Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De bruid des Heeren (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van De bruid des Heeren
Afbeelding van De bruid des HeerenToon afbeelding van titelpagina van De bruid des Heeren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

Scans (168.31 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De bruid des Heeren

(1895)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XII.

Het ontwaken der lente is altijd en voor een ieder een tijdstip van genot, in hoe geringe maat zij zich ook voor sommigen openbaren mag. De grijsaard gevoelt ze in de warmte op zijn rug, in 't leniger worden zijner stramme leden; de zangvogel verkondigt haar in luide tonen van uit zijne enge kooi; de kranke ontwaart haar in 't streepje blauwen hemel ginder boven en drinkt ze in met de mildere lucht, die door zijn geopend venster binnenstroomt; voor den celgevangene bloeit zij in de violierbloem, aan den muur van zijn levend graf daarbuiten, uit eene reet door den wind bewogen, voor de traliën van zijn hoog raam wapperend, en verschijnt zij met de vlijtige spin - een anderen voorjaarsbode - welke haar web tusschen die traliën spant.

Aldus had Pia de lente ook gevoeld in dat

[pagina 46]
[p. 46]

besloten huis, met grooteren levenslust en lichtheid eerst, met uitbundige behoeften aan vrijheid weldra. Haar horizont was zeer beperkt: geen ruimte, geen tuin, geen wandelingen - de menschen buiten wandelen niet of zelden, althans haar oom of hare tantes deden 't nooit. Geen plaatselijke kennis van het dorp, dat zij bewoonde, tenzij de straat van het huis naar de kerk; weinig andere levensgeruchten dan het verdoofd, snel of traag voorbijratelen van een rijtuig of een wagen; het klinken van het winkelbelletje; het gerol van de katroldeur, telkens tante Monica zijn oproep beantwoorden ging.

Voor alle uitspanning had zij de pop; maar het groot vermaak, dat eene pop medebrengt, vermiste zij: het kleeden en ontkleeden, het vouwen en rangschikken van hare plunje in kast of doos; zelfs het schommelen was onmogelijk: het wiegje was te klein, de linnen beenen zonder voeten staken er erbarmelijk uit als de ledematen van een verminkt kind; de kop alleen was onder de kap te krijgen.

Tante Juliane had Pia eens medegeleid op

[pagina 47]
[p. 47]

hare slaapkamer en eene schuiflade uitgetrokken vol overschotten van kleederen, die altijd poppenlappen zijn in de begeerlijke oogen van een kind: gedrukt katoen met oudmodische teekeningen; zwarte kanten, zwarte zijden reepen, die als baanst (tonder) scheurden bij de minste sterktebeproevende aanraking: ‘nog van moeders trouwmantel voortkomstig,’ berichtte Juliane.

En zij zocht en zocht en wierp het al overhoop zonder iets geschikts te vinden. Telkens zij een stuk uitnam en haar goed hart haar drong om het aan Pia te schenken, hield de erfelijke gierigheid der familie, waaraan het zijn gerekt en nutteloos bestaan te danken had, haar tegen: ‘Te groot, het ware spijtig het in twee te snijden. - Dit kan nog, wie weet voor wat, te pas komen. - Dàt is toch te schoon voor eene pop, niet waar? - Die zijde is terot, ze zou geen draad meer houden.’ En Pia, die elk afzonderlijk opgerold pakje met telkens vernieuwde hoop had zien ontrollen en in verbeelding met hare nog onbehendige kinderhandjes tot rokjes en lijfjes

[pagina 48]
[p. 48]

versneed en naaide, moest ze één voor één hunne voormalige plaats in de la zien hernemen onder de verklaring, dat het spijtig was, dat er nu ‘een keer toch niets, maar hoegenaamd niets in het schoof (lade) te vinden was, dat dienen kon.’ - Eene bewering, die hoe bevestigend ook uitgesproken, Pia voor geen zier overtuigde; - met de ijdele belofte later iets te krijgen, die haar niet troostte en de oude meid in hare eigene meening - met het vooruitzicht van een bestendig uitstel - tot niets verbond, zag zij de lade toeschuiven en moest ze met de pop op den arm, die voorzeker al hare angsten en teleurstellingen gedeeld had, onbegiftigd weder naar beneden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken