Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een revolverschot (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een revolverschot
Afbeelding van Een revolverschotToon afbeelding van titelpagina van Een revolverschot

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een revolverschot

(1911)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 88]
[p. 88]

XXI.

En nu brak voor Marie een zalig tijdperk aan. Zij leefde in den betooverenden roes, die de plotseling-bevredigende oplossing eener alles overheerschende levensvraag, lang in bangen twijfel tegemoet gezien, weldadig-duizeligheidwekkend nalaat. De kalmte na den storm, windstilte volgend op een zee van hooge, holle baren, tegen elkander aanbruisend in heimelijken nacht, klotsend, schuimend, ziedend, huilend, in opstand tegen haar zelve, met al het martelend weten van noodeloos krachtsverspillen tegen een onverbiddelijke lotsbestemming...

De figuurlijke zon was opgegaan en blonk in goud van morgengloren over het spiegelvlak van Marie's innerste wezen, er den blauwen hemel en de laatste verdampende nevelwolkjes van twijfel in weerkaatsend.

Zij beminde, zij werd bemind!

In deze twee daadzaken lag alles besloten. Het verleden was uitgewischt, de toekomst behoorde haar toe, bij voorbaat genoten in de verbeelding, die alles, als met diamantgruis overstrooid, doet schitteren, dien de werkelijkheid, hoe schoon zij ook mag wezen, toch immer veel van haar luister ontneemt.

Zij had, haar eind-voornemen getrouw, geen woord aan Georgine over haar heil gerept.

Waarom?

Dat had ze niet kunnen verklaren, wellicht was het nog te broos, te nieuw, te tenger om het met woorden te ontbloesemen. Zij aanbad het in stilte, dat eigen heil,

[pagina 89]
[p. 89]

in een boeiende bespiegeling, schier beducht om het nader te brengen aan haar blik, evenals de krijger eener zeldzame orchidee ze een wijle met bewonderende aarzeling aanstaart, eerdat hij ze aan durft nemen; evenals de gretige verzamelaar een prachtigen, raren vlinder, die in 't bereik zijner vingeren, vertrouwvol zorgeloos, onwetend van 't hem dreigend gevaar, de fulpen vlerken openen toeslaat, in stom verrassen een poos, zooveel schoonheid eerbiedig aanstaart, aleer hij dien in - altijd schendende - bezitneming vastgrijpt. Wellicht was 't nog iets anders, dat haar weerhield: het terughoudend gevoel van den rijke, die er tegen opziet om zijn schatten bij minder begunstigden tentoon te spreiden.

Althans wat er ook van zij, Marie bewaarde haar geheim en Georgine scheen niets te vermoeden. In voortdurend, vreedzaam genot vloden de dagen heen. Er was bijna geen gerucht meer in huis. Trientje verrichtte met bescheiden keukengerommel haar nederige bezigheden. Marie trok pluksel, kookte kruiden, bereidde remedieën. Georgine begoot de metaalglimmende aspedistra's, de spitse dracaena's en de bloemen, die in overvloed - jammer, dat de voorgevel in den zonnekant lag - te rasch verwelkend, aan de straatvensters groeiden of bloeiden. Zij zuiverde de kooitjes der vogeltjes, nam toen een korfje en haar zonhoed en ging naar den tuin om witte jenevers (aalbessen) of frambozen voor 't nagerecht, niettegenstaande de hitte van 't naderend middaguur.

Aldus vloog de morgen heen. Na het maal zaten zij te zamen met hun handwerk op het voorhof, onder den moerbezieboom van allerlei te praten, elk van haar kant

[pagina 90]
[p. 90]

de komst van Luc Hancq beloerend, soms gevolgd of vergezeld van den notaris.

Zijn verschijning had het uitwerksel van een electrischen vonk, die, ofschoon men hem verwacht, bij het stoutmoedig vingerberoeren van den conductor eener beladen machine, toch een zekere vluchtige ontsteltenis op den min of meer sterken, teweeggebrachten schok doet volgen.

Een zenuwachtige beweging ontstond in de voortwerkende handjes, de blos steeg naar 't gelaat, de ontspannings-glimlach verscheen op de lippen, de glans in 't oog.

En hij zat neder, zijn bleekgrijzen vilten hoed, met het smalle rouwfloers om, stond op het tafeltje. Marie was als verliefd op dien hoed, die om zoo te zeggen een deel van hem zelf uitmaakte, of zag ze er dezen zoo gaarn staan als de tastbare belofte van zijn gerekte tegenwoordigheid?

Wanneer iemand om zalf voor een brandwond, om wijn voor zeere oogen, om vlierbloemen voor thee of wat niet al kwam, moest ze binnengaan, en Luc bleef met Georgine alleen, soms een heele poos; want Marie aanhoorde gedwee en belangstellend elke mededeeling over ziekte of nood. Zij gaf vaardigen raad en doelmatigen troost. Haar stem, eertijds wat scherp, had iets melodieus verkregen, iets teeder-weemoedigs bijna. Zij was nog even schraal van figuur, maar hare bewegingen, zachter en trager, stompten het puntige van alle hoeken af; haar fraaie hand beroerde nog omzichtiger kwetsuur en lijdend lichaamsdeel.

Georgine was hare lieveling als voor geruime jaren tijdens dezer kindsheid. Elk klein huiselijk geschil werd

[pagina 91]
[p. 91]

aldra door Marie's ongewone, schier onverschillige toegeeflijkheid gedempt en viel ter bevrediging der jongere zuster uit.

‘Wat kan 't mij schelen voor den korten tijd, dien ik hier nog doorbreng?’ dacht Marie.

Georgine had behoefte aan veel slaap, wat de wakkere Marie nooit vergoelijkend begrepen had. Zij deed haar derhalve als kleine scholierster vroeg opstaan, en later toen zij haar dwangrecht feitelijk over de volwassene verloren had, spaarde zij deze noch berisping noch afkeurenden spot.

‘Ik wil Georgine niet meer kwellen, het ligt aan haar gestel, de eene mensch is de andere niet,’ sprak ze nu tot zich zelve, van alle strengheid afziende.

Trientje zei meer dan eens opgetogen tegen andere meiden in de buurt:

‘Onze eefer Marie is wel de helft “verbraafd” van dezen zomer.’ Iets dat minder belangstelling bij het nieuwsgierig auditorium scheen op te wekken dan vroeger bedekt gefluisterde, van een schuw ommezien verzelde klacht.

Dat Luc Hancq, na het beduidenisvol gebeurde op den toren, nog geen gelegenheid had waargenomen om bij haar alleen te zijn, verblijdde Marie bijna, en geruimen tijd verwonderde het haar niet. Welvoegelijkheidshalve konden zij aan geen huwelijk denken, voordat zijn rouw uit was.

Van hem, van zijn liefde en trouw geloofde zij zeker te wezen en wanneer de herinnering aan zijn reputatie van vermoedelijke liederlijkheid - als eerlijk meisje en als de dochter van Luc's besten vriend slechts zeer gelenigd

[pagina 92]
[p. 92]

aan haar oor gekomen - onvrijwillig in haar opstond, was het enkel om die verontwaardigd te smoren: hij had zoovele jaren in haar ouderlijk huis verkeerd zonder zich ooit een aanraking, een woord, een blik tegenover haar te veroorloven, die niet met de grootste deftigheid gepaard kon gaan; geen vroolijke zet ooit dubbelzinnig gewaagd. Neen, neen. Hij was een treffelijk man en zijn vroegere terughouding mocht als een waarborg voor het ernstig-gemeende zijner stoute daad van verliefdheid gelden. Hoe vrijpostiger zijne omhelzing haar voorkwam, hoe sterker werd haar vertrouwen in zijn oprechtheid.

Doch zij vreesde een vernieuwing van het heugelijk, zoet-beschamend tooneel van de torentinne. Zij vond het beter geen strijd met hem te moeten aangaan voor het bespoedigen van hun huwelijk; want zij voelde, dat al hare aan te brengen beweeggronden in 't voordeel van een gewenscht uitstel, als rook in den wind zouden vergaan bij de eerste hartstochtelijke uitdrukking van zijn vasten wil.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken