Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De bruid des Heeren (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van De bruid des Heeren
Afbeelding van De bruid des HeerenToon afbeelding van titelpagina van De bruid des Heeren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.85 MB)

Scans (168.31 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De bruid des Heeren

(1895)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XLI.

Men moest eenige stappen opgaan, dan over ietwat bewegende planken, onder een gordijn binnen. Het was er eng om tusschen de zittingen door te dringen, en de modderplassen, die men in reten zag blinken, gaven een indruk van onvasten grond. Keurig was er alles nochtans. Heel het timmerwerk der barak was met roze en wit gestreept katoen bespannen. Dit gaf er iets sierlijks en warms aan. Petroleumlampen hingen hier en daar en verlichtten goed.

Pia en hare tante zaten op de vorenste bank,

[pagina 210]
[p. 210]

dicht bij een viertal muzikanten, die hunne viool stemden. Van achteren en in 't midden was alles reeds stampvol; de eerste plaatsen werden trager door de notabelen ingenomen. Over het geheel zweefde dat zwaar geronk eener menschenmassa, waarin de klanken zoo luid en toch onvatbaar zijn.

Monica zag om en rond met wijde oogen en van verbazing hangende lip. Pia was in een vergeten en toch eensklaps weer bekenden dampkring. En zij ook keek toe, buiten haar weten het hoofd omwendend, levendig en met blozende wang. Het was een oprecht genot voor haar de leermeesteres van Monica te wezen:

‘Tante, dat groot ding daar voor ons, met die verguldsels en bloemen en kwispels er op geschilderd, is de gordijn; daarachter is het theater, gij zult het zien, wanneer men ze optrekt.’

‘Als er maar geene ongelukken gebeuren!’ zei Monica, want het zittingstel begon te waggelen onder haar; de planken daverden onder het gestamp, en de lucht dreunde door

[pagina 211]
[p. 211]

de kreten van het ongeduldig wordend volk.

Het scheen, dat er geen mensch meer binnen kon en toch wemelde het ginder aan den ingang nog immer van voorbijdringende gestalten. Buiten was er geroep ontstaan. Op de achterste banken scheen men het niet te hooren; tot hier galmde het door. Sommigen, waaronder de vrouw uit de brouwerij, schenen verontrust: wat mocht dat wezen?

‘Och, “champetter”,’ sprak Monica tot den veldwachter, die, als handhaver der orde in zijn grijs met groen gegallonneerd pak, de driekleurige kokarde op de borst en de schako op 't hoofd, niet ver van haar stond en ook luisterde, ‘och, champetter, als een brave, ga eens zien wat voor “lawijd” er daar is.’

‘Niets, dochter Kneuvels?’ zei hij met een zelfvertrouwenden glimlach in zijn baard, een glimlach, die voor het niet gebruik moeten maken van zijn sabel waarborg was? ‘niets, eenige schavuiten van Zompelgem. Zij kunnen niet verdragen, dat hier wordt gespeeld. Honden, die blaffen, bijten niet.’

De aandacht werd afgeleid. De violen piepten

[pagina 212]
[p. 212]

en krijschten met klagend geluid. Drie kloppen achtereen en de gordijn verzwond in de hoogte.

Het tooneel verbeeldde een woud met weelderig gewas, op den voorgrond een boom vol gouden appels, twee menschen daaronder: onze eerste ouders, Adam en Eva. Hij gansch in bladeren gehuld - ondanks de overlevering, die hem een lichter gewaad toekent; zij met een zoo overvloedigen, langen haarsluier, dat elk ander kleedingstuk overbodig werd. Het serpent stak den kop aan hare voeten op, en ofschoon de toeschouwers zijn gelisp niet vernamen, toch moest Eva het wel verstaan en moest het haar, hoe onbeweeglijk het ook scheen, wel overreed hebben, want zij plukte eenen appel van den naasten tak, beet er in en reikte dien aan Adam over, die hem gretig aannam en aan den mond bracht. Dit was de bekoring met de verboden vrucht. Een engel verscheen met het bloote zwaard om hen straffend uit het Aardsch Paradijs te drijven.

De voorstellingen volgden elkander op: Abraham en Isaac, die bijna zijn slachtoffer werd; Agar, smadelijk met Ismaël naar de

[pagina 213]
[p. 213]

woestijn verbannen; Rebecca aan de bron, Eliëzer uit hare kruik lavend, Mozes op den berg Sinaï, met de tafels, die Gods geboden dragen, in de hand; het oordeel van Salomo, de ware en de valsche moeder op de proef stellend; Judith met het hoofd van Holophernes op den schotel... och heel de Heilige Geschiedenis in levend wezen!

En de groepen waren mooi, een goeden smaak en eene kundigheid verradend, die verwonderlijk waren bij een nederig op de dorpen rondreizenden troep.

Monica beleefde alles mede: sidderend, toen Abraham zijn zwaard ophief; onmeedoogend voor Agar, die toch maar eene meid was en nu zag, wat er van kwam - van zulke dingen! Een goed voorbeeld voor al die jonge zottinnen, die het beklagen, als ze ‘aan den haak zijn’ en het te laat is. Geroerd door Tobias, die door den schutsengel werd geleid; vol heilig ontzag voor Mozes, voor Salomo en David. En Monica niet alleen, elk was onder den indruk van de kunstige plasticiteit der groepen, die een man met vreemden tongval

[pagina 214]
[p. 214]

aan de voor 't meerendeel met de overlevering onbekende toehoorders verklaarde. Oog en gehoor waren zoodanig in beslag genomen, dat het luider en vijandelijk geroep van buiten de aandacht niet of weinig wekte, tenzij in de tusschenpoozen, wanneer de veldwachter de ruststoorders eindelijk stillen of bedreigen ging.

Nu zou het eigenlijk passiespel een aanvang nemen. Al het overige was slechts de voorbereiding daartoe, hoorde Pia dokter Soenen, in haar nabijheid zittend, zeggen.

Slechts voorbereiding! wat kon er schooner, treffender wezen dan dit!

Zij was bestemd om aldra de waarheid zijner woorden te ondervinden, om meer dan iemand de macht, die 't nog te komene op elk ontvankelijk gemoed moest maken, sterker dan een der aanwezigen te voelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken