Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het land der verbeelding (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het land der verbeelding
Afbeelding van Het land der verbeeldingToon afbeelding van titelpagina van Het land der verbeelding

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

ebook (3.03 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het land der verbeelding

(1896)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

III.

Zij kon niet zeggen, dat zij er ontevreden was. Tante bewees zich niet moeielijk om mede overeen te komen, als Useken maar spaarzaam wilde zijn. De levenswijs der twee vrouwen was zeer eenvoudig. Dit was Useken om het even. Eene diepe beek, welke in het regenseizoen onstuimig stroomde en hare oevers had uit-

[pagina 6]
[p. 6]

gehold, maar des zomers soms droog onder de schaduw der hooge boomen lag, scheidde tante's hoveken van de vlakke weiden; daartusschen stond nog eene beukenhaag met een hekje. Rechts, ook met eene haag gescheiden, lag de uitgestrekte Engelsche tuin van madame Behaghel.

Het was er niet eenzaam bij tante: des Zondags kwamen er eenige boerenvrouwen, kwezeltjes uit het omliggende en gebuurkinderen; allen waren welkom. De oude vrouw sprak zelve weinig, maar hoorde gaarne anderen ondereen praten en nieuws vertellen. In de week bezocht de bejaarde, afgedankte veldwachter haar dagelijks. 's Winters zat hij bij de kachel met de grijze kapot en den ronden kraagmantel aan. Hij vertelde, hoe ongelukkig hij was sedert het huwelijk van zijnen zoon, die hem vervangen had en slaakte stille zuchten. Vaak verscheen ook een gegoede landbouwer, welke in de gebuurte was komen wonen, en van vruchten en vee sprak. Gezellinnen had het meisje niet, tenzij Gabrielle, het nichtje van den pastoor, met welke zij des Zondags eens tot aan de ouderlijke woning of het kapelletje ging. Useken genoot er veel vrijheid.

Liefst richtte zij het dermate in, dat ze tegen den avond hare boodschappen deed. Zij ging met hare melkkan naar den molen, welke een kwartier vandaar langs de vaart lag. Op de plaats, waar het snel aankomende water der beek over de balken heen in de veel dieper liggende vaart schuimend nederstort, kon zij het niet helpen: zij mocht nog zoo haastig zijn,

[pagina 7]
[p. 7]

toch moest ze blijven staan en toezien; soms kwam een takje medegespoeld, dat dwarrelend in den draaikolk verzwond. Het gedruisch was er zóó groot, dat men geen klank kon vatten, als iemand tot u sprak. De stroom was nog tot op verren afstand bewogen en vlokkig van het witte schuim.

Van aan den hoek van het molenhuis kon zij langs den overkant, dieper in de weiden, het erf haars vaders zien. Zij was er dicht bij en toch verre van af; want om er heen te gaan, hadde zij tot aan de brug van het dorp moeten terugkeeren. Zij stond te kijken met de hand aan de oogen: zij zag de hennen op den roest trekken; het paard, dat vrij in eene omtuining liep, zich tegen eenen boom wrijven; Fie en Virze met een blinkenden aker in den stal gaan en hoorde den hond blaffen. Zij had er naar toe willen loopen om vader goeden avond te wenschen. Soms beproefde zij te roepen, doch het was te verre, hare stem reikte niet tot daar.

In het terugkeeren was de duisternis reeds half gevallen, toen zag zij omhoog naar de sterren, die hier en ginder zichtbaar werden; de smidse gloeide recht voor haar in de verte en, naderkomend, hoorde zij het bedrijvig en vroolijk bonzen der hamers op het aambeeld. Daarna trok zij nog eens het kerkhof op tot aan het beenderhuis, waar reeds het lichtje brandde en bad een Onze Vader voor hare moeder...

Tante maakte nooit aanmerkingen als zij wat laat tehuis kwam. Des avonds, zoodra het gansch duister was, deden de vrouwen voor niemand meer open. Zij gingen vroeg naar bed.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken