Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geestelyke brieven (1714)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geestelyke brieven
Afbeelding van Geestelyke brievenToon afbeelding van titelpagina van Geestelyke brieven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven
traktaat
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geestelyke brieven

(1714)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

LXI. Brief.
Een Broederlyke Aanspraak tot ernst.

Beminde Broeder en Zuster,

 

Dewyl wy wat verre van malkander afgescheiden zyn, zo dat wy weinig in tegenwoordig gezelschap zaamen den weg onzer doortocht door dit vreemde levens-land passeeren, zo kom ik U lieden al wederom ondertussen op deze wyze bezoeken, door broederlyke liefde en vriendelyk groete, wensende U lieden goeden moed, door de genade van den Liefhebber onzer Ziele, onder de vermoeijinge van den weg die wy zaamen verkooren hebben, en die immers toch gegaan moet zyn, zal 't eindeling wel uitkomen. O beminde Vrienden! hoe wel en

[pagina 166]
[p. 166]

noodzaakelyk is het dat men dezen weg bewandeld, op dat men zich vermoeid tot het allergrootste nut en voordeel, en niet om wind te zaaijen en stoppelen te maaijen, op den breeden weg. Onze dagen en onze weeken gaan vast voort, en telkens als wy malkander in tegenwoordigheid weêr ontmoeten, is 'er een groot stuk van ons korte leven achter de rug, eens zal de laatste dag en uure zyn, dat wy zo wonderbaarelyk zullen verhuizen, niet alleen uit ons land en stand, maar zelfs uit ons vlees en bloed, waar in wy zyn gebooren en opgewassen, doch wy hoopen dat het ons zal zyn als een oplossing uit de gevangen toren, door welks vensters wy nu zo lange hebben uitgezien na vryheid. O vrienden! hoe groot en gewigtig is deze verwachting, en hoe klein daar en tegen het geen ons om dies wille van de opperste wysheid is geboden, en als getrouwelyk geraaden te doen en te laaten, wat zyn wy gelukkig dat ons de weg des heils is bekend gemaakt, op dat wy ze mogen betreeden, en van het dierelyke tot het menschelyke zoude gaan, en eindeling tot het gezelschap der Engelen mogen opgenomen worden, nu dan dat wy het vergankelyke versmaaden, en het eeuwig blyfelyke omhelzen, en vast aankleeven, daar toe help en zegen ons te zaamen, onzen lieve Heere Jezus Christus, geloofd en gepreezen in der eeuwigheid, beminde Vrienden en Reisgenooten, wy die malkander onderweeg na 't nieuwe hemelse Jeruzalem aangetroffen heb-

[pagina 167]
[p. 167]

ben, ô wat zyn wy gelukkig op dezen weg, zo wy volharden daar op te wandelen, daarom verblyden wy ons onder malkanderen, als de geene die het eeuwig verderf ontloopen van den breeden en volkryke weg der idelheid af, een ander smal en eenzaam padje ingeslaagen zyn, tegen malkander zeggende, van het groot en grouwzaam gevaar dat men poogt te ontwyken, en de onnoemelyke blydschap die men hoopt te bereiken, na een weinig sukkelings, over hoog en laag des regens en des winds, altyd te gemoet ziende die volmaakte verschuilplaats, by zo aangenaamen vriend als God is, een wooning die allerlei naarheid en zwaarheid zal uitsluiten, ô hoe kinderlyk, gerust en vredig zullen wy daar by malkander neêr zitten onder de vleugelen des Allerhoogsten, die liefelyke beminnelyke Vader, die ons arme afgedwaalde kinderen met verlangen te gemoet ziet, om ons voor eeuwig zonder einde in zyn hemelse woonsteede, op en aan te neemen, deze over weeginge zyn onze verquikkinge langs den weg onzer vreemdelingschap, ô vrienden! de minste naarheden van onstuimige of guure koude, duistere avondstonden of nachten, zyn bequaam genoeg om ons een indruk te geeven, hoe men hoorden de eeuwige naarheid en zwaarheid te ontvlieden, langs den weg die ons met de vinger klaar aangeweezen word, en zulks te doen is wysheid, dat het opgeslaagen oog niet maar voor zich neer ziet, maar het naakende quaad van verre ziet, op dat het einde door

[pagina 168]
[p. 168]

achteloosheid den al te zwaaren last niet komt te draagen, nu beminde Vrienden, ik heb niet meer te zeggen, als dat geene dat wy wel weeten, namentlyk, dat 'er geen nuttelyker noch noodiger zaak voor ons in dit leven te behertigen is, als de eeuwige welvaart onzer Ziele, de Heere help ons te zaamen hier in voort, en neemt deze regulen maar als een teeken van liefde en vriendschap; de Heere Jezus zy onzer herten Vriend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken