Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het land der verbeelding (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het land der verbeelding
Afbeelding van Het land der verbeeldingToon afbeelding van titelpagina van Het land der verbeelding

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

ebook (3.03 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het land der verbeelding

(1896)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XXV.

Den Zondagmorgen daarop, reeds na de eerste mis, zag Useken de muzikanten afzonderlijk met hunne instrumenten voorbijtrekken. Zij loerde tusschen het gordijntje door. Servaas kwam ook met zijne klarinet aan. Zij moesten in het lokaal van het gezelschap vergaderen en weldra verschenen allen gerangschikt weder met hun zwaar fluweelen vaandel en oorverdoovende tonen; zij begaven zich naar het station.

Het meisje was buiten gekomen, zooals een ieder en stond met eenige buurvrouwen aan den drempel. Servaas zocht haar met zijne oogen; hij staakte zijn spel om haar te groeten - hij was de eenige, die het deed - en Useken boog zich en hief een kleinen jongen op om hare kleur te verbergen. Zij dacht aan Brussel heel dien dag en dat hij haar gevraagd had,

[pagina 54]
[p. 54]

of zij daar zou kunnen wennen. En hare verbeelding geraakte op hol, want wie weet of hij niet mede was gegaan ten einde ginder naar een woning om te zien!

‘Met hem zou ik overal heen trekken,’ sprak het meisje tot zich zelve in geestdrift. Nochtans ware zij liever op het dorp gebleven. Aan den hoek hunner straat stond een huisje te huur met twee verdiepingen, men zag de rijpende peren in het hoveken aan den muur hangen, wanneer men door het raam keek. Het was zoo net en zoo vriendelijk! Ja, daar had ze willen wonen om er gelukkig te leven met Servaas.

In den namiddag kwam Gabrielle om haar; zij deden een toertje door het dorp. Het was er zeer stil, daar al de jonge lieden weg waren, en zij trokken eens tot aan haars vaders hoeve. Kwam het wellicht omdat zij treurig gestemd was, nu zij zeker was Servaas niet te kunnen ontmoeten, maar nooit had het boerenleven haar minder verkieslijk geschenen dan nu: de groote, lage keuken met hare lompe stoelen, de onreine, bruingeverfde tafel, de kleine ruiten, tot zelfs de groene tint, welke de nabijstaande noteboomen in huis over alles verspreidden, maakten op haar eenen indruk van ongenoegzaamheid en verveling. Haar vader zat aan den haard; Romanus, de zoon van den kleinen pachter, daarnevens, met de voeten op de sporten van zijnen stoel en de ellebogen op de knieën; hij had een frak aan, die hem niet paste. Hij rookte uit eene korte pijp. Dat was de verloofde van Virze sedert meer dan vijftien jaren, dat ze trouw en geduldig op eene hofstede - eene ‘occasie’ zooals men ter streke zegt -

[pagina 55]
[p. 55]

wachtten om te trouwen. Hij sprak niet veel, tenzij nu en dan een woord tegen zijne geliefde, die schuins voor hem zat met eenen arm over de rugleuning van haren stoel en de groote, ruige handen gekruist, als in het gebed.

Fie kwam uit de stallen met opgeschorte rokken en een vuil stroohoedje op, dat ze afwierp, en goot hare melk door eene koperen zeef. Neen, neen, daar had Useken niet meer kunnen leven, dacht zij, en kon niet begrijpen, hoe ze in het eerst, dat ze bij tante woonde, verlangd had om er weder te keeren; en zij was bijna boos op zich zelve, want zij voelde dat deze indruk als het ware een gebrek aan genegenheid insloot ten opzichte van hare huisgenooten, die ze toch waarlijk liefhad. En nochtans, waren deze niet veel gelukkiger dan zij, die enkel in eene droomwereld leefde: hare twee grove zusters, tevreden met haar lot, beslijkt en nat op de akkers werkende, gebukt onder ruwen arbeid in de gloeiende zonnestralen? Voor alle genoegen had Virze Romanus, die wekelijks een paar uren kwam; Fie bezat zelfs niemand, die haar eenige voorliefde betoonde en scheen er niet te ongelukkiger om. Haar vader en hare broeders werkten als slaven en klaagden niet. Waarom dus was zij ontevreden? Dit vroeg zij zich nu met misnoegdheid af.

In zulke gemoedsstemming kwam Useken met Gabrielle terug. Des nachts hoorde zij het muziekgezelschap voorbijtrekken. Eenigen speelden als vermoeid op hunne instrumenten. Zij stond op en zag

[pagina 56]
[p. 56]

door het raam, doch het was te duister om iets of iemand te kunnen onderscheiden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken