Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een revolverschot (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een revolverschot
Afbeelding van Een revolverschotToon afbeelding van titelpagina van Een revolverschot

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een revolverschot

(1911)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XII.

Twee dagen later had de begrafenis en veertien dagen daarna de uitvaart plaats.

Een koordienst!

Er waren twee hulppriesters bij degenen van Vroden gekomen om hem nog meer luister te geven: de pastoor van Crocke en die van Diependale. Denk eens, het duurde tot na twaalf, voordat men met kruis en vanen, rondom het graf geschaard, bidden ging! Ik geloof, dat er zelden zulk een toeloop van volk in de kerk was geweest.

Luc Hancq had geld en brood aan de armen doen uitdeelen aan den zoogenoemden disch, achteraan onder het oxaal, en verwanten en vrienden op een maaltijd genoodigd in zijn huis; de dragers en al de werkende leden der muziekmaatschappij zouden in 't Wethuis eten.

De tafel stond gedekt te zijnent in de kamer, waar op den avond van Nieuwjaarsdag zoo blij feest was gevierd geworden, en nu ook leek het meer op een feest dan een bijeenkomst ter gelegenheid van een sterfgeval. Nagenoeg al dezelfde personen van destijds waren aanwezig en tal van familieleden en elderswonenden nog daarenboven. Portwijn werd, vóór het maal aan tafel, rondgediend,

[pagina 49]
[p. 49]

champagne ontkurkt aan 't nagerecht, wat beide niet gebruikelijk is op een lijk maal.

Het ging er dan ook luidruchtig toe. De doode werd niet meer vernoemd, tenzij heel op 't einde, toen haar oudste broeder, een bejaard man, die te Poelvoorde brouwer was, op zijn glas tikte, rechtstond, en in 't midden der algemeen wachtende stilte, voorstelde, een gebed voor de overledene te lezen (bidden), hetgeen hij, na een gemurmel van goedkeuring hardop deed:

‘Onze Vader, die in de hemelen zijt, geheiligd zij uw naam, ons toekome uw rijk,’ enz.

Het was een mooie meische dag, zoel en zonnig. Ook de natuur had haar feestdos aan en al haar lentebanieren in overweldigend groen uitgehangen.

Aan den achtergevel stond er een heel groote pereboom, uitgebloeid reeds. Daar zou men koffie drinken. De dames zaten aan een tafeltje, de heeren bleven staan, met het kopje in de hand. Wie lust had, rookte een sigaar.

Mevrouw Florisonne maakte de aanmerking stil tot Marie, dat het een zonderling en stuitend gebruik was, smulpartijen in te richten ter gelegenheid van iets zoo ernstig-akeligs als een overlijden. Waarop Marie antwoordde, dat er wel iets in de blaam gegrond kon wezen, doch dat de genoodigden soms van verre kwamen, en het natuurlijk aangewezen is hun herbergzaamheid te verleenen, wat samen te blijven; dat het wel vaak gebeurde, dat bloedverwanten elkander enkel op uitvaarten zagen, en dat daar, waar veel menschen aan een maal vereenigd zijn, er natuurlijker wijze, hoe smartelijk ook de aanleiding mag wezen, levendige opgewektheid, zoo niet vreugd ontstaat.

[pagina 50]
[p. 50]

‘Boem, boem, boem, 't sjing, 't sjing!’ ging de groote trom en klonken de schijven.

Elk keek verbaasd op: de Cecilia-maatschappij!

De leden kwamen spelend voorbij. Luid en schor, verward en uit de maat, maar met geweldigen brio bliezen zij in hun koperen instrumenten: een destijds opgang makend dansair.

Het stuk niet uit zijnde, hielden allen aan ‘Den Haan’, de herberg naast de poort van 't sterfhuis, stil voordat ze binnen gingen.

Mijnheer Hancq zag om: hij deed een gebaar van misnoegdheid, een stap in de richting, vanwaar die, alle betamelijkheid kwetsende geruchten kwamen, als op het punt om verdere storing te gaan verbieden. Toen hield hij zich in, vuurrood en wenkbrauwfronsend.

Het was overigens uit: de spelers bogen hun instrumenten naar den grond om er het vocht te laten uitdruipen; de trommelslager gaf nog een paar laatste bonzen op 't hard gespannen vel; de schijven sloegen nog eens, onnoodig, op elkander aan en de een na den anderen verdween in de herbergpoort.

‘Hebt ge 't nog ooit geweten?’ fluisterde mevrouw Soenen in bevreemde verontwaardiging, ‘het is als eene serenade!’

‘Schandalig!’ meende Marie.

‘O jong, laat ze maar schalmeien en peinst, dat er blijde dooden op de wereld zijn,’ antwoordde met haar boozen grimlach de dochter van den Rijken Boer.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken