Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geestelyke brieven (1714)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geestelyke brieven
Afbeelding van Geestelyke brievenToon afbeelding van titelpagina van Geestelyke brieven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven
traktaat
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geestelyke brieven

(1714)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 199]
[p. 199]

LXXIV. Brief.
Van vriendschap en aanmoediging ten goede.

Beminde N.N.

 

Een vriendelyke groetenis en goede wens in U L. eenzaam buiten leven, te meer met de aankomst van lange avonden, dat de goede gedachten U L. verzelle, welke uitgaan op de eeuwige dingen, hoe schoon en uitneemend het eenmaal weezen zal na deze korte levens-tyd (als wy ze na de wille Gods doorgebragt hebben zyn zal) in zo lieffelyken wooning als den hemel en het Zalige Paradys is, waar van alle deze aangenaame dingen schaduwe zyn, die ons na het wezen wyzen, hoe vreedzaam en verheugelyk de onderlinge zaamenwooning, met de volmaakte genoegzaamheid daar bloeijen zal, met een geduurige uitwydinge in de wonderen Gods, om daar geduurig van te spreeken, en te zingen, tot eere lof en dankbaarheid, aan den eenigen, eeuwigen oorsprong van alles goeds, en hoe verachtelyk zyn deze tegenwoordige aardse nietige dingen, by zulk een volmaakten leven, als 'er langs den smallen weg (door den vinger Gods aangeweezen) te bereiken zy, te verzuimen, wat is eer en aanzien der menschen, terwyl ze malkander met ontzag ophouden en de edele (ons

[pagina 200]
[p. 200]

van God vergunde tyd, om te behertigen het hoogste goed verquisten) en malkander gaande houden, om niet te bezien wat het noodwendigste is, gelyk een Rad der zinnen, dat geduurig omdraaid, en wat hebben ze elkanderen op 't laatst toegebragt, als de arme ziel van deze na de andere wereld zal over gaan, wat geleide doen ze elkanderen dan, of wat hulp, en troost, konnen zy elkanderen toebrengen, die elkander vermaakte met idelheid by goede dagen, de stervende moet alleenig voort, maar had hy in plaats van wind te zaaijen, de vriendschap Gods gezocht, om by hem in gunst te staan, had hy die ontzien in plaats van menschen, had hy die gediend, had hy die ge-eerd, en die onthaald in zyn kinderen, zo had hy een maatschappy gemaakt, die hem in de tyd van de hoogste verlegentheid, in de uure des doods niet verlaaten zouw, gelyk de vriendschap der wereld doet: ô hoe schoon is 't aan zulke afgestorvene te gedenken, tegen andere gerekend, die de wereld gediend hebben, immers zyn ze alle verdweenen, met menigte (die wy gekend en niet gekend hebben) van de vertoonplaats dezer wereld, daar zy op verscheenen waaren, zo wel de beminnaars, als die geene, die daar als vreemdeling op verkeerde, en haar haaten eer zy haar verliet, en alzo met het af-scheiden van die niet verlooren, maar gewonnen hebben, hoe veel hart-hoofden die in haar leven moedig waaren, leggen daar onmachtig in stof, en hoe veel zuchtende en be-

[pagina 201]
[p. 201]

kommerde ziele hebben al haar leet achter gelaaten in deze bedroefde wereld, hoe schroomelyk en hoe liefelyk leggen deze onderscheiden voor het oog verborgen, tot den dag des Oordeels, die alles openbaar stellen zal, terwyl ondertussen na den geest, den een in liefelyk, en den ander in naarheid behuist is, en wat een indrukkelyke bespiegeling behoorde voor de noch leevende dit in 't herte te zyn, als noch staande in 't perk van rechts en links, om te konnen kiezen het beste deel, het welk ik wens en hoope, dat wy door de genade des Heeren doen zullen, en malkander vinden in de wereld der eeuwige blydschap, zyt verder vriendelyk gegroet, en den Heere bevolen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken