Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De twistappel (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van De twistappel
Afbeelding van De twistappelToon afbeelding van titelpagina van De twistappel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De twistappel

(1904)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 14]
[p. 14]

IV

‘De voet gaat waar het hart hem stuurt,’ zegt een Oostersch spreekwoord.

Fernande keerde er weer, schoon ze 't niet wilde doen. Zij wilde niet, zij nam zich voor den Kildebarm te schuwen en zij sloeg het pad in voor ze 't wist. Zij werd al stouter, al geruster zelfs, naarmate zij opmerkte, dat er geen gevaar bestond Mathijs te ontmoeten. Hij had het ook zoo druk met zijn bestuurszaken in de stad. En ongevraagd vernam zij 't een en 't ander over hem, door Tonia hun oude, babbelzieke keukenmeid.

Hij kwam zelfs niet dineeren thuis; van 's morgens vroeg trok hij per velo heen en keerde eerst 's avonds weer. Het kind was aan een min toevertrouwd; het leefde als een egel, die zijn wintersluimer slaapt, bijna aldus, want voedsel nam het wel. Maar 't lag verdoofd steeds in de watte in een glazen toestel, dat gelijken warmtegraad behield. Gezond was het en 't meisje had het lief. De vader was er dol op, zat er bij, zijn ademhaling ga te slaan gedurende al den tijd, waarover hij beschikte thuis....

Weldra vernam zij, dat het kindje groeide en zich ontwikkelde, dat er meer leven in hem kwam en 't uit zijn glazen kooitje komen mocht.

De zomer was heel heet en Juni liep ten einde. Met den avond trokken de hooiwagens voorbij, omzwermd door wolkjes muggen. Het was alsof de ladingen van

[pagina 15]
[p. 15]

't krakend-droge hooi de warmte medebrachten, die tot hun rijpheid had gediend, alsof hittewalmen zich er uit over de huizen en de straat verspreidden.

Fernande keek omhoog naar al de gevelvensters van den Twistappel: een was er thans met een beschuttings-raam van fijnen ijzerdraad voorzien, tegen de insecten in den nacht.

Daar was het zeker, dat het kindje lag.

En bitterheid rees op in haar gemoed: al deze zorgen, al die liefde en toewijding voor zijn vergankelijk lichaampje, niets voor zijn arme zieltje, niets voor hierna!

Zij luisterde immer, of ze 't schreien hoorde.

Neen.

‘Ik weet hoe 't kleintje van mijnheer Mathijs heet,’ zei eens Tonia en heel naïef voegde ze er bij, ‘ik meende, dat een kind, dat niet gedoopt is, geenen naam had.’

Een nieuwe steek in het hart van Fernande. Het was dus in 't dorp geweten, dat het kind uit de gemeenzaamheid der kerk gesloten was, die schande bleef de familie niet gespaard!

‘Hoe heet het?’ vroeg Fernande, enkel voor't genot van hem te spreken, want ze wist het wel.

‘Het heet.... het heet? O ik zou 't soms wel tien-maal noemen!’ zei Tonia, die 't spoor van hare wetenschap nu eensklaps bijster was.

‘Gaspard,’ hielp haar Fernande.

[pagina 16]
[p. 16]

‘Is er alzoo een heilige?’ zei Tonia om minachting te toonen.

’Een groote nog, zelfs een van de Drie Koningen.’

Tonia schudde 't hoofd: ‘Wat zullen wij hier nog beleven!’ zeide zij. ‘De tijd van Antichrist breekt aan, de wereld gaat ten onder.’

Op dit veld van bespiegeling volgde Fernande haar niet; maar pijnlijk kwelde haar de vraag, wat of er van haar zuster was geworden en wat of er kon te doen zijn om de ziel van 't kind in alle eeuwigheid te redden.

‘Niets!’

En werkeloos moest ze toezien in den nood.

‘Waar gaan de zielen heen dergenen, die zonder doopsel sterven?’ vraagt de catechismus en hij antwoordt: ‘In een onderaardsche plaats bij de aartsvaders, waar zij het aanschijn Gods derven, en noch vreugd noch lijden kennen.’

Fernande schrok bij de gedachte, de koorts rilde over haren rug en deed haar lippen beven.

Het eenig kind in de familie en hem zulk een lot beschoren, als de glorie des hemels de zijne kon worden!....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken