Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Des menschen begin, midden en einde (1977)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.74 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

emblematiek
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Des menschen begin, midden en einde

(1977)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 98]
[p. 98]

Psalm XXVII: 9, 10, 11.

Verbergd u aangezichte niet voor my, en keerd uwen knecht niet af in toorne; gy zyt myne hulpe geweest, en begeeft my niet, en verlaat my niet, O God myns heils.

Want myn vader en myne moeder hebben my verlaaten: maar de HEERE zal my aanneemen.

HEERE, leerd my uwen weg, en leid my in 't rechte pad, om myner verspieders wille.

Joannes I: 10, 11, 12, 13.

Hy was in de wereld, en de wereld is door hem gemaakt: en de wereld en heeft hem niet gekend.

Hy is gekomen tot het zyne, en de zyne en hebben hem niet aangenomen.

Maar zo veele hem aangenomen hebben, dien heeft hy macht gegeeven kinderen Gods te worden, [namelyk] die in zynen Naame gelooven.

Welke niet uit den bloede, noch uit den wille des vlees, noch uit den wille des mans, maar uit God gebooren zyn.

1 Petrus I: 17.

En indien gy tot eenen Vader aanroept den geenen die zonder aanneeminge des persoons oordeeld na eens iegelyks werk, zo wandeld in vreeze den tyd uwer inwooninge.

1 Joannes III: 1, 2, 3.

Ziet hoe groote liefde ons de Vader gegeeven heeft, [namelyk] dat wy kinderen Gods genaemt zouden worden. Daarom en kend ons de wereld niet, om dat zy hem niet en kend.

Geliefde, nu zyn wy kinderen Gods, en het en is noch niet geopenbaart wat wy zyn zullen. Maar wy weeten, dat als [hy] zal geopenbaart zyn, wy hem zullen gelyk weezen: want wy zullen hem zien gelyk hy is.

En een iegelyk die deze hoope op hem heeft, die reinigd hem zelven gelyk hy rein is.

[pagina 99]
[p. 99]

Het Kind Bejaard.

 
Hy komt, die komt, en gaat, die gaat.
 
God vreezen is de vaste staat.


illustratie

 
Als 't Kind nu komt tot zyne Jaaren,
 
Zo laaten hem zyn Oud'ren vaaren,
 
Wyl dat de Dood die van haar scheid:
 
Dies moet men haasten, om met vreezen,
 
By tyds een kind van God te weezen,
 
Die niet en sterft in Eeuwigheid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken