Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De bruid des Heeren (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van De bruid des Heeren
Afbeelding van De bruid des HeerenToon afbeelding van titelpagina van De bruid des Heeren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

Scans (168.31 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De bruid des Heeren

(1895)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XVIII.

Wellicht zou zij, al meer en meer verzwakkend, gedurende dien winter de lijst der jonge, verborgen martelaren eener onverstandige omgeving met één naam meer hebben verrijkt, indien er niet plotseling, als bij tooverslag, eene omwenteling in haar kinderbestaan had plaats gegrepen.

Op een Zondag van November, na de vespers, werd zij, door tante Monica, die langer dan naar gewoonte in de kerk was blijven zitten en voor wie het een genot scheen te

[pagina 76]
[p. 76]

zijn, tot de kleinste dingen toe zoo lang mogelijk te verheimelijken, onverwacht in de sacristij medegeleid.

Pia beefde van angst. Wat ging er nu met haar gebeuren?

Daar stond mijnheer de pastoor aan een hoogen lessenaar. Een boek lag voor hem geopend en hij hield eene pen in de hand. Voorzeker was hij op voorhand gewaarschuwd.

‘Uw naam, uw ouderdom?’ vroeg hij minzaam buigend naar het kind.

Zij moest opgeteekend worden voor hare eerste communie, wat altijd van groot gewicht, en zelfverheffend is voor de jonge belanghebbenden.

Dit gedaan zijnde, vroeg hij:

‘Dochter Kneuvels, waarom laat gij dit meisje niet naar de school gaan, in 't klooster, bij de nonnekens?’

Monica aarzelde een oogenblik. Eene schittering kwam in hare blikken; zij kneep de lippen dicht, toen sprak ze ontwijkend:

‘Mijnheer de pastoor, zij is geleerd als een

[pagina 77]
[p. 77]

advocaat, zij kent haar Fransch zoo goed als haar Vlaamsch.’

Maar hij schudde het hoofd, niet overtuigd: ‘Op hare jaren vergeet men dat, wanneer het niet onderhouden wordt. Gij moet haar naar het klooster doen. Wil ik er aan de Moeder over spreken?’

Dit was zooveel als een gebod, van wege de geestelijke overheid komend.

En het antwoord gaf Pia de verklaring der gansch buitengewone uitzondering, waarvan zij tot hiertoe het slachtoffer was geweest. Monica, zoo achterhoudend, leverde haar geheim, Monica, zoo onverstoorbaar van gemoed, verloor hare kalmte:

‘Mijnheer de pastoor,’ verklaarde zij, ‘wie mij lief heeft, heb ik lief; wie mij den penning jont (gunt) jon ik den penning; het klooster bestaat hier nu al vijftien jaren en wij hebben nog niet dàt’ en zij scheen iets uit haar tand te trekken, ‘niet dàt van de nonnen gehad. - Goddank, dat we 't niet noodig hebben om er van te leven.’

Hij scheen zich te bedenken: ‘Zij doen hunne

[pagina 78]
[p. 78]

inkoopen in 't groot, dochter Kneuvels,’ suste hij.

Maar Monica, gekrenkt in hare eer van treffelijke handelaarster evenals in hare hebzucht, verstond het niet aldus: ‘Zoolang dit op dàt staat,’ zei ze, haar hoofd en hare schouders aanwijzend, ‘zullen ze van mijn geld niets zien, geen rooden duit, en onze lieve Heer mag mij halen, indien het anders is,’ viel zij uit, zich zelve opwindend.

‘Zweer niet ijdellijk, dochter Kneuvels,’ waarschuwde hij haar zacht, met den wijsvinger omhoog, ‘en roep God niet, hij zal gauw genoeg daar wezen.’

En ziende, dat zijn woord indruk maakte, voegde hij er geheimzinnig glimlachend bij: ‘wij zullen dit wel weten te schikken tot elks bevrediging.’

En hij verstond die kunst; en Monica was niet zoo koppig, als zij zelve waande; want geene veertien dagen later, nadat de knecht van 't klooster herhaaldelijk nu om eene baal rijst, dan om een vat petroleum en ik weet niet wat nog was gekomen, scheen haar hart

[pagina 79]
[p. 79]

vermurwd, haar wrok gevallen. En op een Maandag - een gezegenden dag, dien Pia nooit vergat - werd haar aangekondigd, dat ze naar het klooster, naar de school mocht gaan!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken