Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geestelyke brieven (1714)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geestelyke brieven
Afbeelding van Geestelyke brievenToon afbeelding van titelpagina van Geestelyke brieven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven
traktaat
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geestelyke brieven

(1714)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 63]
[p. 63]

XXII. Brief.
Een verblyding in de Hoope op 't toekomende.

Jezus de Eeuwige Liefde Gods.

Beminde Zusters,

 

Een vriendelyke groetenis in de naame Jezus, tot beklyving van eeuwige gelukzaligheid, wy bevinden ons te zaamen in het wezen der wereld, uit de groote verborgentheid des eeuwigen eens openbaar geworden zynde, tot een wonder eener zelfstandige kreatuur, niet als een geheeld wezen, maar met eigenschap, om zyn maaker of oorsprong te kennen, en tot eeuwige vreugde te beminnen. Hier staan wy nu als verdwaalde kinderen in een vreemd land, wy die malkanders aangezichten hebben leeren kennen, onder de veel duizenden der geenen, die de aarde bewoonen, en wy zien het vriendelyke aangezicht van onzen Vader niet, maar zyn te zaamen eens zins, ons uitstrekkende na de eeuwige oorsprong, die ons voortgebragt heeft, uit de eeuwige natuur des eeuwigen eens, op dat wy een speelen en queelen, en deelen zoude zyn, in de openbaringe zyner liefde, welke is de ongebeelde Jezus, en op zulk een grooten Zaligheid, is 't dat wy met malkander hoopen, en om des zelfs

[pagina 64]
[p. 64]

wille zyn wy vrienden, door 't geloove te gemoet ziende, een eeuwige vriendschap, nevens het genot der Goddelyke omhelzinge, om malkanders aangezichte te kennen, gelyk wy die in deze wereld gekend hebben, zo ook in die Goddelyke licht-wereld, bescheenen van den eeuwigen dageraad der vriendelyke geboorte, des Zoons Gods, te zaamen handelende, van dat eeuwige wonder dat God is, en van de wonderen die uit hem in het licht des hemels opgaan, gelyk hier in deze wereld, in het licht der zonne, het welk een schaduw is van het eeuwige, met al zyn zichtbaare wezens. O! groot is die verwachtinge, van zulk een vermeidinge, en uitbreiding in het huis en hof onzes Vaders, zonder eenige kommer of slommer, in stille zachte vrede, en gerustheid, voor eeuwig in de onbezorgde kost, en overvloedige weelde; ô Roozen en Leliëndal! doorwatert met klaare beeken, hoe gerust zullen uw schaapjes, in haar verzadiging neder leggen, gedooken in het wel ruikende kruid, ô schoonheid en liefelyk wezen! zommige trachten het lichaam te versieren, met droppeltjes der edele steenen en diergelyks, en andere zoeken een gants lichaam van diamant, of edelheid, in zodaanigen hemelsen verklaart lichaam van Goddelyk wezen, van het vlees en bloed Jezus Christus, hoopen wy malkander te ontmoeten, en te begroeten, te kennen, en eeuwige vrienden te zyn, in het genot aller weelde, en vriendelyke byeenwooninge, en mededeelzaamheid, tot vreugde

[pagina 65]
[p. 65]

en blydschap, en verquikkinge, aangenaame zaamenspraak, en geestroerende lofgezangen, God beschouwende van aangezicht tot aangezicht.

Het is dan niet weinig dat wy verwachten, en om welks wille wy vrienden zyn: stond iemant om alzo natuurlyk te spreeken, eerlang een koningryk te be-erven, hoe groot scheen dat geluk? en wat is zulks tegens ons voorwerp, en heil, dat wy te gemoed zien en met verlangen verwachten; wy arme wormpjes, zittende in het stof der aarde. In onze geringheid hebben wy ons herte gezet op zo grooten goed, dat ons niemant ont-erven kan, de vriend der toegenegentheid, is de Allerhoogste, die 't ons belooft, en uit Vaderlyke liefde geeven wil. Ondertussen bevinden wy ons te zaamen in de vreemdelingschap op de weg van Pelgrimagie, daar noch ach! en och! gebooren word, daar wy noch te letten hebben op onze voetstappen, en om te zien na onze vyanden, doch wy hoopen dat de goede God ons helpen zal over alle bergen, en door alle dalen, gelyk hy ons tot hier toe genadig geholpen heeft.

Heb dank voor U L. schryven en alle liefde, God zegene U L. voor toedraagende genegentheid, gelyk ik dan ook hebbe, wegens onze overeenstemmende zucht tot God in Jezus naame, dat brood des levens zy ons te zaamen een spyze in der eeuwigheid, gedenkt myner voor den Heere, en vaart wel; het blyft 'er by dat wy een groot heil verwachten, en wy onder-

[pagina 66]
[p. 66]

tussen den Heiland, in de heilige naame Jezus aanhangen, tot dat wy den eenen voor en den anderen na van hier scheiden, en eeuwig met malkander in hem leeven, en hy gepreezen en gelooft in der eeuwigheid in ons leeve. Immers is onze vriendschap van groote waarde, immers heeft zy een groot voorwerp, vaart wel in God. U L. toegenege Vriend en Broeder, in de Zalige hoop van eeuwig wel zyn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken