Want de lente was verschenen
 
Met haar bloemen, met haar kruid.
 
 
 
‘Ziet ze ginder bloemen plukken;
 
Moeder, moeder laat mij gaan;
 
Laat mij spelen in de weide,
 
Waar de madeliefjes staan!’
 
 
 
't Kind verkwijnde reeds zoo lange,
 
Zat steeds treurig bij de schouw,
 
En 't was de eerste maal, sinds weken,
 
Dat het weder spelen woû.
 
 
 
Moeder juichte bij die woorden:
 
In haar treurend harte sloop,
 
Als een straal der lentezonne,
 
Weêr de lang verflauwde hoop.
 
 
 
En nu sprong het meisje buiten
 
In het groen begroeide veld,
 
Als een opgesloten duifje
 
Dat in vrijheid is gesteld.
 
 
[pagina 119]
[p. 119]
 
Vroolijk vloog het met de kindren
 
In een snellen rondedans;
 
En zij plukten madeliefjes,
 
En zij vlochten kroon en krans.
 
 
 
's Meisjes wangen bloosden weder,
 
Als het loover in den herfst
 
Gloeit en schittert op de boomen,
 
Eer het nedervalt en sterft.
 
 
 
De avond kwam, de kindren scheidden;
 
Ook het meisje keerde weêr,
 
En zij leî op 't zachte kussen
 
't Moêgespeelde hoofdje neêr.
 
 
 
Lachend scheen de morgenzonne
 
Op den groenen heuveltop;
 
Al de blijde vog'len zongen; -
 
Maar het meisje stond niet op.
 
 
 
Ach! wat moest de moeder voelen,
 
Toen zij 't kind daar liggen vond,
 
Bleek als 't linnen van zijn kussen,
 
Maar een glimlach om den mond,
 
 
 
Toen zij aan zijn handjes voelde,
 
Aan zijn voetjes koud als lood,
 
Gistren, zoo het scheen, genezen,
 
Gistren spelend, en nu dood!
 
 
[pagina 120]
[p. 120]
 
In haar droefheid nam zij 't kroontje
 
Van den bodem op, en streek
 
Zachtjes weg de blonde lokken
 
Van het voorhoofd, koud en bleek.
 
 
 
‘Ach, haar handjes plukten gistren
 
Nog die madeliefjes af,
 
En de halfverwelkte bloemtjes
 
Zijn een tooisel voor het graf.
 
 
 
‘God, waarom mij 't kind ontnomen?’
 
Riep zij in een vlaag van smert:
 
‘'t Was mijn hoop, mijn heil, mijn leven!’
 
Maar baar sprak een stem in 't hert:
 
 
 
‘Zwijg: dat is 't geheim des Heeren,
 
Door wien alles sterft en groeit.
 
Waarom wordt het madeliefjen
 
Afgetrokken als het bloeit?....’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken