Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De bruid des Heeren (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van De bruid des Heeren
Afbeelding van De bruid des HeerenToon afbeelding van titelpagina van De bruid des Heeren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

Scans (168.31 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De bruid des Heeren

(1895)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XXI.

Het tijdstip, waarop Pia hare eerste communie zou doen, naderde. Den ganschen winter was er alle dagen leering in de kerk geweest; gelukkig wie in 't dorp woonde! De kinderen van Diependale-buiten waren wezenlijk te beklagen; 's morgens vroeg, door sneeuw en slijk, door regen en wind; moesten ze komen, enkele van een half uur, van drie kwartieren ver. Degene, die naast Pia zat en met welke zij hare les opzegde, woonde achter den boschkant. Het was een boerenmeisje, even vlijtig als zij en braaf; soms bracht ze een grooten paradijsappel voor Pia mede. Zij heette Emilie Varendriesch. Deze twee werden voor

[pagina 95]
[p. 95]

de beste leerlingen van 't jaar gerekend; nooit stotterde er eene, en wanneer mijnheer de pastoor eene moeielijke vraag stelde aan geheel de jonge vergadering, was het altijd zeker, dat Pia en Emilie de eersten waren om hare vingers op te steken, ten teeken, dat ze zich bekwaam achtten om het antwoord te geven.

Pia was tevens zeer doordrongen van het belangrijke dezer naderende plechtigheid, die zij met vrome siddering te gemoet zag, en was tevens zeer met hare kleederen bezig. Andere kinderen mochten met hunne ouders mederijden naar de stad om ze te helpen kiezen; maar tante Monica ging alleen. Alles werd verheimelijkt: de naaister kwam de maat nemen; welke stof het was, zou Pia zien, wanneer het kleed en 't overige naar huis gebracht werden. Voor 't oogenblik moest zij niets anders doen dan haar hartje rein houden om onzen lieven Heer er in te ontvangen: dit hield men haar bestendig voor. Zij deed het ook oprecht en ijverig. De woorden, de voorschriften van den pastoor, de aangehaalde voorbeelden gedurende het

[pagina 96]
[p. 96]

onderwijs hadden op haar den diepsten indruk gemaakt. Hare zielsverzuchtingen tot Jezus en Maria waren talrijk en vurig. Zij bad lang voor hare sponde op de knieën gezeten, en in haar beddeken sliep ze in met de handjes gevouwen. Zij deed beloften, die haar voor geheel haar leven verbinden moesten van ‘Onze Vaders’ en ‘Weestgegroeten’, welke zij op bepaalde uren opzei. En nu begon ze voor hare overleden ouders, voor hare tantes en haar oom, hare speelgenooten en bekenden te bidden, met eene hoop en een vertrouwen, met eene opgewondenheid en eene volharding, die een soort van koorts bij haar verwekten, die hare oogen blinken, hare handjes gloeien deden en haar rugje klam maakten.

Maar het bleef niet bij bovenzinnelijke beschouwingen alleen, met der daad werd zij werkzaam. Meer dan eens legde zij zich verstervingen op: het eten wegschuivend, wanneer zij honger had, het hoofd schuddend, als hare vriendinnetjes haar kwamen uithalen om te gaan spelen, terwijl haar hartje op een karreken reed (van verlangen popelde). Toen tante

[pagina 97]
[p. 97]

Monica haar een drietal dagen vóór de eerste communie kwam zeggen, dat hare kleederen gereed lagen en zij nu mocht komen zien, kreeg zij zelfs een godvruchtige opwelling om standvastig te weigeren; maar de bekoring was te groot, en zij verheugde zich thans met uitgelaten blijdschap als een kind, dat zij was. O ja, dat schitterde allemaal zoo mooi, niet waar, het was geene ijdelheid, zij wilde schoon wezen om haren hemelschen bruidegom te ontvangen!

Zij had ook sedert kort heimelijk meer dan eens een roof in haar spaarpot gepleegd: de pastoor had den eerste-communicanten aanbevolen één heilige boven al de andere te vereeren en tot voorbeeld te nemen: Sinte Barbara, op twaalfjarigen leeftijd ter dood gebracht; Aloïsius van Gonzaga, die zoo zedig was, dat hij zijne moeder nooit had durven aanzien en de kleur harer oogen niet kende; Alexius, die in zijns vaders paleis - op zijn huwelijksdag dan nog! - bruid en ouders aan den feestdisch verliet en eene schuilplaats onder de trap in eene krocht ging zoeken, waar hij afval van groenten, van visch en vleesch met

[pagina 98]
[p. 98]

de honden deelde, en de krachtdadigheid bezat om er jaren onopgemerkt te vertoeven, ondanks het luid en langdurig misbaar zijner hem in de nabijheid beweenende huisgenooten.

Ja, Pia's hoofdje werd op hol gebracht door de gruwzame lijdensgeschiedenissen der martelaren; maar, hoe zij ook pogingen aanwendde om een dezer tot bijzondere vereering te verkiezen, toch bleef haar liefde het kindeken Jezus uitsluitend toegedaan. Het was voor haar verpersoonlijkt door het beeld, dat door reeds groote knapen in de processie op eene berrie werd gedragen: het had een rood fluweelen rokje aan, blootje beentjes, blonde pleisteren lokken, sierlijk gekruld, en ook zulk een zoet aangezichtje! En het was om licht ter intentie van het beeld te doen branden, in 't kapelleken van 't Neerland, dat ze haar spaargeld, zoo zuinig bijeengehouden, thans met een hartsteek van onverwinbare spijt en eene wrange voldoening tevens van overwonnen gierigheid, zoo mild verkwistte. Zij maakte voornemens om het braafste aller kinderen te worden, en toen zij op den vooravond der ceremonie met

[pagina 99]
[p. 99]

de anderen te biecht was geweest en al hare zonden had beleden, kwam nog een twijfel in haar op, en zij keerde weder in den biechtstoel tot driemaal toe, ter bevrediging van hare gewetensbezwaren, zoodat de pastoor eindelijk verklaarde, dat het nu kon volstaan en zij in alles gerust mocht wezen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken