Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een revolverschot (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een revolverschot
Afbeelding van Een revolverschotToon afbeelding van titelpagina van Een revolverschot

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een revolverschot

(1911)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 143]
[p. 143]

XXXV.

De late avond was duister en windig.

Zij schreed in allerijl over de eenzame straat, elke gedachte verbannend, den wankelmoed geen tijd tot twijfelen latend.

Ja, de tuinpoort van Luc Hancq, de poort nevens zijn woning stond enkel op de klink, zooals hij het geschreven had, de verrader... hij verwachtte haar dus. Ik weet niet, waarom die bijzonderheid de verbolgene nieuwen strijdlust gaf.

Op den boomgaard bleef ze een oogenblik staan. Zij keek door 't ongeblinde vensterraam. Zij zag hem zitten, heel vreedzaam aan de tafel, in zijn lagen zetel bij de lamp: Zijn verzameling van wapens lag voor hem, en hij was bezig met een draaipistool los te schroeven.

Hij zag niet op, hij had haar niet gehoord, het was enkel uit zorgeloosheid, dat hij de straatpoort had laten openstaan. Hij verwachtte haar niet, hij had ze reeds zoo dikwijls tevergeefs bij hem gelokt.

Hij verwachtte haar dus niet, en dit vermoeden ergerde haar ook thans. Waarom overigens zou hij haar verwachten? Hij minde haar niet, de Judas, en zij hief de deurklink op, en trad door de gang in de kamer, waar hij zat.

Plots was hij opgesprongen: de blijdste verrassing, de zaligste aandoening straalden op zijn mooi gelaat.

Hij breidde de twee armen open om haar daarin te sluiten.

‘Georgine, Georgine! Gij hier, dank, dank!’ stamelde hij.

Maar zij deed een schrede achteruit en sprak op

[pagina 144]
[p. 144]

schorren toon, hem, die geen beweging meer dorst doen, in 't ijdele afwerend:

‘Raak mij niet aan, blijf van mij af.’

‘Vrees niet,’ zei hij, deze ontsteltenis misduidend, ‘geen haar van uw hoofd zal gekrenkt, geen vinger naar u uitgestoken worden. Kom,’ en reeds zijn belofte vergeten, reikte hij weder de hand naar haar uit. ‘Zijt ge wezenlijk bang voor mij, hier met mij alleen in den nacht?’ vroeg hij, gevleid, met een innemenden glimlach, ‘kom, lief kind,’ en daar ze pal bleef staan, met het moordtuig onder het voorschoot aan den linkerkant verborgen, vroeg hij weder:

‘Wil ik gaan zitten?’ en hij deed het, zijn bezigheid hernemend, om haar gansch gerust te stellen.

Het zandpapier kraste over den roest van het staal.

En hij keek op, Georgine nogmaals aanlachend, doch scheen getroffen door haar stijven blik en haar bleekheid, nog akelig verhoogd door het contrast met de paarse buil op haar voorhoofd en de roode schram op haar wang.

En aleer hij tijd gehad had om haar te vragen, hoe 't nu ging, of 't beter was, stond ze aan de tafel naast zijn zijde. Zij had met de rechterhand een zijner revolvers opgenomen en mikte op hem.

‘Wat gaat ge doen?’ riep hij, nog in 't vermoeden, dat het een dwaze grap gold.

‘Dàt, Judas!’ kreet ze nauw verstaanbaar, den loop bijna op zijne slape drukkend.

Zij zag met wreede wellust, snel als een bliksemschicht, den angst des doods in zijn uitpuilende oogen, op zijn ontkleurd, vertrokken aangezicht ontstaan.

[pagina 145]
[p. 145]

In woeste haast greep hij naar het wapen, dat hij met verdubbelde kracht uit haar knellende vingeren trok, maar terzelfder tijd sprong de gespannen haan los. Een dof schot knalde. Zijn hoofd zonk achterover, een straal bloed vloeide uit zijn loodkleurig wordende lippen, over zijn borst. Zijn armen zonken verslapt ter zijde. De revolver, degene, dien hij nog vast had, ontviel zijn vuist...

En zij vluchtte, vluchtte als een nagezet ree.

Haar eigen wapen hield ze nog onbewust in de linkerhand.

Eerst dan gaf ze zich rekenschap van het gebeurde, toen ze weder in de kamer, bij Marie, die haar achter de poort van haar huis had afgewacht, ontzield op een stoel was neergezegen.

‘Hoe is 't?’ vroeg deze, in somber nieuws-verbeiden.

En Georgine knikte, bleek als een lijk:

‘Hij heeft zijn rekening.’

‘Waar is hij, hoe is 't geschied?’

‘In zijn zetel, dood op den slag!’

Maar toen Marie, bevend als een riet, andere vragen stelde en 't meer uitvoerig wilde weten, wuifde Georgine met de hand voor haar eigen aangezicht, als om er het geducht visioen van te verwijderen:

‘Zwijg, vraag het niet, 't is al te afgrijselijk,’ zei ze onbewegelijk, als versteend, haar zuster aanstarend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken