Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een revolverschot (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een revolverschot
Afbeelding van Een revolverschotToon afbeelding van titelpagina van Een revolverschot

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een revolverschot

(1911)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XXV.

Zonder dat Marie een strijdplan ontworpen had, stelde zij het instinctmatig in 't werk: Luc Hancq en Georgine werden niet meer alleen gelaten of enkel nog voor heel korte oogenblikken. Als er een noodlijdende Marie's vroeger altijd gereede hulp inriep, werd hij thans met de belofte van een avondbezoek te zijnent afgescheept. Op dat uur was ze zeker, dat de muziekmeester niet meer komen zou. Pluksel lag vroeger in pakjes gereed, in de laatste dagen door iodoform-doek vervangen. Trientje wist waar zij de vlierbloemen en de galle-boven-de-aarde, deze voor de koortslijders, verborg, ook bij voorbaat in doelmatige bundeltjes verdeeld. En van nu voortaan was het Trientje, die ze de aanzoekers moest overhandigen. De zalf voor brandwonden had Marie in haar werkmandje mede, en het gebeurde nu, dat het een of ander kind, wiens verschroeide vingertjes zij verbinden moest, op haar bevel bij het tuintafeltje op 't binnenhof werd gebracht, en zij er in tegenwoordigheid van Luc Hancq de bezoedelde windsels van losmaakte.

Toen wendde hij zich om vol weerzin voor dit lijdens-vertoon.

[pagina 103]
[p. 103]

Marie dreef het nog verder, zij deed Trientje een waschkom halen en stak - na verpleging - hare handen eens ter plaats in met phenic bedruppeld water, hinderend ruikend, waarna ze die aan een voor haar opengehouden handdoek afdroogde.

Zij was tevens de minzaamheid zelve, zij lachte de beiden beurtelings aan: het scheen alsof die eeuwige waakzaamheid, zoo lastig om uit te houden, die zooveel foltering verried en die zoo verbazend belemmerend voor de belanghebbenden was, haar een zekere bevrediging gaf, en alsof ze door liefderijkheid wilde vergoeden, wat ze hun aan vrijen omgang ontroofde.

En nu greep er iets zeldzaams plaats: de stille, slaperige Georgine trad openlijk als zwijgende mededingster op: somtijds verscheen een spotlach op haar lippen, en de blik, dien zij haar oudere zuster toewierp, sprak meer van strijdlust dan van liefde.

Wanneer Luc Hancq en Mussche samenkwamen, was het opmerkenswaard, hoe Marie haar eigen stoel naast dien van den muziekbestuurder stelde, hoe voorkomend zij tegelijk met den jongen, bloohartigen notaris was.

‘Zit neer,’ zei ze toeschietelijk tot hem, ‘zit neer, hier bij Georgine,’ waagde zij eens den raad. Wat hem deed blozen van verlegen tevredenheid, een tevredenheid, die toch met het bittere van den twijfel vermengd moest wezen; want hij werd al schuwer en schuwer in 't bijwezen van Georgine, die hem met onverschillige beleefdheid bleef bejegenen.

Luc Hancq voerde het hooge woord, zijn metgezel overkraaiend, zelfvertrouwend de asch zijner sigaar afklop-

[pagina 104]
[p. 104]

pend, onder het luid gelach voor door hem zelf vertelde grappigheden. Marie juichte hem onverholen bijval toe, terwijl Georgine, blijkbaar om haar voor die overdreven uitbundigheid te misbillijken, veelmeer dan hem over zijn vroolijke zetten te gispen, ernstig bleef of amper glimlachte.

De moederlijke bezorgdheid was weg bij de eene evenals de kinderlijke onderworpenheid bij de andere. De diepe, trouwe verkleefdheid, die zich, sinds de beiden volwassen waren, nooit in woorden geuit, noch door liefkoozingen betuigd had, maar die zich steeds in alle kleine daden van het levensverkeer openbaarde, bestond niet meer. Wie en wat had ze vernietigd, die zustermin? De overgang was niet merkbaar geweest, doch thans bestond er wrok. Het besef van het mijne en het uwe was sterk geworden: het in bezit nemen van een spel breinaalden, het ongevraagd gebruiken van een zijden draad uit de streng, die aan de eene toebehoorde, gaf aanleiding tot een verwijtend woord, een onvriendelijk gebaar, een korte kibbeling.

En onder die nietige twistoorzaken van den anders zoo gemakkelijk-harmonieuzen levensomgang lag verborgen de groote, wreede, gruwzame strijd voor hetgeluksbestaan, een strijd van leven of dood, van zijn of niet te zijn...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken