Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het land der verbeelding (1896)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het land der verbeelding
Afbeelding van Het land der verbeeldingToon afbeelding van titelpagina van Het land der verbeelding

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

ebook (3.03 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het land der verbeelding

(1896)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XXIX.

Gabrielle leerde altijd door muziek, het verveelde haar niet schier geen vorderingen te maken, en de koster bezat een taai geduld. Thans ging hij bijna dagelijks naar het hof der rijke Barbara, het scheen dat hij er welkom was.

‘Hij zal ze nog krijgen, misschien, wie weet het,’ zeiden de menschen, want als een ongehuwde man die hoeve betrad, wist men genoeg met welke bedoeling.

‘Leander, is het waar dat gij met Barbara Molfhout gaat trouwen?’ vroeg hem eens Useken in tegenwoordigheid van Gabrielle.

Hij gaf geen duidelijk antwoord, maar lachte als iemand die meer weet dan hij zeggen wil.

‘Gij staat er toch zeer goed aangeschreven niet waar, koster?’ vroeg Gabrielle nu op hare beurt, ‘neem ze maar mede, want ze is schrikkelijk rijk, zegt mijn onkel.’

‘Ja dat is zij,’ sprak Leander nadenkend. ‘Ge

[pagina 64]
[p. 64]

zoudt zeker lachen, indien ge mij met die stompe boerin zaagt aankomen?’ Hij had het gaarne, dat men hem plaagde met haar.

‘Het geld ziet ver,’ merkte Gabrielle op.

‘En de aanhouder verwint,’ lachte Useken.

Het was heel pleizierig voor hen allen daarover te spreken en de piano lag stil op zulke oogenblikken.

‘Daar komt allemaal niets van,’ zei Leander eindelijk, ‘toe, laat ons maar voortgaan,’ en het spel of de zang werd hervat.

Er was echter iets van waar, want op zekeren namiddag kwam Virze Barbara tegen op een smal landwegeltje: ‘Wat nieuws?’ vroeg zij van verre.

Barbara haalde eenen brief uit den zak en lachte met haar rood gelaat; dit kon zij enkel en praten ook, als van hare minnaren spraak was.

‘Weeral een?’ vroeg Virze.

‘Ja, raad eens van wien.’

Virze haalde de schouders op.

‘Van den koster.’

‘Ha, die domme ezel!’ klonk het luid uit den mond der grove boerenmeid, met eene zekerheid over het antwoord dat hem te beurt gevallen was, die ten minste voor haar juist oordeel pleitte.

Het was een nederlandsche brief, de vertaling van dengene, dien Leander aan Irma had geschreven.

‘De hoeveelste vrijer is het nu?’ vroeg Virze, want zij wist dat Barbara Molfhout er een boekje op nahield, waarin al degenen, die om hare hand geworven hadden, aangeteekend stonden en dat de

[pagina 65]
[p. 65]

rijke boerendochter volgaarne aan hare vriendinnen liet zien.

‘De honderd zeven-en-twintigste.’

‘Ho, dat zijn er veel, maar ziet ge, dat komt omdat ge op zulke schoone occasie zit - want uw vader telt toch niet meer mede - dat komt daardoor,’ herhaalde Virze, die zelve sedert zoolang naar eene occasie zocht.

‘En door mijn geld,’ sprak Barbara; als men zeggen kan, dat men van aan zijn hof tot dicht bij het dorp - een half uur daaromtrent - op het zijne kan gaan, noem ik dat geene arme menschen’ - en zij kruiste de armen onder haar fijnen zwarten mantel en wierp het hoofd met hare muts vol kleurige bloemen achterover - want Barbara Molfhout was steeds met groote boerenpracht gekleed.

‘Die domme Leander!’ zei Virze nogmaals.

‘Er staan er anderen op mijn boekje,’ sprak de rijke dochter, ‘andere mannen dan hij, die ik afgewezen heb.’

‘Nu, het is niemand verboden zijn profijt te willen doen, al is het nog zoo'n groote zot,’ meende Virze als een compliment aan hare viendin.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken